Ouderdoms- en nabestaandenpensioen Voorbeeldclausules

Ouderdoms- en nabestaandenpensioen. In het bedrijf van de werkgever bestaat een pensioenregeling. Deelneming door de werknemer is verplicht op grondslag van de toetredingsvoorwaarden, zoals opgenomen in het pensioenreglement. Wijzigingen in de pensioenregeling zullen pas door de werkgever worden ingevuld en vastgesteld nadat dezein onderling overleg daarover overeenstemming heeft bereikt met de werknemersorganisaties. De regeling kent een mogelijkheid om eerder uit te treden.
Ouderdoms- en nabestaandenpensioen a. Een medewerker verwerft pensioenrechten volgens de bepalingen van het Duyvis middelloon pensioenreglement van ‘Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland’. Ditreglement is onderdeel van deze CAO. - De pensioenregeling per 1 januari 2020 hanteert pensioenrichtleeftijd 68 jaar engaat uit van een opbouwpercentage van 1,875% per jaar. - De franchise in 2020 is € 14.167 en wordt jaarlijks per 1 januari aangepast metde procentuele wijziging van de AOW-bedragen. b. De werkgever houdt een deelnemersbijdrage in op het salaris van een medewerker die onder het Pensioenreglement valt. De deelnemersbijdrage is 8% van de pensioen-grondslag. c. In verband met de wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2020 geldter een compensatieregeling voor de (gesloten groep) medewerkers die per 31 december 2019 reeds deelnamen aan de Duyvis middelloonregeling. Deze compen-satieregeling bestaat uit drie onderdelen: - Indexatiebudget: werkgever stelt een indexatiebudget beschikbaar van 3,6% van de (pensioengevende) salarissom van de medewerkers die per 31-12-2019in dienst zijn (en deelnemen in de middelloon pensioenregeling) en in het betreffende jaar nog in dienst zijn. Dit budget geldt vanaf 2020 voor een periodevan 10 jaar (indexatie per 1-1-2020 tot en met 1-1-2029). Uit dit budget wordt jaarlijks indexatie voor deze medewerkers ingekocht. Deze indexatie geldt voor alle bij het fonds tot en met 2019 opgebouwde pensioenaanspraken van de op dat moment actieve deelnemers uit de gesloten groep medewerkers die per 31-12-2019 in dienst waren en deelnamen aan de middelloon pensioenregeling.Indien in enig jaar de indexatie om fiscale redenen niet volledig verleend kan worden zal het budget door worden geschoven naar een volgend jaar. Mocht om bijvoorbeeld fiscale of uitvoeringstechnische redenen de indexatie niet meer ingekocht kunnen worden dan gaan op dat moment werkgever en medewerkers- vertegenwoordiging in overleg over hoe het vastgestelde budget zo efficiënt en eerlijk mogelijk aangewend kan worden voor het doel waarvoor het bedoeld is - Cash compensatie: de medewerkers (groep per 31-12-2019 in dienst en deelnemer aan middelloonregeling) ontvangen een cash compensatie van € 80 * het aantal Duyvis dienstjaren (tot 1-1-2020), bruto per jaar. Deze compensatie geldt voor een periode van 10 jaar (2020 tot en met 2029), of eerdere uitdienst- treding/pensionering. Eventuele dienstjaren uit waardeoverdracht tellen ook mee. De compensatie wordt niet gecorrigeerd voor parttimers. De ...
Ouderdoms- en nabestaandenpensioen. 1.1 Een medewerker verwerft pensioenrechten volgens de bepalingen van pensioenreglement A (Ouderdoms- en Nabestaandenpensioen) van de ‘Stichting Pensioenfonds Xxxx Xxx Nederland’ (PSLN). Dit reglement is onderdeel van deze CAO. 1.2 Het jaarinkomen waarover geen deelnemersbijdrage betaald hoeft te worden, wordt ieder jaar per 1 januari aangepast met de collectieve (structurele) inkomensontwikkeling over de periode 2 januari van het voorafgaande jaar tot en met 1 januari van het betreffende jaar. Voor deelnemers geldt een eigen bijdrage van: - 4% vanaf januari 2010 over het inkomensdeel tussen € 52.644,- en € 64.500,-. Over het jaarinkomen boven € 64.500,-.is de eigen bijdrage per dezelfde datum 5%; - 4% vanaf januari 2011 over het inkomensdeel tussen € 53.513,- en € 65.564,-. Over het jaarinkomen boven € 65.564,-.is de eigen bijdrage per dezelfde datum 5%. 1.3 Met het jaarinkomen uit punt 1.2 wordt bedoeld: het schaalsalaris per 1 januari op jaarbasis plus de vakantie- en eindejaarsuitkering, gebaseerd op de geldende percentages per 1 januari. Voor medewerkers in de ploegendienst wordt ook pensioen opgebouwd over de ploegentoeslag.
Ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Het ouderdoms- en nabestaandenpensioen is in de vorm van een ouderdoms- en nabestaandenpensioenovereenkomst tussen medewerker en werkgever door de werkgever collectief geregeld via SPAN. (link naar P-reglement) Deze ouderdoms- en nabestaandenpensioenovereenkomst is een zogenaamde Collectieve Defined Contribution-regeling (CDC-regeling) en heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst. Uitkeringsovereenkomst wil zeggen dat sprake is van een vastgelegde ouderdoms- en nabestaandenpensioenuitkering, waarbij de hoogte van het uit te keren pensioen wordt vastgesteld tijdens het deelnemerschap en afhankelijk is van de duur van het deelnemerschap en de tijdens het deelnemerschap van toepassing zijnde pensioengevende salarissen24 In dit artikel wordt volstaan met de afspraken zoals deze tussen werkgever en de vakbonden zijn overeengekomen voor de periode van 1 januari 2015 t/m 31 december 2019. De volledige Ouderdoms- en nabestaandenpensioenovereenkomst is te lezen in het Pensioenreglement 2015 (link).

