Planologische procedure. 1. De Gemeente draagt, met in acht name van artikel 17 van deze Overeenkomst zorg voor het in procedure brengen van het Bestemmingsplan, waarbij de Gemeente de verbeelding en de planregels maakt en Ontwikkelaar de toelichting.
2. De Gemeente draagt, met in acht name van artikel 17 van deze Overeenkomst, zorg voor de spoedige behandeling van de door de Ontwikkelaar en andere (toekomstige) eigenaren in het Plangebied ingediende aanvra(a)g(en) omgevingsvergunning alsmede overige aanvragen door de Ontwikkelaar voor benodigde vergunningen in het kader van deze Overeenkomst, voor zover het vergunningen betreft welke door de Gemeente dienen te worden verleend.
3. De Ontwikkelaar zal de Gemeente bij de planologische voorbereiding zoals aangegeven in leden 1 en 2 alsmede bij het voldoen aan het gestelde in lid 4 alle medewerking verlenen die in haar vermogen ligt en de redelijke instructies en verzoeken van de Gemeente volgen.
4. De Ontwikkelaar is verantwoordelijk voor en draagt het risico van het tijdig aanvragen van alle voor de realisatie van het Bouwplan (plandelen 1 en 2) benodigde vergunningen. De Ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de inhoudelijke juistheid van de daartoe benodigde documenten
Planologische procedure. 1. De bepalingen in dit artikel gelden met inachtneming van artikel 24 (Vrijtekening) van deze Overeenkomst.
2. De Gemeente draagt zo spoedig mogelijk zorg voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan. De Ontwikkelaar is verantwoordelijk voor en draagt het risico van het tijdig aanvragen van alle voor de realisatie van het Bouwplan benodigde vergunningen. De Ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de inhoudelijke juistheid van de daartoe benodigde do- cumenten.
3. Op verzoek van de Ontwikkelaar is de Gemeente bereid om mee te werken aan een gecoördi- neerde behandeling van een bestemmingsplan met een omgevingsvergunning conform artikel 3.6 Wro, waartoe de Raad alsdan een coördinatiebesluit zal nemen, dan wel het voeren van een bestemmingplan met verkorte doorlooptijden op grond van de Crisis- en Herstelwet. Ont- wikkelaar is gerechtigd om het Bouwplan in gedeeltes te ontwikkelen en derhalve meerdere omgevingsvergunningen in te dienen voor gedeeltes van het Bouwplan.
4. Tevens is de Gemeente bereid, met inachtneming van artikel 24 (Vrijtekening) van deze Over- eenkomst tot het opstellen en in procedure brengen van de omgevingsvergunningsaanvraag middels uitgebreide Wabo-procedure, danwel een aanvraag omgevingsvergunning voor een omgevingsplan activiteit, indien de Ontwikkelaar dat opportuun acht.
5. De Gemeente draagt zorg voor de spoedige behandeling van de door de Ontwikkelaar inge- diende aanvra(a)g(en) omgevingsvergunning alsmede overige aanvragen door de Ontwikkelaar voor benodigde vergunningen in het kader van deze Overeenkomst, voor zover het vergunnin- gen betreft welke door de Gemeente dienen te worden verleend.
6. De Ontwikkelaar zal de Gemeente bij de planologische voorbereiding zoals aangegeven in le- den 1 en 2 alsmede bij het voldoen aan het gestelde in lid 4 alle medewerking verlenen die in haar vermogen ligt en de instructies en verzoeken van de Gemeente volgen.
Planologische procedure. 1. De Gemeente draagt, met inachtname van artikel 20 van deze Overeenkomst, zorg voor de spoedige behandeling van de door Mons Aurea BV ingediende aanvraag Omgevingsvergunning.
2. Mons Aurea BV zal de Gemeente bij de planologische voorbereiding zoals aangegeven in lid 1 alle medewerking verlenen die in dit verband redelijkerwijs van Mons Aurea BV verlangd kan worden en de instructies en verzoeken van de Gemeente volgen.
3. Mons Aurea BV is verantwoordelijk voor en draagt het risico van het tijdig aanvragen van alle voor de realisatie van het Bouwplan benodigde vergunningen. Mons Aurea BV is verantwoordelijk voor de inhoudelijke juistheid van de daartoe benodigde documenten.
Planologische procedure. 6.1 In geval de in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke procedure niet leidt tot een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de realisering van het project c.q. deze besluiten in bezwaar of beroep geen stand houden, treden partijen in overleg over de mogelijkheden om zoveel mogelijk binnen het kader van deze overeenkomst tot een aanvaardbare planaanpassing te komen, rekening houdend met hun wederzijdse gerechtvaardigde belangen.
6.2 Indien partijen daarbij tot de conclusie komen dat een vergelijkbaar plan niet te verwezenlijken zal zijn, wordt de samenwerkingsovereenkomst ontbonden. Partijen kunnen over en weer geen rechten doen gelden, met name op schadevergoeding, hoe ook genaamd.
Planologische procedure. 1. De Gemeente draagt, met in acht name van artikel 7 van de Exploitatieovereenkomst (vrijtekening) zorg voor het opstellen en in procedure brengen van het de omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo juncto artikel 4 Bijlage II Bor.
2. De Gemeente draagt, met in acht name van artikel 7 van de Exploitatieovereenkomst (vrijtekening), zorg voor de overige aanvragen door De Staat voor benodigde vergunningen in het kader van deze Overeenkomst, voor zover het vergunningen betreft welke door de Gemeente dienen te worden verleend.
3. De Staat zal de Gemeente bij de planologische voorbereiding zoals aangegeven in lid 1 alsmede bij het voldoen aan het gestelde in lid 4 alle medewerking verlenen die in haar vermogen ligt en de instructies en verzoeken van de Gemeente volgen.
