PERSOONLIJK BUDGET DUURZAME INZETBAARHEID (PBDI) Voorbeeldclausules

PERSOONLIJK BUDGET DUURZAME INZETBAARHEID (PBDI). 1. De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd heeft, ongeacht de omvang van de arbeidsduur, aanspraak op een budget van € 6000,- per looptijd van vijf jaar dat gedurende die vijf jaar kan worden besteed aan duurzame inzetbaarheid op basis van het persoonlijke plan van de werknemer. Na afloop van de looptijd vervalt eventueel resterend budget. 2. Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet de duur van de arbeidsovereenkomst of de keten van arbeidsovereenkomsten minimaal zes maanden zijn om in aanmerking te komen voor het PBDI zoals bedoeld in lid 1. 3. Het PBDI is een individueel budget en bedoeld voor inzet ten behoeve van: - loopbaan en arbeidsmobiliteit; - leren en ontwikkelen; - gezonde balans werk en privé; - gezondheid en vitaliteit.
PERSOONLIJK BUDGET DUURZAME INZETBAARHEID (PBDI). 1. De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd heeft, ongeacht de omvang van de arbeidsduur, aanspraak op een budget van € 5000,- per looptijd van vijf jaar dat gedurende die vijf jaar kan worden besteed aan duurzame inzetbaarheid op basis van het persoonlijke ontwikkelplan van de werknemer. Na afloop van de looptijd vervalt eventueel resterend budget. 2. Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet de duur van de arbeidsovereenkomst of de keten van arbeidsovereenkomsten minimaal zes maanden zijn om in aanmerking te komen voor het PBDI zoals bedoeld in lid 1. 3. Het PBDI is een individueel budget en bedoeld voor inzet ten behoeve van: - loopbaan en arbeidsmobiliteit; - leren en ontwikkelen; - gezonde balans werk en privé; - gezondheid en vitaliteit. 4. De werkgever beheert het budget, de werknemer heeft zelf de regie over de besteding van het PBDI en onderbouwt in het ontwikkelplan hoe het PBDI ingezet wordt ten behoeve van de eigen duurzame inzetbaarheid in de loopbaan. 5. De werknemer en de leidinggevende bespreken samen het plan zoals bedoeld in lid 1 en op welke manier het PBDI wordt ingezet om het doel te kunnen bereiken. 6. Wettelijke verplichte scholing, organisatiebrede opleidingen en andere door de organisatie opgedragen opleidingen komen niet ten laste van het PBDI. 7. Voor opleidingen die een relatie hebben met de huidige werkzaamheden van de werknemer heeft de werknemer recht op studieverlof, dit komt niet ten laste van het PBDI. 8. Voor opleidingen die te maken hebben met toekomstige werkzaamheden heeft de werknemer in overleg met de leidinggevende recht op studieverlof naar redelijkheid en billijkheid. 9. Het budget wordt niet uitgekeerd of teruggevorderd tijdens en bij het einde van de arbeidsovereenkomst. 10. Fiscale vrijstellingen worden zoveel mogelijk benut.