Geur Voorbeeldclausules

Geur. De Wet geurhinder en veehouderij betreft een wet waarmee de nationale regels inzake geurhinder ten opzichte van de tot veehouderijen behorende dierenverblijven vastgesteld staan. De Wet geurhinder en veehouderij heeft tot doel het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van geurbelasting, onder andere als gevolg van emissies door bedrijven. Indirect heeft de Wgv ook consequenties voor de totstandkoming van geurgevoelige objecten en dus voor de ruimtelijke ordening, dit wordt ‘omgekeerde werking’ genoemd. Voor wat betreft geurhinder van veehouderijen betekent dit dat de volgende aspecten in ogenschouw moeten worden genomen: - Wordt er een onevenredige inbreuk gemaakt op de mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling van de nabij gelegen veehouderijen? - Is ter plaatse van het plangebied een goed woon- en verblijfklimaat gegarandeerd? Het wettelijk kader (Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) en Activiteitenbesluit milieubeheer) schrijft voor op welke wijze het bevoegd gezag de geurhinder vanwege dierenverblijven moet beoordelen indien een veehouderij uitbreidt of wijzigt. Indirect heeft deze geurwetgeving ook consequenties voor de totstandkoming van geurgevoelige objecten en dus voor de ruimtelijke ordening, dit wordt de ‘omgekeerde werking’ genoemd. De reden hiervoor is duidelijk, een geurnorm is bedoeld om personen te beschermen tegen geurhinder, dus omgekeerd moet het bevoegd gezag ook geen nieuwe situaties toestaan waarbij personen zichzelf blootstellen aan overmatige geurhinder. Voor de toetsing van het aspect veehouderijen en geur kan overigens ook gebruik worden gemaakt van de VNG-handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’, zoals toegelicht in voorgaande paragraaf. De veehouderijendichtheid rondom het plangebied is relatief laag. Op Afbeelding 23 is de ligging van het plangebied weergegeven, met de aanwezige veehouderijen. De VNG-handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ hanteert voor veehouderijbedrijven in beginsel een maximale richtafstand van 200 meter voor het aspect geur (100 meter in gemengd gebied, als hier van toepassing). Binnen 200 m rondom het plangebied is enkel de paardenhouderij aan Xxxxxxxxxx 000 vergund. De pluimveehouderij op de Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxx (Walnoothoeve) is gelegen op circa 230 meter. In onderhavige situatie is er sprake van bestaande geurgevoelige objecten, waaronder de bestaande bedrijfswoning. Deze objecten blijven ongewijzigd behouden. De nieuwbouw van de bedrijfsloods vindt, bezien vanuit de ve...
Geur. Bij het houden van vee en de opslag van mest kan geurhinder optreden. De Wet geurhinder veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Er is sprake van een toename van de geurbelasting. Huidig VKA alternatief 1 MMA Onderdeel/kenmerk Vigerende LW zuur LW zuur Alles op vergunning 70% 95% Combi LW Aangevraagde 85% situatie Totaal odeurunits 40414,5 88221,8 88221,8 34340,2 Percentage t.o.v. huidig (=referentie). 0 218 218 85 Verschil in odeurunits t.o.v. referentie 0 +47807,3 +47807,3 -6074,3 Xxx Xxxxxxxxxxx 000 1,60 5,33 5,33 2,20 Xxx Xxxxxxxxxxx 000x 1,26 4,70 4,70 1,78 Xxx Xxxxxxxxxxx 000 1,27 4,66 4,66 1,82 Xxx Xxxxxxxxxxx 000x 1,10 4,32 4,32 1,70 Xxx Xxxxxxxxxxx 000 0,93 3,80 3,80 1,31 Xxx Xxxxxxxxxxx 000 1,05 3,26 3,26 1,71 Bebouwde kom Wamel 0,73 1,84 1,84 0,93 Bebouwde kom Dreumel 0,36 0,96 0,96 0,40 Beoordeling 0 - - + In bovenstaande tabel is weergegeven wat de geurbelasting is van de verschillende alternatieven. De gevoelige objecten aan de Van Heemstraweg hebben een geurnorm van 8,0 en de gevoelige objecten in de bebouwde kom hebben een geurnorm van 2,0. In de huidige situatie is de geurbelasting het laagst, omdat er minder dieren aanwezig zijn. Er is geen verschil tussen het voorkeursalternatief en alternatief 1 omdat een 70% en een 95% luchtwasser dezelfde geurreductie hebben. Het MMA geeft de laagste geurbelasting te zien bij een uitbreiding met dieren omdat dit systeem de hoogste geurreductie heeft. Voor alle alternatieven geldt echter dat ruimschoots wordt voldaan aan de normen die gesteld zijn in de Wgv. Uit onderzoek van Praktijkcentrum Sterksel blijkt dat bepaalde vochtrijke diervoeders wel een hogere geurconcentratie en -beleving hebben dan droogvoer, maar dat dit geen effect heeft op de geuremissie uit stallen. Er zijn daarom geen redenen om de geuremissie van varkensbedrijven die brijvoer verstrekken anders te behandelen dan varkensbedrijven die droogvoer gebruiken (PraktijkRapport Varkens 31; augustus 2004). Op het bedrijf zijn geen echte stankpiekmomenten op de dag te benoemen. In de zomer zal door het hogere ventilatieniveau de geur beleving hoger zijn dan in de winter. Dit is echter ook afhankelijk van weer, wind en windrichting.
