Opzegging bij onvoldoende inzet Voorbeeldclausules

Opzegging bij onvoldoende inzet. Lid 1 Als de Jeugdhulpaanbieder in een periode van twaalf kalendermaanden na het sluiten van de overeenkomst niet voldoende inzet pleegt op basis van [een objectiveerbare norm zoals totale omzet of aantal jeugdigen in zorg], dan kan de Gemeente de overeenkomst opzeggen. Lid 2 De Gemeente ziet onder andere af van opzegging volgens lid 1 als: - het aanbod van Jeugdhulpaanbieder aantoonbaar jeugdhulp betreft waarvoor een tekort bestaat om de volledige ondersteunings- en/of hulpvraag af te dekken binnen de Gemeente; of - als het aanbod aantoonbaar uniek is en daarmee geen deel meer zou uitmaken van het gecontracteerde aanbod; of - als de Jeugdhulpaanbieder binnen de periode van twaalf kalendermaanden een gemiddelde klanttevredenheidsscore realiseert van 8.5 of hoger.
Opzegging bij onvoldoende inzet. 1. Wanneer de Jeugdhulpaanbieder voor een duur van tenminste twaalf kalendermaanden na toelating tot de Open House Overeenkomst geen Toewijzingsbericht (301-bericht) heeft ontvangen voor de levering van een specifiek product, kan de Overeenkomst met de Jeugdhulpaanbieder gedeeltelijk worden opgezegd (voor zover het de levering van dat product betreft); wanneer de Jeugdhulpaanbieder voor geen van de Producten, Pakketten en Trajecten zoals opgenomen in Bijlage 2 een Toewijzingsbericht heeft ontvangen, kan de gehele Overeenkomst worden opgezegd. 2. De Gemeenten zien onder andere af van opzegging volgens lid 1 als: • het aanbod van Jeugdhulpaanbieder aantoonbaar jeugdhulp betreft waarvoor een tekort bestaat om de volledige ondersteunings- en/of hulpvraag af te dekken binnen de Gemeenten; of • als het aanbod aantoonbaar uniek is en daarmee geen deel meer zou uitmaken van het gecontracteerde aanbod. 1. De Jeugdhulpaanbieder houdt bij aanvang van de opdracht rekening met de doorgaande hulpverlening (zorgcontinuïteit) vanaf het 18e levensjaar van de jeugdige. In dat kader neemt de Jeugdhulpaanbieder, voor zover noodzakelijk en voor zover de jeugdige de leeftijd van 16,5 jaar heeft bereikt, het initiatief en voert hij de regie tot het in samenspraak met de jeugdige opstellen van een initiatiefplan, waarin ten aanzien van de verschillende leefgebieden: zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën, voor zover noodzakelijk integraal beschreven staat wat de stand van zaken is en aan welke doelen de jeugdige nog wil/gaat werken en welke partijen betrokken zijn bij het realiseren van deze doelen. De Jeugdhulpaanbieder draagt zo bij aan een ‘warme’ overdracht naar de opvolgende (zorg)aanbieder(s). 2. De Jeugdhulpaanbieder organiseert ook voor het 18e levensjaar waar mogelijk, en voor zover dit in het kader van de jeugdhulpverlening van de Jeugdhulpaanbieder kan worden verwacht in het kader van goed hulpverlenerschap, de gelijktijdige inzet van voorzieningen buiten de Jeugdwet, mits die andere partijen, voor zover deze daarvoor verantwoordelijk zijn, de voorwaarden organiseren waaronder dit voor Jeugdhulpaanbieder mogelijk is. 3. De Jeugdhulpaanbieder betrekt in het geval van verlengde jeugdhulp, niet zijnde verlengde pleegzorg, de door de Jeugdwet aangewezen verwijzers om te beoordelen wat de juiste opvolgende voorzieningen inhouden. Onder verlengde jeugdhulp wordt verstaan die zorg of ondersteuning van een jeugdige die de leeftijd van 18 jaar maar nog niet ...
Opzegging bij onvoldoende inzet. 1. Als de jeugdzorgaanbieder in een periode van twaalf kalendermaanden na het sluiten van de Overeenkomst niet voldoende inzet pleegt op basis van een nader te bepalen objectiveerbare norm zoals totale omzet, dan kan Holland Rijnland de overeenkomst opzeggen. 2. Lid 1 heeft geen werking voor de duur van de periode dat de norm genoemd in lid 1 niet is Bepaald conform de werkwijze in Artikel 9: Wijziging overeenkomst door partijen gezamenlijk. 3. Als de norm in lid 1 is vastgesteld, dan kan Holland Rijnland alsnog afzien van opzegging conform lid 1 als: − het aanbod van jeugdzorgaanbieder aantoonbaar diensten betreft waarvoor een tekort bestaat om de volledige ondersteunings- en/of hulpvraag af te dekken binnen één of meer gemeenten; of − als het aanbod aantoonbaar uniek is en daarmee geen deel meer zou uitmaken van het gecontracteerde aanbod; of − als de jeugdzorgaanbieder binnen de periode van twaalf kalendermaanden een gemiddelde klanttevredenheidsscore realiseert van 8.5 of hoger; of − als de jeugdzorgaanbieder niet aan de vastgestelde norm kan voldoen door verplichtingen op basis van deze overeenkomst, zoals de maximale bestedingsruimte.
Opzegging bij onvoldoende inzet. De basis van artikel C is artikel 7 lid 3 van de huidige Open House Overeenkomst. Lid 2 is een aanvulling daarop. De inhoud spreekt voor zich.
Opzegging bij onvoldoende inzet. 1. Als de jeugdzorgaanbieder in een periode van twaalf kalendermaanden na het sluiten van de Overeenkomst niet voldoende inzet pleegt op basis van een nader te bepalen objectiveerbare norm zoals totale omzet, dan kan Holland Rijnland de overeenkomst opzeggen. 2. Lid 1 heeft geen werking voor de duur van de periode dat de norm genoemd in lid 1 niet is

Related to Opzegging bij onvoldoende inzet

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon. 5.1.2 Bij succesvolle re-integratie in het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer met terugwerkende kracht over de periode dat de werknemer inspanning heeft verricht voor de re-integratie een aanvulling in het tweede ziektejaar van 20 procent van het laatstverdiende brutoloon. Er is sprake van een succesvolle re-integratie als de werknemer twee maanden gere-integreerd is tegen minimaal 50 procent van het brutoloon. De peildatum voor de bepaling van de hoogte van het brutoloon is de laatste dag van het eerste ziektejaar. 5.1.3 Als het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer te re-integreren of het re-integratieverslag niet tijdig heeft ingediend, kan de loondoorbetalingsverplichting worden verlengd met maximaal een jaar. Gedurende deze verlengde periode vult de werkgever het wettelijk verplichte brutoloon van 70 procent uit artikel 7:629 BW aan tot 100 procent van het brutoloon. 5.1.4 De werkgever kan het doorbetalen van brutoloon bij ziekte opschorten, zolang de werknemer de controlevoorschriften van de werkgever en/of arbodienst niet of onvoldoende naleeft of onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie of weigert passende arbeid te verrichten. 5.1.5 Als het UWV instemt met een gezamenlijk verzoek van de werkgever en werknemer om de wachttijd voor de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) te verlengen, zal de werkgever 100 procent van het brutoloon van de werknemer doorbetalen voor een periode van maximaal vier maanden.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient: a. in overleg met de Opdrachtgever gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het Werk zou kunnen ontstaan; b. de maatregelen te nemen ter voorkoming van achteruitgang van het Werk of de Werken; c. na te laten zowel hetgeen schade aan het Werk ten gevolge zou kunnen hebben, als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken. 36.2. Voorzieningen, die de Opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing noodzakelijkerwijs moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Indien echter de schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de opdracht, aan de door de Opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stilgelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging de Opdrachtnemer kan worden toegerekend, wordt de schade aan de Opdrachtnemer niet vergoed en dient Opdrachtnemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden. 36.3. Indien de schorsing langer dan één maand duurt, en de schorsing niet op grond van het vorige lid voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, kan de Opdrachtnemer een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het Werk vorderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze eigendom van de Opdrachtgever zijn geworden. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de Opdrachtgever eerst nog gekeurd. 36.4. Indien de schorsing van het gehele Werk langer duurt dan 2 maanden, en de schorsing niet op grond van lid 2 voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.5. De Opdrachtgever is te allen tijde ingeval van schorsing van het Werk bevoegd de Opdrachtnemer op te dragen het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.6. De Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Indien de opzegging niet het gevolg is van hetgeen in de tweede volzin van het tweede lid van dit artikel wordt beschreven, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.7. In de situatie als beschreven in het 4e, 5e en 6e lid van dit artikel heeft de Opdrachtnemer bij beëindiging van het Werk in onvoltooide staat recht op de Aanneemsom naar de stand van het Werk, vermeerderd met de aantoonbare onvermijdbare reeds gemaakte kosten en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten voortvloeiend uit het verval van de garantieverplichtingen. De daarbij door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever in rekening gebrachte Goederen worden eigendom van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zendt de Opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de Opdrachtgever ingevolge de opzegging verschuldigd is.