4. De Staat is verantwoordelijk voor en draagt het risico van het tijdig aanvragen van alle voor de realisatie van het Bouwplan benodigde vergunningen. De Staat is verantwoordelijk voor de inhoudelijke juistheid van de daartoe benodigde documenten.
Planologische procedure. Het kabinet heeft in 2009 het derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) vastgesteld. Hierin staat onder meer aangegeven op welke locaties grootschalige elektriciteitsproductie plaats kan vinden en welke nieuwe hoogspanningsverbindingen ontwikkeld kunnen worden. In de Elektriciteitswet is bepaald dat de rijkscoördinatieregeling van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt toegepast op de verdere besluitvorming over deze projecten. De minister van Economische Zaken (EZ) bepaalt samen met de minister van Infra- structuur en Milieu (IenM) het tracé en de uitvoerings- wijze. Het definitieve tracé en de uitvoeringswijze worden vastgelegd in een rijksinpassingsplan. Ter voorbereiding op het rijksinpassingsplan wordt een milieueffectrapportage gemaakt waarin beschreven staat wat de effecten van de mogelijke tracés van de hoogspanningsverbinding op het milieu zijn. De resultaten van deze rapportage zijn onderdeel van de besluitvorming.
Planologische procedure. 2.1 De gemeente brengt de door de aanvrager gevraagde planologische maatregel in verband met de beoogde vergroting van het bouwvlak als beschreven in de ruimtelijke onderbouwing in procedure, met inachtneming van de daarvoor geldende voorschriften en de belangen van derden, en voorts onder de voorwaarden genoemd in deze overeenkomst.
Planologische procedure. 1. De gemeente verbindt zich om op eerste verzoek van de politie tot het in procedure brengen van het bestemmingsplan gelijktijdig met een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen met gebruikmaking van afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de zogeheten coördinatieregeling. Dit met inachtneming van hetgeen in lid 3 van dit artikel is bepaald.
2. In het geval vorenbedoeld bestemmingsplan danwel de omgevingsvergunning niet of gewijzigd wordt vastgesteld, dan wel als gevolg van een ingesteld beroep het besluit tot de vaststelling van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, blijft deze overeenkomst in stand totdat, na overleg tussen partijen, is gebleken dat één van de partijen van oordeel is dat een voor partijen aanvaardbare aanpassing van het bestemmingsplan danwel omgevingsvergunning niet kan worden bereikt dan wel voor zodanige aanpassing niet de vereiste vaststelling kan worden verkregen. Partijen aanvaarden bij voorbaat geringe en uit zowel technisch als financieel oogpunt voor de realisatie van het plangebied niet van wezenlijke betekenis te achten wijzigingen van het bestemmingsplan danwel omgevingsvergunning, zodat deswege geen aanleiding zal ontstaan voor ontbinding van deze overeenkomst.
3. Deze overeenkomst laat de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet. De gemeente behoudt haar bevoegdheid om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de planologische maatregel, of alsnog te weigeren deze planologische maatregel te treffen. Dit houdt in dat er van de zijde van de gemeente geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming of verzuim, indien het handelen naar deze verantwoordelijkheid eist dat de gemeente publiekrechtelijke rechtshandelingen verricht of nalaat die niet in het voordeel zijn van de aard en strekking van deze overeenkomst. Indien de politie, ten gevolge van het uitoefenen van haar bevoegdheden door de gemeente als bedoeld in dit lid, het politiebureau en openbare ruimte in het plangebied niet meer conform het voorlopig ontwerp kan realiseren, treden partijen in overleg over de gevolgen van de alsdan opgetreden gewijzigde omstandigheden.
Planologische procedure. Het bevoegd gezag is bereid medewerking te verlenen aan het mogelijk maken van de bouw van de in de aanvraag zijnde woning. Om het bouwplan planologisch te kunnen inpassen, is het noodzakelijk dat er een procedure wordt gevolgd ter afwijking van het bestemmingsplan. Middels het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. Hier gaat het om een geval als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo. Voor een dergelijke omgevingsvergunning is de zogenaamde uniforme openbare voorbereidings‐procedure van toepassing, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor het verlenen van de omgevingsvergunning stelt artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo als voorwaarde dat het uiteindelijke afwijkingsbesluit een ‘goede ruimtelijke onderbouwing’ bevat. Tevens is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft. Dit document betreft een dergelijke ‘goede ruimtelijke onderbouwing’.
Planologische procedure. 1. De Gemeente draagt, met inachtneming van artikel 18 (vrijtekening) van deze Overeenkomst zorg voor het opstellen en in procedure brengen van de Omgevingsvergunning, alsmede overige aanvragen door Pré Wonen voor benodigde vergunningen in het kader van deze Overeenkomst, voor zover het vergunningen betreft welke door de Gemeente dienen te worden verleend.
2. De in lid 1 genoemde zorgplichten heeft het karakter van een inspanningsverbintenis, waaronder ten deze wordt verstaan een verbintenis die niet verder strekt dan tot de verplichting om naar vermogen en met inachtneming van de geldende wettelijke en beleidskaders een maximale inspanning te plegen tot vaststelling en verlenen van de door de Gemeente te behandelen vergunningen
3. Pré Wonen zal de Gemeente bij de planologische voorbereiding zoals aangegeven in lid 1 alle medewerking verlenen die in haar vermogen ligt en de instructies en verzoeken van de Gemeente volgen.
4. Pré Wonen is verantwoordelijk voor en draagt het risico van het tijdig aanvragen van alle voor de realisatie van het Bouwplan benodigde vergunningen. Pré Wonen is verantwoordelijk voor de inhoudelijke juistheid van de daartoe benodigde documenten.