Geur. Binnen de inrichting zijn geen geurrelevante processen. Er is daarom geen aanleiding om aanvullende (maatwerk)voorschriften aan de vergunning te verbinden.
Geur. Indringende geuren kunnen je buren storen en kunnen zelfs zorgen voor gezondheidsproblemen. Hou hier rekening mee en vermijd geurhinder. Enkele voorbeelden van indringende geuren zijn: - Rookgeur van sigaretten, waterpijp, vapes, drugs, enzovoort. Je vermijdt overlast door buiten te roken. - Alcohol. Je vermijdt overlast door lege flessen en blikken grondig uit te spoelen met water en eventueel wat zeep. - Oud huisvuil. Je vermijdt overlast door jouw huisvuil correct en tijdig aan te bieden en/of weg te brengen. - Stinkende schoenen. Je vermijdt overlast door jouw schoenen te bewaren in een gesloten kast of container, binnen in jouw woning. - Sterke schoonmaakmiddelen zoals ammoniak. Je vermijdt overlast door het gebruik van sterke schoonmaakmiddelen te beperken. - Slecht onderhouden huisdieren. Je vermijdt overlast door jouw huisdieren correct te verzorgen. Zorg ervoor dat jouw woning vrij is van urine en stoelgang. - Slecht onderhoud van de woning, tuin. Je vermijdt overlast door jouw woning en tuin correct te onderhouden. - Slechte verluchting Je vermijdt overlast door correct en tijdig de woning te verluchten. Extra verluichten na het sporten, slapen, koken, strijken, … is een must. - Wierook Je vermijdt overlast door het gebruik van wierook te beperken. - … Zoals eerder aangegeven vormt begrip een sterke basis van een goede verstandshouding. In de huidige maatschappij leven we niet enkel dicht op elkaar maar ook met verschillende culturen samen. Respecteer ieders eigenheid.
Geur. 10.1 Het kader voor de bescherming tegen geurhinder a. als er geen hinder of kans op hinder is, zijn maatregelen niet nodig; b. als er wel hinder of kans op hinder is, worden maatregelen op basis van de BBT afgeleid; c. voor bepaalde branches is een toetsingskader voor geurhinder in een bijzondere regeling van de NeR opgenomen; d. de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Voor het bepalen van het acceptabele hinderniveau geeft de NeR de hindersystematiek (zie paragraaf 2.9 en 3.6 van de NeR). Met behulp hiervan kan een situatie van geuroverlast worden beoordeeld. Toepassen van de hindersystematiek leidt tot een specifieke afweging voor een individuele situatie of tot het toepassen van een bijzondere regeling.
Geur. Toetsingskader
Geur. 2.12.1 Landelijk beleid Het Nederlandse geurbeleid is opgenomen in artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit en in de Handleiding geur: bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau van industrie en bedrijven (niet veehouderijen). Als algemene doelstelling geldt het zoveel mogelijk beperken van bestaande hinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Daarbij staat het afwegingsproces voor het vaststellen van het aanvaardbaar hinderniveau centraal. Het aanvaardbaar hinderniveau wordt per situatie vastgesteld en zo nodig op grond van het Activiteitenbesluit als maatwerkvoorschrift vastgesteld. Alleen als de emissies van de inrichting in het Activiteitenbesluit uitgezonderd zijn, worden de geuremissies in de vergunning beoordeeld. Het bevoegd gezag bepaalt welke mate van hinder als aanvaardbaar wordt beschouwd. Als leidraad voor het afwegingsproces dat daarbij doorlopen wordt, geldt de hindersystematiek Geur. Deze hindersystematiek, die is vastgelegd in hoofdstuk 3 van de Handleiding geur, benoemt de verschillende aspecten die in het afwegingsproces moeten worden meegenomen om te komen tot een zorgvuldige bepaling van het aanvaardbaar hinderniveau. De aspecten die bij het vaststellen van het aanvaardbaar hinderniveau worden meegewogen zijn eveneens opgenomen in het derde lid van artikel. 2.7a van het Activiteitenbesluit. Maatregelen ter bestrijding van geurhinder moeten worden bepaald in overeenstemming met het BBT- principe (de Best Beschikbare Technieken moeten worden toegepast). Voor een aantal activiteiten zijn in het Activiteitenbesluit voorschriften opgenomen. 2.12.2 Toetsing Verda aan Activiteitenbesluit Voor een aantal activiteiten zijn in het Activiteitenbesluit voorschriften opgenomen, maar dat is niet het geval voor de activiteiten van Verda. Dat betekent dat conform artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit rekening gehouden moet worden met lokaal geurbeleid.

