Bijzondere regelingen Voorbeeldclausules

Bijzondere regelingen. 1. Het fonds kan op verzoek van een werkgever: a. voor de werknemers of een bepaalde groep van werknemers als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder b, van de statuten en in dienst van de werkgever, aanspraken op ouderdoms-, invaliditeits-, partner- en wezenpensioen verzekeren, welke kunnen afwijken van de in hoofdstuk I geregelde voorzieningen; b. voor de deelnemers of een bepaalde groep van deelnemers als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a of c, van de statuten en in dienst van de werkgever, aanspraak op ouderdoms-, invaliditeits-, partner- en wezenpensioen verzekeren, naast de aanspraken welke voortvloeien uit de toepassing van hoofdstuk I, een en ander tegen betaling van periodieke premies of koopsommen en op door het fonds vastgestelde overige voorwaarden. 2. Het bestuur is bevoegd, op verzoek van een deelnemer, met deze een overeenkomst te sluiten, waarbij de rechten op pensioen waarop hij volgens dit reglement recht heeft, kunnen worden verhoogd, voor zover dit mogelijk is binnen de kaders van de Pensioenwet. Het bestuur stelt de premie of de koopsom vast gehoord de actuaris en bepaalt de overige voorwaarden met betrekking tot deze overeenkomst. 3. Behoudens de bevoegdheid met de werkgever overeen te komen, dat op verzekeringen ingevolge het eerste lid, onder a, de bepalingen van dit reglement van toepassing zullen zijn, stelt het fonds, gehoord de actuaris, tarieven vast voor de bijzondere regelingen. Het fonds is bevoegd, gehoord de actuaris, deze tarieven te wijzigen. Een gewijzigd tarief is ook van toepassing op de vóór de wijziging van het tarief in gevolge dit hoofdstuk afgesloten verzekeringen doch niet eerder dan zes maanden na het tijdstip waarop het nieuwe tarief aan de belanghebbenden is medegedeeld. 4. Het fonds geeft ten behoeve van de betrokken deelnemers bewijsstukken af met betrekking tot de ingevolge dit hoofdstuk verzekerde pensioenen.
Bijzondere regelingen. De regelingen genoemd onder artikel 6.3
Bijzondere regelingen. 1. Het fonds kan op verzoek van een werkgever tegen betaling van periodieke premies of koopsommen en op door het fonds vastgestelde overige voorwaarden, voor de deelnemers of een bepaalde groep van deelnemers als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a, van de statuten en in dienst van de werkgever, aanspraak op prepensioen verzekeren, naast de aanspraken die voortvloeien uit de toepassing van hoofdstuk I. 2. Het fonds stelt, gehoord de actuaris, tarieven vast voor de bijzondere regelingen. Het fonds is bevoegd, gehoord de actuaris, deze tarieven te wijzigen. Een gewijzigd tarief is ook van toepassing op de vóór de wijziging van het tarief ingevolge dit hoofdstuk afgesloten verzekeringen, doch niet eerder dan zes maanden na het tijdstip waarop het nieuwe tarief aan de belanghebbenden is medegedeeld. 3. Het fonds geeft ten behoeve van de betrokken deelnemers bewijsstukken af met betrekking tot de ingevolge dit hoofdstuk verzekerde prepensioenen.
