Ontslag ten gevolge van reorganisatie Voorbeeldclausules

Ontslag ten gevolge van reorganisatie. De uitgever (verkoper of verkrijger) dient bij beëindiging van de dienstbetrekking van de journalist op grond van een reorganisatie, onverminderd de bepalingen in deze cao, een opzegtermijn te hanteren van minimaal twee maanden.
Ontslag ten gevolge van reorganisatie. Duur en hoogte van de aanvulling 1. De journalist die als gevolg van een reorganisatie wordt ontslagen ontvangt over de eerste 4 maanden een aanvulling op zijn WW-uitkering* tot 95% van het laatstverdiende bruto salaris. Voor wie Aanvulling tot % laatstverdiend bruto salaris Duur aanvulling (minimaal 6 maanden) Voor wie Aanvulling tot % laatstverdiend bruto salaris Duur aanvulling (minimaal 6 maanden) 2. De journalist die na het ontslag een functie buiten het bedrijf (concern) aanvaardt met een aantoonbaar lager salaris, ontvangt van de directie gedurende de aanvullingsduur een aanvulling tot het laatst verdiende bruto salaris.
Ontslag ten gevolge van reorganisatie. 14.1 Toepassingsgebied‌ De artikelen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op werknemers met een functie die behoort tot de functiegroep Publiekstijdschrift- en Opinieweekbladjournalisten. In dit hoofdstuk wordt werknemer aangeduid als journalist en werkgever aangeduid als directie, hoofdredacteur of leidinggevende. Deze artikelen gelden in aanvulling op of, waar dat is aangegeven, in afwijking van de basisbepalingen. 14.2 Functiegebouw voor de functiegroep Publiekstijdschriftjournalisten en Opinieweekbladjournalisten‌ Het functiegebouw is een erkend functie-indelingsinstrument in de vorm van een functieniveaumatrix (Hay- methode). In de matrix zijn functieniveaugroepen 1 tot en met 5 en A tot en met C beschreven met bijbehorende referentiefuncties. C Hoofdredacteur A B Hoofdredacteur B Hoofdredacteur A A Hoofdredacteur C Adj-hoofdredacteur A Hoofdredacteur B Adj-hoofdredacteur A 5 Adj-hoofdredacteur B Chef redactie Redacteur A Hoofdredacteur C Adj-hoofdredacteur B Chef deelredactie Redacteur A Art Director A 4 Redacteur B Redacteur B Eindredacteur A Art Director B Chef Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx A 3 Redacteur C Redacteur C Eindredacteur B Vormgever B 2 Redacteur D Redacteur D Eindredacteur C Vormgever C 1 Redacteur E Redacteur E 14.3 Salarisgebouw voor de functiegroep Publiekstijdschrift- en Opinieweekbladjournalisten‌
Ontslag ten gevolge van reorganisatie. Duur en hoogte van de aanvulling 1. De journalist die als gevolg van een reorganisatie wordt ontslagen ontvangt over de eerste 4 maanden een aanvulling op zijn WW-uitkering4 tot 95% van het laatstverdiende bruto salaris. Journalist 95% van het laatst verdiende bruto salaris De eerste 4 maanden Aansluitend is de aanvulling op de WW-uitkering5 als volgt: Journalist die op de ontslag datum jonger dan 40 jaar oud en nog geen 10 jaar in dienst is – bij een fulltime salaris tot € 3.000,–: aanvulling tot 89% bruto; – bij een fulltime salaris van € 3.000,– tot € 4.000,–: aanvulling tot 87% bruto – bij een fulltime salaris van € 4.000,– en hoger: aanvulling tot 85% bruto 60% van de periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat met een minimum van 6 maanden Journalist die op de ontslag datum 40 jaar of ouder maar nog geen 50 jaar oud en nog geen 10 jaar in dienst is – bij een fulltime salaris tot € 3.000,–: aanvulling tot 89% bruto; – bij een fulltime salaris van € 3.000,– tot € 4.000,–: aanvulling tot 87% bruto – bij een fulltime salaris van € 4.000,– en hoger: aanvulling tot 85% bruto 80% van de periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat met een minimum van 6 maanden Journalist die op de ontslag datum tenminste 10 jaar in dienst of ouder dan 50 jaar is – bij een fulltime salaris tot € 3.000,–: aanvulling tot 89% bruto; – bij een fulltime salaris van € 3.000,– tot € 4.000,–: aanvulling tot 87% bruto – bij een fulltime salaris van € 4.000,– en hoger: aanvulling tot 85% bruto De gehele periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat met een minimum van 6 maanden De aanvulling op de WW-uitkering wordt verhoogd met de collectieve loonsverhogingen in deze cao. De aanvulling wordt verrekend met de wettelijke transitievergoeding, met in achtneming van het besluit van 23 april 2015, Stb. 2015, 171 (Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding). 2. De journalist die na het ontslag een functie buiten het bedrijf (concern) aanvaardt met een aantoonbaar lager salaris, ontvangt van de directie gedurende de aanvullingsduur een aanvulling tot het laatst verdiende bruto salaris.