Related to Geur

  • Verzekerde gebeurtenissen De gebeurtenissen die recht geven op onze prestaties wanneer ze bij toeval gebeuren in een door het contract gedekt land. Deze gebeurtenissen zijn beschreven in de overeenkomst naargelang het contracttype.

  • Gedekte gebeurtenissen De gedekte gebeurtenissen zijn identiek aan degene die recht geven op waarborg in « reiswijziging » Zie 2.3.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

  • Kwaliteit 6.1 Opdrachtnemer garandeert dat hij voldoet aan alle (kwaliteits)eisen die voor zijn zorgfunctie voortvloeien uit wet- en regelgeving, waaronder de Norm van verantwoorde werktoedeling, en de Overeenkomst. 6.2 Opdrachtnemer voldoet aan het Kwaliteitskader JeugdzorgPlus 2.0, maart 2019, of eventuele toekomstige nieuwe kaders die het genoemde kwaliteitskader aanvullen, vervangen of gelijkwaardig daaraan zijn.

  • Veiligheidsmaatregelen Memoriseer de Veiligheidscode en noteer deze nergens in een makkelijk herkenbare vorm op om het even welke drager. Deel deze niet mee aan eender welke derde, ook niet aan familieleden, uw bank of politie. - Noteer in geen geval uw Veiligheidscode in of op het Toestel, zelfs niet in codevorm. - Wees discreet bij het invoeren van uw Veiligheidscode. - Kies onmiddellijk een andere Veiligheidscode wanneer u vermoedens hebt dat het vertrouwelijk karakter niet meer gegarandeerd is en verwittig de Bank (zie punt 5). - Laat het Toestel en de middelen voor activatie, inloggen en ondertekening niet onbeheerd achter (bv. werkplek, voertuig, hotel of andere feitelijk voor het publiek toegankelijke ruimten). - Sluit de sessie af met knop “afmelden” zodra een sessie beëindigd is en laat het Toestel tijdens een sessie niet onbewaakt achter, ongeacht de reden. - Laat je Xxxxxxx niet gebruiken door derden zolang je aangemeld bent in de Dienst. - Zorg ervoor dat je enige gebruiker bent van het Toestel wanneer je de functie lezen van digitale vingerafdruk of gezichtsherkenning activeert en registreer enkel je eigen vingerafdruk of gezicht.