Bijzondere regelingen. 21.1 Medeverzekerd zijn de kosten van hak-, breek-, graafwerk e.d., indien en voor zover noodzakelijkerwijs gemaakt, uitsluitend in verband met het herstel van een schade, als onder deze polis verzekerd, aan de in artikel 18 genoemde interesten. 21.2 Medeverzekerd zijn de kosten van de directie van een werk voor toezicht, honorarium, tekeningen, bestekken, e.d. 21.3 Medeverzekerd zijn de eigendommen van de directie van een werk en van personeel van deze directie, voor zover rechtstreeks verband houdend met de uitvoering van het werk en voor zover verzekerde hiervoor aansprakelijk is krachtens het bestek, zulks tot een maximum bedrag van € 5.000,00. 21.4 Medeverzekerd zijn de kosten en uitgaven voor overwerk in verband met verlies of beschadiging als gedekt onder deze verzekering, een en ander in overleg met verzekeraar. Deze kosten zijn beperkt tot 25% van het bruto schadebedrag. 21.5 Bij diefstal en vermissing van gereedschappen, werktuigen en machines vindt vergoeding plaats op basis vervangingswaarde, onder aftrek van de volgende afschrijvingsregeling: 1e jaar na aanschaf : Geen afschrijving 2e t/m 5e jaar na aanschaf : 25% afschrijving 5e jaar en verder na aanschaf : 50% afschrijving 21.6 Met betrekking tot de in een servicewagen aanwezige gereedschappen, werktuigen en machines, is het verzekerde bedrag € 7.500,00 premier risque per gebeurtenis. 21.7 Tijdens werktijd is er dekking voor diefstal van elektronische hulpmiddelen (zoals een laptop) uit afgesloten auto’s. Smart phones, mobiele telefoons en dergelijke zijn uitgesloten van de dekking.
Bijzondere regelingen. 5.1 Met betrekking tot die schade en/of verlies of die vernietiging welke volgens de polisvoorwaarden is gedekt, zijn, voor zover niet reeds begrepen in de reparatiekosten of andere wijze van schadevergoeding, medeverzekerd: 5.1.1 de kosten van slopen, demonteren, ontmantelen, verwijderen, weer aanbrengen, opnieuw monteren of plaatsen van enig onderdeel van de verzekerde objecten, voorzover deze kosten noodzakelijkerwijze gemaakt moeten worden i.v.m. een onder de verzekering gedekt evenement; 5.1.2 de honoraria, mits redelijk vastgesteld, van architecten, inspecteurs en technische adviseurs, alsmede de kosten van toezicht welke kosten redelijkerwijze gemaakt moeten worden voor het vervangen, weder opbouwen resp. in de vroegere toestand terugbrengen van het werk; 5.1.3 de kosten van de i.v.m. bovengenoemde vervanging, wederopbouw of herstel, nieuw te maken tekeningen en bestekken, alsmede de kosten van aanbesteding; 5.1.4 de kosten van wegruimen van materialen en/of puin alsmede van het noodzakelijk slopen en/of verwijderen van enig deel van de beschadigde verzekerde objecten; 5.1.5 expresbestellingen en overwerklonen in verband met reparatie of vervanging. De onder dit artikel overeengekomen dekking geldt voor de 5 Rubrieken tezamen tot een maximum gelijk aan de definitieve eindwaarde van het verzekerde werk als omschreven in art. 6.2 per gebeurtenis (of reeks van gebeurtenissen voortvloeiende uit een en dezelfde oorzaak), als een afzonderlijke verzekering, waarop de overige voorwaarden van de polis, voor zover zij niet in strijd zijn met hetgeen in dit artikel uitdrukkelijk is overeengekomen, volledig van kracht zijn. 5.2 Indien een gedeelte van het werk of project reeds voor de aanvang van de onderhoudstermijn in gebruik wordt genomen, blijft de dekking volledig van kracht. 5.3 Overeengekomen is dat schade aan, verlies of vernietiging van de verzekerde objecten, zich openbarend na aankomst op het werk, zullen worden beschouwd als schaden die onder deze verzekering zijn gedekt (mits overigens vallend onder de dekkingsomschrijving) tenzij verzekeraars kunnen bewijzen dat de schade plaatsvond tijdens een elders verzekerd transport naar het werk, in geval verzekeraars de schade als renteloze lening zullen trachten te verhalen op verzekeraars van de elders lopende polis. Voor deze elders lopende polis is art. 23.1 niet van toepassing.
