Onderhoudsplicht Voorbeeldclausules

Onderhoudsplicht. Koper is verplicht het verkochte in ordelijke staat te onderhouden, vrij van afvalstoffen welke niet aanwijsbaar verband houden met de op het verkochte te stichten bebouwing. Het is koper verboden het onbebouwde gedeelte van het verkochte te gebruiken als opslagplaats voor afvalstoffen of andere stoffen/goederen. Deze verkoopvoorwaarde is niet van toepassing op de opslag van bouwmaterialen en hulpmiddelen voor het bouwen ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan of eventuele uitbreidingen daarvan, een en ander voor de duur van de uitvoering.
Onderhoudsplicht. De bewoners verplichten zich om het openbaar groen dat zij tijdelijk in zelfbeheer hebben, goed te onderhouden, dit houdt in:
Onderhoudsplicht. 1. Huurder is verplicht om het gehuurde tijdens de huurperiode voor zijn rekening in behoorlijke en bedrijfswaardige toestand te houden en alle noodzakelijke reparaties op zijn kosten te doen uitvoeren, ook indien het gehuurde als gevolg van toeval, molest of welke andere gebeurtenis dan ook is beschadigd.
Onderhoudsplicht. 1. De verpachter is gehouden gedurende de pachttijd alle gebreken aan het gepachte op verlangen van de pachten te herstellen.
Onderhoudsplicht. Indien door het OCMW de vraag tot tenlasteneming wordt aanvaard, wordt een onderzoek ingesteld naar de onderhoudsplicht overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek.
Onderhoudsplicht. Er wordt een onderzoek ingesteld naar de onderhoudsplicht van de kinderen overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek. Indien door het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW Boortmeerbeek de vraag tot tenlasteneming wordt aanvaard, zal er steeds worden nagegaan of de kinderen van de begunstigde al dan niet een deel van de kosten van maatschappelijke dienstverlening aan het OCMW Boortmeerbeek dienen terug te betalen. In principe is het OCMW verplicht het bedrag terug te vorderen van onderhoudskinderen in de eerste graad van zodra zij over een bepaald minimuminkomen beschikken.
Onderhoudsplicht a. De erfpachter is verplicht het perceel en de opstal(len) in zodanige staat te houden dat deze de in de notariële akte aangegeven bestemming en het daarin vermelde gebruik van de onroerende zaak op behoorlijke wijze kunnen dienen. Daartoe dient de erfpachter het perceel en de opstal(len) in alle opzichten goed te onderhouden en, waar nodig, tijdig te vernieuwen, voor zover in verband met het onderhoud noodzakelijk. Tevens dient de erfpachter zich te onthouden van bodemverontreiniging en alle vereiste maatregelen te nemen ter voorkoming van het ontstaan van bodemverontreiniging. Het is de erfpachter zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente niet toegestaan om handelingen te verrichten die kunnen leiden tot waardevermindering van de onroerende zaak. Het is de erfpachter ook niet toegestaan om het perceel en de opstallen geheel of gedeeltelijk langer dan een jaar niet of nagenoeg niet te gebruiken.
Onderhoudsplicht. Dit artikel verplicht de erfpachter om het perceel en de opstallen goed te onderhouden, tijdig te vernieuwen en eventueel te herbouwen bij tenietgaan. De gemeente heeft er uiteraard belang bij dat op de bedrijfsterreinen bruikbare gebouwen staan die een ordentelijke aanblik geven en niet langdurig ongebruikt blijven. Het is voor de gemeente als eigenaar bovendien van belang dat de onroerende zaak niet in waarde achteruit gaat. - Indien de erfpachter de bodem vervuilt kan er door de provincie een onderzoeksbevel of saneringsbevel worden gegeven aan de veroorzaker, de erfpachter of de eigenaar (artikel 43 Wet Bodembescherming). Het is van groot belang om als eigenaar een vinger aan de pols te kunnen houden. Daarom werd er een bepaling opgenomen die de gemeente het recht geeft om te allen tijde (uiteraard zoveel mogelijk in overleg met de erfpachter) het perceel te betreden en te onderzoeken. Indien er signalen ontvangen worden dat de erfpachter zich mogelijk niet aan de overeenkomst houdt kan er alert gereageerd worden. - Omdat de gemeente eigenaar blijft is het wenselijk om invloed te houden als de erfpachter de erfpacht wil verkopen, belasten en dergelijke. Daarom moet de erfpachter eerst toestemming tot het mogen verrichten van dergelijke rechtshandelingen vragen. Controle door de gemeente blijft dus mogelijk. Slechts voor het belasten van de erfpacht met hypotheek is geen toestemming nodig, omdat financiering van gebouwen e.d. zonder hypotheekverlening ongebruikelijk is en dit de gemeente overigens ook niet raakt. - Schuldeisers kunnen executeren zonder dat voorafgaande toestemming vereist is (5:91 lid 1 BW). Onder schuldeisers valt ook een executerende curator in een eventueel faillissement van de erfpachter. Het belang van de schuldeisers dient in dit geval te prevaleren boven het belang van de gemeente om invloed te hebben op de persoon van haar wederpartij.
Onderhoudsplicht. Huurder is verplicht tot het onderhouden, het verhelpen van gebreken en het uitvoeren van herstellingen aan de veranderingen of toevoegingen die door huurder zijn aangebracht. Huurder is verplicht, voor eigen rekening, de door hem aangebrachte veranderingen of toevoegingen op eerste aanzegging van verhuurder te verwijderen, indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering door verhuurder van dringende of renovatiewerkzaamheden.
Onderhoudsplicht. Indien door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem de vraag tot tenlasteneming wordt aanvaard, wordt er altijd een onderzoek ingesteld voor verhaal op de onderhoudsplichtigen. Het OCMW moet de rusthuiskosten terugvorderen van de onderhoudsplichtigen (kinderen, echtgeno(o)t(e), gewezen echtgeno(o)t(e)) overeenkomstig de bepalingen van Koninklijk Besluit van 9 mei 1984 tot uitvoering van art. 100bis §1 van de OCMW-wet. Ook kleinkinderen kunnen aangesproken worden, dit is echter niet verplicht. In het geval van echtscheiding zal bij de ex-echtgeno(o)t(e) het terug te vorderen bedrag beperkt zijn tot het bedrag van eventuele onderhoudsgeld dat door de rechter opgelegd of in onderlinge toestemming werd afgesproken en op voorwaarde dat betrokkene dit reeds maandelijks aan de ex-partner doorstort. Het OCMW hanteert hierbij de wettelijke terugvorderingsschaal die uniform is voor iedereen. Deze schaal geeft een overzicht van het bedrag dat maandelijks maximaal mag worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtige. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal personen ten laste en het netto-belastbaar inkomen van de onderhoudsplichtige en diens echtgenoot. Het OCMW kan afzien van een terugvordering bij een individuele beslissing en om redenen van billijkheid (uitdrukkelijk gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek van de onderhoudsplichtige) die in de beslissing worden vermeld.