Rentebepaling a. Het rentepercentage waartegen het Krediet wordt verstrekt en de Rentevast periode van het Krediet, worden per leningdeel weergegeven in het Indicatief Kredietvoorstel en Kredietaanbod. Voor het bepalen welk Renteblad van toepassing is op het leningdeel -en tevens de rente als opgenomen in het Indicatief Kredietvoorstel- is de datum van ontvangst van de hypotheekaanvraag leidend. Dit rentepercentage geldt voor de eerste Rentevast periode. Het is mogelijk dat het rentepercentage dat u moet betalen voor een leningdeel lager is dan het rentepercentage dat in uw Indicatief Kredietvoorstel is opgenomen. Dit is het geval, indien op de dag dat de Hypotheekakte bij de notaris passeert, het rentepercentage voor een nieuw volledig gelijk leningdeel lager is dan het rentepercentage als opgenomen in uw Indicatief Kredietvoorstel. De rente voor de eerste Rentevast periode kan niet hoger worden dan de rente in uw Indicatief Kredietvoorstel. U ontvangt nadat de Hypotheekakte bij de notaris is gepasseerd een bevestiging van de hoogte van het rentepercentage en het bedrag dat u aan rente moet betalen. Het alsdan geldende Renteblad behorend bij de laagste rente (rente van de datum van ontvangst van hypotheekaanvraag of datum van passeren van de hypotheekakte bij de notaris) is dan van toepassing op het leningdeel gedurende de door u gekozen Rentevast periode. Indien er meer leningdelen zijn, vermeldt het Indicatief Kredietvoorstel en het Kredietaanbod per leningdeel het rentepercentage en de Rentevast periode. Dit betekent dat per leningdeel een ander Renteblad van toepassing kan zijn voor de duur van de door u gekozen Rentevast periode. Let op! Indien de door u of uw hypotheekadviseur verstrekte gegevens van het Krediet en/of het Onderpand wijzigen, kan dit gevolgen hebben voor uw rentepercentage en/of Tariefklasse, waardoor in uw Kredietaanbod een ander rentepercentage kan zijn opgenomen.
Rentebepaling. 1. Indien de betaling van het in artikel 3, eerste lid, bedoelde voorschot niet binnen veertien dagen na afloop van de in dit lid vermelde ter- mijn heeft plaatsgevonden, is de werkgever in verzuim.
Rentebepaling. Als de betaling van het in artikel 4, eerste lid, bedoelde voorschot niet binnen veertien dagen na afloop van de in dat lid bedoelde termijn heeft plaatsgevonden, is de werkgever in verzuim. Als de betaling van de in artikel 4, tweede lid bedoelde bijdrage niet binnen veertien dagen na de datum van ontvangst van de verzamelnota heeft plaatsgevonden, is de werkgever in verzuim. Het bestuur is bevoegd vanaf de datum van verzuim rente te vorderen over de achterstallige betalingen. De in het derde lid van dit artikel bedoelde rente is gelijk aan de wette- lijke rente. Het bestuur is bevoegd van invordering van rente geheel of gedeeltelijk af te zien.