Bijzondere regelingen. A R T I K E L 4 8 A A N V U L L E N D E R E G E L I N G E N 1. Het bestuur is bevoegd op verzoek van een werkgever voor de deelnemers of een bepaalde groep van deelnemers andere pensioenen te verzekeren dan die waarop volgens dit reglement aanspraak bestaat, voor zover dit mogelijk is op grond van de Pensioenwet. Het bestuur stelt de premie of de koopsom vast, gehoord de actuaris en bepaalt de overige voorwaarden met betrekking tot deze overeenkomst. 2. Het bestuur stelt, gehoord de actuaris, een tarief vast voor de bijzondere regelingen. Het bestuur is bevoegd dit tarief te wijzigen, gehoord de actuaris, indien in de actuariële grondslagen van het fonds wijziging komt. Van een wijziging in het tarief wordt door het bestuur aan de belanghebbenden kennis gegeven, onder mededeling van het tijdstip waarop voor hen de wijziging van kracht wordt. A R T I K E L 4 9 K O R T I N G P E N S I O E N A A N S P R A K E N E N P E N S I O E N R E C H T E N 1. Het fonds kan als noodmaatregel besluiten de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen, indien overige maatregelen niet voldoende zijn. Deze situatie kan zich voordoen indien: – Uit het herstelplan blijkt dat met inzet van overige financiële sturingsmiddelen herstel binnen de wettelijke termijnen niet mogelijk is. Vermindering van aanspraken zal dan in principe gespreid over de duur van het herstelplan plaatsvinden. Alleen de korting in het eerste jaar zal onvoorwaardelijk worden toegepast. Eventuele kortingen in latere jaren zullen alleen worden toegepast indien en voor zover dit noodzakelijk blijkt bij het in dat jaar op te stellen herstelplan. – Er op vijf achtereenvolgende (jaarlijkse) meetmomenten sprake is van een dekkingstekort, en tevens de actuele dekkingsgraad op dat moment lager is dan de vereiste minimale dekkingsgraad het fonds genoodzaakt zal zijn de situatie van een dekkingstekort per direct op te heffen door het korten van de opgebouwde aanspraken en rechten. Deze korting is onvoorwaardelijk en zal ineens worden toegepast voor zover deze kleiner of gelijk is aan 5,0%. Bij een benodigde korting van hoger dan 5,0% zal deze evenredig over een zo kort mogelijke periode worden gespreid, zodanig dat de maximale jaarlijkse korting 5,0% is. Als de korting 25,0% of meer bedraagt, wordt deze over een periode van maximaal 5 jaar gespreid. Het bestuur heeft gekozen voor een hersteltermijn van 10 jaar. Het bestuur heeft de beleidsmatige ruimte om deze periode te verkorten indien dit volgens ...
Bijzondere regelingen. Artikel 7.1 Uitkering bij overlijden 19 Artikel 7.2 Pensioenen 19 Artikel 7.3 Vergoedingen 19 Artikel 7.4 WGA·Hiaat 19
Bijzondere regelingen. Met betrekking tot bepaalde groepen van werknemers kunnen partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst bijzondere regelingen treffen die geacht worden deel uit te maken van de collectieve arbeidsovereenkomst.
Bijzondere regelingen. 1. Het fonds kan op verzoek van een werkgever:
Bijzondere regelingen. A r t i k e l 28 1. De organisaties zullen een ongestoorde voortgang van het bedrijf zoveel mogelijk bevorderen en verstoringen van de arbeidsrust trachten tegen te gaan. Zij zullen tijdens de duur van deze overeenkomst geen staking toepassen. 2. Het eerste lid geldt niet wanneer werkgeefster overweegt of heeft besloten: - een fusie aan te gaan; - het bedrijf te sluiten en/of de personeelsbezetting daarvan ingrijpend te reorganiseren; en de organisaties daartegen uit het oogpunt van belang van de medewerkers zeer ernstige bezwaren hebben. De organisaties zullen evenwel een staking niet toepassen dan na overleg met werkgeefster. 3. Werkgeefster zal alleen uitsluiting toepassen als tegenmaatregel bij staking en hiertoe niet overgaan dan na overleg met de organisaties. 4. Bij staking of arbeidsonrust zullen de organisaties voor zover mogelijk er toe bijdragen dat de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het behoud van materiaal en installaties voortgang zullen vinden.