Related to Ontslag ten gevolge van reorganisatie

  • Reorganisatie 1 Onder reorganisatie wordt het volgende verstaan: – de beëindiging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan vanwege bedrijfseconomische of andere redenen; – een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel hiervan; – een belangrijke wijziging in de organisatie van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan; – een belangrijke wijziging in de verdeling van de bevoegdheden, het aangaan, wijzigen of verbreken van duurzame samenwerking met een andere hogeschool of de invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening voor zover dit ingrijpende gevolgen heeft voor een belangrijk aantal in de hogeschool werkzame personen; – de wijziging van de plaats waar de hogeschool haar werkzaamheden uitvoert. 2 Het lokale overleg tussen CAO-partijen zal gericht zijn op het bereiken van overeenstemming over de wijze waarop omgegaan wordt met arbeidsvoorwaardelijke consequenties van de reorganisatie. Deze afspraken zullen door de werkgever worden aangemeld als cao-afspraak bij de Minister van SZW, directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (UAW). 3 Het overleg met de PMR over het voorgenomen besluit wordt gevoerd op grond van de vigerende regelgeving over de inrichting van de medezeggenschap en vanuit bestaande afspraken over vorm en inhoud.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient: a. in overleg met de Opdrachtgever gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het Werk zou kunnen ontstaan; b. de maatregelen te nemen ter voorkoming van achteruitgang van het Werk of de Werken; c. na te laten zowel hetgeen schade aan het Werk ten gevolge zou kunnen hebben, als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken. 36.2. Voorzieningen, die de Opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing noodzakelijkerwijs moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Indien echter de schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de opdracht, aan de door de Opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stilgelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging de Opdrachtnemer kan worden toegerekend, wordt de schade aan de Opdrachtnemer niet vergoed en dient Opdrachtnemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden. 36.3. Indien de schorsing langer dan één maand duurt, en de schorsing niet op grond van het vorige lid voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, kan de Opdrachtnemer een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het Werk vorderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze eigendom van de Opdrachtgever zijn geworden. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de Opdrachtgever eerst nog gekeurd. 36.4. Indien de schorsing van het gehele Werk langer duurt dan 2 maanden, en de schorsing niet op grond van lid 2 voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.5. De Opdrachtgever is te allen tijde ingeval van schorsing van het Werk bevoegd de Opdrachtnemer op te dragen het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.6. De Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Indien de opzegging niet het gevolg is van hetgeen in de tweede volzin van het tweede lid van dit artikel wordt beschreven, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.7. In de situatie als beschreven in het 4e, 5e en 6e lid van dit artikel heeft de Opdrachtnemer bij beëindiging van het Werk in onvoltooide staat recht op de Aanneemsom naar de stand van het Werk, vermeerderd met de aantoonbare onvermijdbare reeds gemaakte kosten en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten voortvloeiend uit het verval van de garantieverplichtingen. De daarbij door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever in rekening gebrachte Goederen worden eigendom van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zendt de Opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de Opdrachtgever ingevolge de opzegging verschuldigd is.

  • Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 13.1. De Verwerkersovereenkomst en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht. 13.2. Alle geschillen, welke tussen Partijen mochten ontstaan in verband met de Verwerkersovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter voor het arrondissement waarin Verwerker gevestigd is.

  • Toepasselijk recht en geschillen 1. Op alle rechtsbetrekkingen waarbij Xxxxxxxxx partij is, is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing, ook indien aan een verbintenis geheel of gedeeltelijk in het buitenland uitvoering wordt gegeven of indien de bij de rechtsbetrekking betrokken partij aldaar woonplaats heeft. De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag wordt uitgesloten. 2. De rechter in de vestigingsplaats van Gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft. Niettemin heeft Xxxxxxxxx het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 3. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten.