Opzeggingstermijnen Voorbeeldclausules

Opzeggingstermijnen. De opzegging heeft uitwerking na het verstrijken van een termijn van ten minste 1 maand, te rekenen van de dag volgend op de betekening, de datum van het ontvangstbewijs of de dag die volgt op de afgifte ter post van het aangetekend schrijven behalve:
Opzeggingstermijnen. Op het statutair personeel gelden de bepalingen van de rechtspositieregeling. Op het contractueel personeel zijn de opzeggingstermijnen vermeld in de wet op de arbeidsovereenkomsten (wet 3 juli 1978) van toepassing.
Opzeggingstermijnen. De werkgever en de werknemer kunnen op elk ogenblik een einde maken aan de arbeidsovereenkomst. De beëindiging gebeurt volgens de modaliteiten bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen van 26 december 2013 zowel bij gewoon ontslag als bij ontslag wegens dringende redenen. Tijdens de opzegperiode mag het personeelslid, met behoud van wedde, afwezig zijn om een andere betrekking te zoeken, volgens de bepalingen van bovenvermelde wetgeving van het eenheidsstatuut. Voor personeelsleden die deeltijds werken is dit pro rata van de tewerkstellingsbreuk. De tekortkomingen van het niet-statutair personeel met betrekking tot de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en van dit reglement, voor zover zij niet beschouwd worden als een reden voor ontslag om dringende reden, kunnen bestraft worden. Het personeelslid heeft het recht gehoord te worden conform art. 22 van dit reglement. Uiterlijk binnen de termijn van 60 kalenderdagen (behoudens bij dringende redenen), te rekenen vanaf de dag volgend op deze waarop de tekortkoming van het personeelslid ter kennis werd gebracht van de aanstellende overheid , dient deze over de sanctie te beslissen. De sanctie wordt uiterlijk de vijftiende kalenderdag na de dag van de beslissing meegedeeld aan te personeelslid. De mededeling gebeurt tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende brief.
Opzeggingstermijnen. De duur van de opzegtermijnen en/of de nadere regelen voor het bepalen van de opzegtermijnen zijn vastgesteld: - wat het contractuele personeel betreft: door de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals deze zal worden gewijzigd; door de wet van 20.07.1991 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals deze zal worden gewijzigd; door de wet van 24.12.1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals deze zal worden gewijzigd; - wat het statutaire personeel betreft: door de delen III en XI van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd; - in de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen, zoals die al worden gewijzigd.
Opzeggingstermijnen. Dit zijn de termijnen, die zowel de werknemer als de werkgever in acht moeten nemen bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, tenzij er sprake is van de situaties onder a. of b. of bij beëindiging tijdens de proeftijd. De opzeggingstermijnen staan vermeld in artikel 6 van de CAO.
Opzeggingstermijnen. Opzegtermijnen vóór 1 januari 2014: tabel 1 Algemeen regime SWT4 Anciënniteit werkgever werknemer werkgever < 6 maanden 28 d. 3 d. 7 d. 6 maanden – 5 jaar 42 d. 14 d. 28 d. 5 – 10 jaar 49 d. 14 d. 42 d. 10 – 15 jaar 77 d. 21 d. 56 d. 15 – 20 jaar 112 d. 28 d. 84 d. 20 – 25 jaar 133 d. 28 d. 112 d. 25 jaar en meer 168 d. 35 d. 112 d.
Opzeggingstermijnen. Wanneer de opzegging uitgaat van de werkgever, wordt de opzeggingstermijn vastgesteld conform de termijnen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de opzeggingstermijnen van werklieden. Het betreft volgende termijnen :
Opzeggingstermijnen. Op het statutair personeel gelden de bepalingen van de rechtspositieregeling. Op het contractueel personeel zijn de opzeggingstermijnen vermeld in de wet op de arbeidsovereenkomsten (wet 3 juli 1978) van toepassing. Bij uitdiensttreding zullen de badges voor gebruik van de tikklok, gebruikte materialen, sleutels en werkkledij op de laatste werkdag aan het bestuur worden teruggegeven.
Opzeggingstermijnen. Sinds 1 januari 2014 is er een nieuwe regeling voor de opzegtermijnen. Hiermee is een belangrijke stap gezet in het wegwerken van de discriminaties tussen arbeiders en bedienden. Die nieuwe regeling is ingewikkeld. Advies: in geval van ontslag, neem steeds contact op met je vakbondsafgevaardigde of met je vakbondsafdeling. Xxx dit ook wanneer je zelf ontslag wil nemen.
Opzeggingstermijnen. A.Werknemers van onbepaalde duur De eerste 2 jaar: anciënniteit berekend in trimesters Anciënniteit Duur opzeg Van het 3e tot aan het einde van het 4e jaar: de anciënniteit wordt berekend in jaren. Anciënniteit Duur opzeg Van 5 jaar anciënniteit tot 20 jaar: + 3 weken per jaar anciënniteit met een maximum van 62 weken voor 20 jaar. Anciënniteit Duur opzeg Xxxx dan 20 jaar: + 1 week per jaar anciënniteit zonder maximumgrens. Anciënniteit Duur opzeg De eerste 2 jaar: anciënniteit berekend in trimesters Anciënniteit Duur opzeg Van het 3e tot aan het einde van het 4e jaar: de anciënniteit wordt berekend in jaren. Anciënniteit Duur opzeg Van 5 jaar anciënniteit tot 20 jaar: + met een maximum van 13 weken voor 20 jaar Anciënniteit Duur opzeg Meer dan 20 jaar: maximumgrens van 13 weken Anciënniteit Duur opzeg Anciënniteit Duur tegenopzeg