  • Passen we de premie aan bij wijzigingen in uw medewerkersbestand? We passen uw premie aan als de verzekerde loonsom binnen uw verzekering wijzigt. Dit kan gebeuren doordat: - nieuwe medewerkers bij u in dienst treden; - medewerkers uit dienst treden; - het salaris van een of meer verzekerden verandert. We berekenen voor deze aanpassing een wijziging in de premie. Deze brengen we in rekening bij uw eerstvolgende naverrekeningstermijn. Welke naverrekeningstermijn we met u hebben afgesproken staat op uw polisblad. Deze premiewijziging geeft u niet het recht om de verzekering te beëindigen. Het premiepercentage passen we niet aan door deze wijzigingen in het medewerkersbestand. Wijzigt het medewerkersbestand door (gedeeltelijke) overname van een ander bedrijf, fusie, splitsing van uw bedrijf of doordat u een deel van uw bedrijf verkoopt? Dan passen we het premiepercentage wel aan. U krijgt dan een offerte van ons. Gaat u niet akkoord met de wijziging van uw premiepercentage? Dan willen we deze mededeling binnen een maand, nadat we u geïnformeerd hebben over de wijziging, van u hebben ontvangen. De verzekering eindigt dan op de datum waarop uw risico gewijzigd is.

  • Wat zijn de gevolgen als u een wijziging in uw medewerkersbestand niet of te laat doorgeeft? We willen uw melding van een nieuwe medewerker binnen een maand ontvangen. Ontvangen we uw melding niet of te laat, dan is deze medewerker niet verzekerd. Dat betekent dat u een eventuele aanvulling die we aan deze medewerker verlenen, aan ons moet terugbetalen. We verlenen deze aanvulling alleen als we daartoe verplicht zijn op grond van de Pensioenwet. Ontvangen we uw melding van een nieuwe medewerker na een maand of later alsnog? Dan nemen we hem in de module op vanaf de datum dat hij in dienst is getreden, of – als dat later is – vanaf de ingangsdatum van de module. Vanaf die datum bent u ook premie verschuldigd voor deze medewerker. De dekking van de module gaat echter pas in op het moment dat hij is aangemeld.

