Overgangscompensatie Voorbeeldclausules

Overgangscompensatie. De medewerker ontvangt een overgangscompensatie indien blijkt dat de waarde van de navolgende regelingen overeenkomstig de cao en de personeelsregelingen (het arbeidsvoorwaardenpakket 1) lager is dan de waarde van die regelingen overeenkomstig de voor de medewerker vóór 1 januari 2004 geldende cao en personeelsregelingen (het arbeidsvoorwaardenpakket 2). Het betreft hier de volgende regelingen: de vakantie (inclusief Goede Vrijdag), de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer, de vaste kostenvergoeding en de stand-by vergoeding. Deze overgangscompensatie wordt als volgt berekend: • per medewerker wordt de waarde van zijn arbeidsvoorwaardenpakket 1 en zijn arbeidsvoorwaardenpakket 2 gewaardeerd. Hierbij wordt uitgegaan van de waarde van de beide arbeidsvoorwaardenpakketten op 31 december 2003; • indien het arbeidsvoorwaardenpakket 2 een meerwaarde heeft, wordt deze meerwaarde in de vorm van een persoonlijke toeslag maandelijks uitbetaald. De toeslag is een bruto bedrag. Dit wordt de overgangscompensatie genoemd. Deze overgangscompensatie is een vast bedrag dat eenmalig (op 31 december 2003) door de werkgever wordt vastgesteld. Dit bedrag is niet pensioengevend en wordt niet geïndexeerd. Deze overgangscompensatie kan komen te vervallen bij veranderende omstandigheden. Zo kan de werkgever de overgangscompensatie herzien ingeval deze tot een onevenredig voordeel of nadeel leidt voor de medewerker.
Overgangscompensatie. Voor een aantal arbeidsvoorwaarden geldt dat invoering van de Achmea-voorwaarden de medewerkers individueel zowel voor- als nadelen kunnen opleveren. Deze worden opgenomen in een overgangscompensatie conform artikel 13.3 van de Achmea-cao. In afwijking van het bepaalde in artikel 13.3.1 van de Achmea-cao worden voor het bepalen van de hoogte van de overgangscompensatie de volgende elementen in de overgangscompensatie opgenomen: • vakantie-uren*; • meer/minder atv-uren; • vaste kostenvergoeding; • reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. * Voor zover volgens de oude regeling het recht wordt bepaald door de leeftijd van de medewerker, geldt voor de bepaling van de waarde van het oude recht op het moment van overgang de leeftijd die de medewerker in het kalenderjaar 2005 bereikt. 4.1 De medewerker ontvangt een overgangscompensatie indien blijkt dat de waarde van de hiervoor beschreven regelingen overeenkomstig de Achmea-cao en de personeelsregelingen (het arbeidsvoorwaardenpakket 1) lager is dan de waarde van die regelingen overeenkomstig de voor de medewerker vóór 1 januari 2005 geldende cao en personeels-regelingen (het arbeidsvoorwaardenpakket 2). Deze overgangscompensatie wordt als volgt berekend: • per medewerker wordt de waarde van zijn arbeidsvoorwaardenpakket 1 en zijn arbeids- voorwaardenpakket 2 gewaardeerd. Hierbij wordt uitgegaan van de waarde van de beide arbeidsvoorwaardenpakketten op 31 december 2004; • indien het arbeidsvoorwaardenpakket 2 een meerwaarde heeft, wordt deze meerwaarde uitbetaald in de vorm van een toeslag op het salaris. De toeslag is een bruto bedrag. Dit wordt de overgangscompensatie genoemd. Deze overgangscompensatie is een vast bedrag dat eenmalig (op 31 december 2004) door de werkgever wordt vastgesteld. Dit bedrag is niet pensioengevend en wordt niet geïndexeerd. 4.2 Deze overgangscompensatie kan worden herzien of komen te vervallen bij veranderende omstandigheden. Zo kan de werkgever de overgangscompensatie herzien ingeval deze tot een onevenredig voordeel of nadeel leidt voor de medewerker.
Overgangscompensatie. De overgangscompensatie heb je als de waarde van de regelingen lager was dan voorheen Je krijgt de overgangscompensatie in de vorm van een toeslag Een verschil in reiskostenvergoeding is meegenomen in de overgangscompensatie Dit geldt voor de reiskostenvergoeding woon- werkverkeer. Dit verschil is in zijn geheel in de overgangscompensatie meegenomen. Ook verschillen van een andere wijze van berekenen door bijvoorbeeld het gebruik van een andere routeplanner is in de compensatie regeling betrokken. Deze overgangscompensatie is een vast bedrag De overgangscompensatie kan komen te vervallen als de omstandigheden veranderen
Overgangscompensatie. De overgangscompensatie heb je als de waarde van de regelingen lager was dan voorheen We kijken naar de waarde volgens de regelingen van deze cao en de personeelsregelingen (arbeidsvoorwaardenpakket 1). En de waarde van de regelingen die voor 1 januari 1999 voor jou golden (arbeidsvoorwaardenpakket 2). Als de waarde van pakket 2 lager is, dan krijg Je krijgt de overgangscompensatie in de vorm van een toeslag Een verschil in reiskostenvergoeding is meegenomen in de overgangscompensatie Deze overgangscompensatie is een vast bedrag De overgangscompensatie kan komen te vervallen als de omstandigheden veranderen Achmea kan de overgangscompensatie aanpassen als deze oneerlijke voor- of nadelen voor jou heeft. Achmea en de vakorganisaties maakten hierover in 1999 afspraken.
Overgangscompensatie. De medewerker ontvangt een overgangscompensatie indien blijkt dat de waarde van de navolgende regelingen overeenkomstig de cao en de personeelsregelingen (het
Overgangscompensatie. Het bij Essent van toepassing zijnde flexbudget/vitaliteitsbudget en de korting eigen producten is niet meer van toepassing bij AAFM. Ter compensatie hiervan zal Essent bij de eindafrekening een overgangscompensatie uitbetalen in de vorm van een eenmalig bedrag ter hoogte van bruto € 4.000,00.
Overgangscompensatie. De medewerker ontvangt een overgangscompensatie indien blijkt dat de waarde van de navolgende regelingen overeenkomstig de cao en de personeelsregelingen (het arbeidsvoorwaardenpakket 1) lager is dan de waarde van die regelingen overeen- komstig de voor de medewerker vóór 1 juli 2005 geldende cao en personeelsregelin- gen (het arbeidsvoorwaardenpakket 2). Het betreft hier de volgende regelingen: de vakantie (inclusief Goede Vrijdag), de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer, de vaste kostenvergoeding en de halve 14e maand5.

