Spaarloonregeling. Vervallen
Spaarloonregeling. 1. De werkgever is verplicht op verzoek van zijn werknemer(s) de noodzakelijke administratieve handelingen te verrichten ten behoeve van de spaarloonregeling van zijn werknemers. De spaarloonregeling dient te voldoen aan de voorwaarden als opgenomen in de ”Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen”, gepubliceerd in de Staatscourant van 13 december 1993, nr. 241, zoals deze nadien gewijzigd is. De Spaarloonregeling van de werknemer houdt voor de werkgever slechts een administratieve en per saldo geen financiële verplichting in.
2. De werknemer is gerechtigd aan de spaarloonregeling deel te nemen voor een door hem te bepalen spaarbedrag.
3. Bij deelname aan een Levensloopregeling is deelname aan een spaarloonregeling niet mogelijk.
Spaarloonregeling. De werkgever draagt zorg voor de invoering van een spaarloonregeling binnen de instelling indien de ondernemingsraad daar om verzoekt.
Spaarloonregeling. Bedrijven dienen een spaarloonregeling in te stellen waar alle werknemers aan deel kunnen nemen.
Spaarloonregeling. De werkgever biedt de werknemer aan deel te kunnen nemen aan een spaarloonregeling.
Spaarloonregeling. De werkgever kan regels stellen volgens welke de werknemer kan deelnemen aan een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964. In dit verband wordt verwezen naar de Spaarloonregeling, bijlage 10.
Spaarloonregeling. De uitzendonderneming zal aan uitzendkrachten die werkzaam zijn in fase B en C de mogelijkheid bieden deel te nemen aan een spaarloonregeling op ondernemingsniveau, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van de terzake bestaande fiscale faciliteiten.
Spaarloonregeling. 1. De werknemer kan deelnemen aan een spaarloonregeling. De werknemer die aan de spaarloonregeling deelneemt kan van een bruto inkomensbestanddeel tot het wettelijk vastgestelde maximum per jaar premie- en belastingvrij sparen.
2. De voorwaarden voor deelname aan de spaarloonregeling en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn neergelegd in een reglement dat aan iedere werknemer zal worden verstrekt.
Spaarloonregeling. 1. De werknemer kan na het verstrijken van de proeftijd deelnemen aan een spaarloonregeling (sparen uit het (onbelaste) brutoloon) overeenkomstig het bepaalde in de desbetreffende regeling. NB) Verderop in deze band vindt u onder 'Bedrijfssparen' de hoofdpunten uit deze regeling, de volledige tekst ligt ter inzage bij de afdeling HRM.
2. Deelname is mogelijk tot het wettelijke maximum-spaarbedrag;
3. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad nadere regelen vaststellen ter uitvoering van de spaarloonregeling.
4. Wanneer door de verzelfstandiging van het ABP of door het verzekeren van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bij een bedrijfsvereniging nadelige effecten ontstaan op de hoogte van sociale verzekeringsuitkeringen van deelnemers aan de spaarloonregeling, zullen partijen zoeken naar mogelijkheden om deze nadelige effecten te voorkomen.
Spaarloonregeling. De werkgever is verplicht voor de werknemers een spaarloonregeling open te stellen en werknemers die hieraan willen deelnemen toe te laten.