  • Onuitvoerbaarheid van de opdracht 8.1. Opdrachtnemer heeft het recht de nakoming van zijn verplichtingen op te schorten, als hij door omstandigheden die bij het sluiten van de overeenkomst niet te verwachten waren en die buiten zijn invloedssfeer liggen, tijdelijk is verhinderd zijn verplichtingen na te komen. 8.2. Onder omstandigheden die niet door opdrachtnemer te verwachten waren en die buiten zijn invloedssfeer liggen, worden onder andere verstaan de omstandigheid dat leveranciers en/of onderaannemers van opdrachtnemer niet of niet tijdig voldoen aan hun verplichtingen, het weer, aardbevingen, brand, verlies of diefstal van gereedschappen, het verloren gaan van te verwerken materialen, wegblokkades, stakingen of werkonderbrekingen en import- of handelsbeperkingen. 8.3. Opdrachtnemer is niet meer bevoegd tot opschorting als de tijdelijke onmogelijkheid tot nakoming meer dan zes maanden heeft geduurd. De overeenkomst kan pas na afloop van deze termijn en wel uitsluitend voor dat deel van de verplichtingen dat nog niet is nagekomen worden ontbonden. Partijen hebben in dat geval geen recht op vergoeding van de als gevolg van de ontbinding geleden of te lijden schade.

  • Het in werking treden van de vergunning Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

  • Verplichtingen van de ondernemer bij herroeping 1. Als de ondernemer de melding van herroeping door de consument op elektronische wijze mogelijk maakt, stuurt hij na ontvangst van deze melding onverwijld een ontvangstbevestiging. 2. De ondernemer vergoedt alle betalingen van de consument, inclusief eventuele leveringskosten door de ondernemer in rekening gebracht voor het geretourneerde product, onverwijld doch binnen 14 dagen volgend op de dag waarop de consument hem de herroeping meldt. Tenzij de ondernemer aanbiedt het product zelf af te halen, mag hij wachten met terugbetalen tot hij het product heeft ontvangen of tot de consument aantoont dat hij het product heeft teruggezonden, naar gelang welk tijdstip eerder valt. 3. De ondernemer gebruikt voor terugbetaling hetzelfde betaalmiddel dat de consument heeft gebruikt, tenzij de consument instemt met een andere methode. De terugbetaling is kosteloos voor de consument. 4. Als de consument heeft gekozen voor een duurdere methode van levering dan de goedkoopste standaardlevering, hoeft de ondernemer de bijkomende kosten voor de duurdere methode niet terug te betalen.

  • WAT VERKLAART U BIJ HET AFSLUITEN VAN UW VERZEKERING? Onze verzekeringen zijn gesloten op de hiernavolgende voorwaarden die gelden voor u en de medeverzekerden op deze verzekering. Klopt de informatie uit 8.1 en 8.2 niet, of niet helemaal en heeft u dit onjuist of niet op het aanvraagformulier aangegeven, dan moet u ons dat binnen 14 dagen na ontvangst van uw polisblad laten weten. Ontdekken wij achteraf dat uw informatie niet klopt, dan kan dat betekenen dat u of een medeverzekerde geen recht heeft op schadevergoeding. Als u of een medeverzekerde ons met opzet heeft misleid, hebben wij het recht de verzekering te beëindigen. 8.1 In de laatste 8 jaar voor het sluiten van deze verzekering: 8.2 In de laatste 8 jaar voor het sluiten van deze verzekering bent u ook niet in aanraking geweest met politie of justitie als verdachte of voor het uitvoeren van een opgelegde strafmaatregel, voor:

  • OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER U heeft het recht de verzekering schriftelijk te beëin- digen: 1 per de einddatum van de contractperiode, met een opzegtermijn van 2 maanden; 2 als u opzegt volgens artikel 7 van deze voorwaar- den (aanpassing van premie en/of voorwaarden); 3 binnen 2 maanden nadat de maatschappij tegen- over u een beroep op niet-nakoming van de mede- delingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief; 4 vanaf de dag dat u uw woonadres niet langer in Nederland heeft; 5 na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk binnen 1 maand na de afwikkeling van de schade plaatsvindt, met een opzegtermijn van 2 maanden; 6 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aan- eengesloten in het buitenland zal worden gebruikt; 7 vanaf de dag dat u of uw nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijke macht hierover verliezen;

  • Regeling bij vakantie en calamiteiten Patiënten kunnen tijdens mijn afwezigheid gedurende vakantie en ziekte terecht bij