Related to Overgangscompensatie

  • Overgangsbepaling In afwijking van het bepaalde in artikel 5 en met gebruikmaking van de overgangsbepaling in de akte van oprichting van Stichting PAWW is het eerste Bestuur van de Stichting PAWW bij de akte van oprichting benoemd, bestond zij uit twee (2) leden en werden die bestuursleden geacht te voldoen aan de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 5 lid 4.

  • Overgangsbepalingen De werkgever garandeert de werknemer zijn individuele rechten voortvloeiend uit: a Titel V van het Rechtspositie Besluit Onderwijspersoneel (Staatsblad 1985, 110) zoals dat luidde op 1 augustus 1993; het Sociaal BeleidsKader behorende bij de operatie gericht op Schaalvergroting, Taakverdeling en Concentratie (SBK-STC 1986-1990); dan wel

  • Bijzondere omstandigheden A. Rechtens geldende bepalingen, die voor de werknemer gunstiger zijn dan het bepaalde in deze overeenkomst, behouden hun kracht. B. In geval van buitengewoon ingrijpende veranderingen in de algemeen sociaal-economische verhoudingen, zijn beide partijen gerechtigd tijdens de duur van deze overeenkomst wijzigingen in de overeenkomst aan de orde te stellen. De partijen zijn in dat geval verplicht de aan de orde gestelde voorstellen in behandeling te nemen.

  • Nadere omschrijvingen Voor deze verzekering gelden geen nadere omschrijvingen.

  • Overgangsregeling 1 Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren. 2 De extra DI-uren conform artikel M-1-c zijn niet van toepassing op de werknemer die gebruik maakt van artikel M-2 van de cao- hbo 2012-2013. 3 Voor de werknemer die gebruik maakte van artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 en is overgestapt op de regeling Werktijdvermindering Senioren, blijft minimaal het percentage intact, waarmee het dienstverband na afloop van de M-2 regeling van de cao-hbo 2012-2013 zou worden beëindigd.

  • Uitgangspunten 1. Bij een reorganisatie zijn de volgende uitgangspunten van toepassing: a. de werkgever streeft ernaar om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen; b. de werkgever zal de met ontslag bedreigde werknemer zo goed mogelijk ondersteunen bij het verwerven van een passende functie binnen of buiten de universiteit; c. de werknemer en de werkgever spannen zich aantoonbaar, optimaal en actief in om de met ontslag bedreigde werknemer binnen of buiten de instelling aan het werk te houden; daarbij nemen werkgever en werknemer de verplichtingen in acht uit artikel 72a WW en de uitwerking daarvan in de Werkwijzer 72a WW; d. de werknemer uit de doelgroep van de Participatiewet behoudt een takenpakket van vergelijkbare aard of omvang en kan niet worden ontslagen vanwege het vervallen van de functie. 2. Bij iedere reorganisatie geldt het Kader voor Sociaal Beleid bij reorganisaties uit deze cao. De werkgever kan met werknemersorganisaties in het lokaal overleg aanvullend op de artikelen 9.8 tot en met 9.14 een eigen kader voor sociaal beleid vaststellen. 3. De artikelen 9.8 lid onder 1b tot en met 1d, 9.9 en 9.10 tot en met 9.14 zijn niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.

  • Gebruiksbeperkingen Deze dienst is alleen beschikbaar als het voertuig stilstaat, de deur van de bestuurder is gesloten, het ontstekingsmechanisme is uitgeschakeld en de sleutel niet in het contactslot zit. Aanvullende beperkingen kunnen van toepassing zijn in overeenstemming van land- specifieke voorschriften.

  • Overwegingen X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.

  • Dekkingsuitbreidingen Tegen voorlegging van bewijsstukken nemen wij alle hierna opgesomde kosten ten laste als zij rechtstreeks voortvloeien uit een verzekerde gebeurtenis en gemaakt zijn als goede huisvader.