Related to Ouderdoms- en nabestaandenpensioen

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof art. 69 Ouderschapsverlof

  • Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken

  • Belangrijke gegevens doorsturen U moet alle brieven en andere documenten die u ontvangt en die met de schade te maken hebben onbeantwoord naar ons doorsturen. Medewerking verlenen

  • Beschikbaarheid en onderhoud 6.1 Onverminderd het bepaalde in de sla, geldt het volgende voor wat betreft de beschikbaarheid van de dienst en eventuele onderbrekingen. 6.2 Leverancier neemt technische en organisatorische maatregelen om er voor te zorgen dat de dienst beschikbaar zal zijn. Leverancier kan echter niet garanderen dat deze genomen maatregelen te allen tijde doeltreffend zullen zijn. 6.3 Opdrachtgever is er zich van bewust dat de dienst afhankelijk is van een stabiele internetverbinding op de locatie waar opdrachtgever gebruik maakt van de dienst. Leverancier kan geen invloed uitoefenen op de internetverbinding, netwerk, apparatuur of alle andere diensten/apparaten die niet geleverd zijn door Leverancier. 6.4 In aanvulling op het vorige lid kan Leverancier ondersteuning leveren op de werking van de dienst en de daaraan gerelateerde diensten van derden. Leverancier is echter afhankelijk van de medewerking van opdrachtgever. De garanties zoals gegeven in de sla kunnen enkel worden gehaald in het geval dat opdrachtgever haar volledige en tijdige medewerking verleent. 6.5 Leverancier heeft het recht om haar dienst, bijbehorende websites of gedeelten daarvan tijdelijk buiten gebruik te stellen ten behoeve van onderhoud, aanpassing of verbetering daarvan, en of onderhoud, aanpassing of verbetering van de bijbehorende programmatuur of andere faciliteiten. Leverancier spant zich in dergelijke buitenge bruikstellingen zoveel mogelijk buiten kantooruren te laten plaatsvinden en opdrachtgever tijdig op de hoogte te stellen van de geplande buitengebruikstelling. In het geval dat Leverancier van mening is dat een buitengebruik stelling van de dienst – al dan niet tijdens kantooruren – noodzakelijk is voor de goede werking van de dienst, is zij gerechtigd de dienst per direct buiten gebruik te stellen zonder voorafgaande kennisgeving aan opdrachtgever. Leverancier is echter nooit gehouden tot enige vergoeding van schade in verband met zodanige buitengebruikstelling.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Onderwerp van deze Verwerkersovereenkomst 3.1 Verwerker verwerkt de door of via Verwerkingsverantwoordelijke ter beschikking gestelde Persoonsgegevens uitsluitend in opdracht van Verwerkingsverantwoordelijke voor de uitvoering van de Hoofdovereenkomst en uitsluitend overeenkomstig schriftelijke instructies van Verwerkingsverantwoordelijke, tenzij een op Verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke wettelijke bepaling hem tot verwerking verplicht. In dat geval zal Verwerker Verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, daarvan zonder onredelijke vertraging in kennis stellen, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt. 3.2 De door Verwerker uit te voeren verwerkingen staan beschreven in tabel 1 van Bijlage 1.

  • Belangrijke begrippen Een volmacht is een verklaring waarin u een ander (Florius) de bevoegdheid geeft om bepaalde handeling(en) namens u te doen. Florius wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met Florius af, dat het bedrag dat u op uw beleggings- of effectenrekening opbouwt aan Florius wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als Florius het bedrag ontvangt, gebruikt Florius het bedrag van uw beleggings- of effectenrekening om uw BeleggersKeuze Hypotheek terug te betalen.