  • Huishoudelijk reglement 1. De vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter regeling van de volgende onderwerpen: a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken; b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van privé gedeelten; c. de orde van de vergadering; d. de instructie aan het bestuur; e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de raad van commissarissen en commissies; f. het behandelen van klachten; g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder; h. een afwijkende kostenverdeling als bedoeld in artikel 52 negende lid; i. al hetgeen overigens naar het oordeel van de vergadering regeling behoeft, alles voor zover dit niet reeds in het reglement is geregeld. 2. De regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek moeten in het huishoudelijk reglement worden opgenomen en daarvan deel uitmaken. 3. Bepalingen in het huishoudelijk reglement die in strijd zijn met de wet of het reglement worden voor niet geschreven gehouden. 4. Het huishoudelijk reglement kan door de vergadering slechts worden vastgesteld, gewijzigd en aangevuld bij een besluit genomen met een meerderheid als bedoeld in artikel 52 vijfde lid. Kan op grond van het in de vorige zin bepaalde geen geldig besluit worden genomen, dan zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Artikel 52 zesde lid is van overeenkomstige toepassing. 5. Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot verlening van ontheffing van het in het huishoudelijk reglement bepaalde. 6. Het bestuur is verplicht het huishoudelijk reglement en de wijzigingen daarvan te publiceren in de openbare registers.

  • Gebeurtenis Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen ten gevolge waarvan schade is ontstaan.

  • Verontreiniging a. De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert, worden overschreden. b. De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.

  • Jeugdlonen 1.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die niet in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT-certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de volgende percentages van het wettelijk minimumloon: 15 jaar 45% 16 jaar 50% 17 jaar 56% 18 jaar 63% 19 jaar 72% 20 jaar 83% 21 jaar 95% (met ingang van 1 januari 2018 wordt dit verhoogd naar 100%) 1.b. De hogere beloning conform lid 1.a. gaat in op de 1e dag van de betalingsperiode volgend op de verjaardag. 2.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van xxxxxxxxxxxxxx voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de navolgende percentages van trede 0 van de loonschaal behorende bij zijn functie, met als maximum loonschaal D. 18 jaar 80% 19 jaar 90% 20 jaar 95% 21 jaar 100% 2.b. In afwijking van artikel 22, lid 1.a. geldt dat een werknemer van 21 jaar en jonger, die in het bezit is van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan, na één ervaringsjaar bij het bereiken van de 22-jarige leeftijd dient te worden geplaatst in loonschaal A, B, C, D trede 1, danwel loonschaal E trede 0, afhankelijk van de functie. 2.c. De hogere beloning conform lid 2.a. en lid 2.b is slechts van toepassing, indien de in deze leden bedoelde werknemer in zijn dagelijkse werkzaamheden ook daadwerkelijk een vrachtauto moet besturen en/of een mobiele kraan moet bedienen.

  • Nummerbeheer E.6.1 Opdrachtgever heeft de mogelijkheid om ten behoeve van de Dienst een nieuw telefoonnummer te kiezen, al dan niet gebonden aan een geografisch gebied, of een telefoonnummer mee te nemen vanuit een overeenkomst bij een derde. E.6.2 Voor de uitvoering van nummerbehoud volgt Opdrachtgever, voor zover mogelijk, de instructies van Opdrachtnemer op. Opdrachtnemer is gerechtigd eenmalige kosten voor nummerbehoud in rekening te brengen bij Opdrachtgever. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor het opzeggen van lopende overeenkomsten bij een derde met betrekking tot het betreffende telefoonnummer. E.6.3 Opdrachtgever verklaart, indien van toepassing, het geografische telefoonnummer enkel te gebruiken in het geografische gebied waarvoor dit nummer is bestemd. Opdrachtgever vrijwaart Opdrachtnemer van alle mogelijke gevolgen bij het niet naleven hiervan. E.6.4 Indien Opdrachtnemer dit in het geval van een goede functionering van de Dienst of het voldoen aan wetten en regelgeving noodzakelijk acht, is hij gerechtigd het telefoonnummer van Opdrachtgever te wijzigen. Opdrachtnemer zal hierbij zoveel mogelijk rekening houden met de belangen van de Opdrachtgever. Echter, Opdrachtnemer is niet gehouden tot betaling van een schadevergoeding als gevolg van de wijziging. E.6.5 Bij beëindiging van de Overeenkomst komt het telefoonnummer van de Opdrachtgever te vervallen, tenzij Opdrachtgever gebruik maakt van nummerbehoud en het telefoonnummer onderbrengt bij een derde.