Reservevorming. De premies worden, na afhouding van eventuele (instap)kosten en belastingen, aangewend voor de vor- ming van het rekeningtegoed (premiereserves). Winstdeling, voor zover van toepassing, zal na afhouding van eventuele belastingen, eveneens worden aangewend voor de vorming van het rekeningtegoed (winstdelingreserves). De premiereserves en de eventuele winstdelingreserves worden belegd in de over- eengekomen beleggingsvorm(en) (zie verder).
Reservevorming. Bij een overschrijding van het reserveplafond met meer dan 25% van de totaal toegekende jaarlijkse budgetsubsidie vindt overleg plaats tussen De Helderse Vallei en de gemeente over de besteding van dit bedrag ten behoeve van de doelstellingen.
Reservevorming. 1. Het bestuur stelt een algemene reserve en bestemmingsreserves in om bedrijfsmatige risico’s op te vangen.
2. De omvang van de reserves is gemaximeerd op 5% van de jaarlijkse exploitatielasten.
3. Het bestuur beslist of een nadelig saldo geheel of gedeeltelijk ten laste van bestaande reserves zal worden gebracht.
4. Het bestuur beslist met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid of een batig saldo geheel of gedeeltelijk ten gunste van bestaande reserves zal worden gebracht.
5. Het batig saldo van enig jaar, zoals vastgesteld in de jaarrekening, dat niet ten gunste van de bestaande reserves wordt gebracht, vloeit terug naar de rechtspersonen van de deelnemers in de verhouding waarin zij bijdragen aan de begroting.
Reservevorming. Maximaal 20% van het jaarlijks door de Stad toegekende subsidiebedrag kan worden aangewend voor de aanleg van reserves. Hierdoor kan een deel van het subsidiebedrag later worden aangewend voor het afgesproken doel. • Deze dienen geboekt te worden als afzonderlijk bestemd fonds (algemene rekening 13) op de balans. • De totale gecumuleerde reserves kunnen maximaal 50% van het subsidiebedrag van het kalenderjaar bedragen. • Deze reserves dienen te worden aangewend voor eenzelfde doelstelling als deze waarvoor de initiële subsidie werd toegekend. • De reserves mogen ook worden gebruikt voor de aanleg van sociaal passief. • Het niet aangewende deel van de reserve wordt teruggevorderd bij het beëindigen of niet-verlenging van de subsidieovereenkomst of in geval van overschrijding van de grens van 50%. • De reserves die met eigen financiële inbreng of subsidies van andere overheden worden aangelegd mogen door de uitvoerder vrij worden aangewend binnen de doelstellingen. (zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring van 8 november 2013, B.S. 18/12/2013, p. 99489).
Reservevorming. Het is de SSN toegestaan om een reserve te vormen voor onderhoud en vervanging van materieel. Zodra deze afschrijvingsreserve de nieuw-/vervangingswaarde van het totaal aan materieel overstijgt, heeft de gemeente de mogelijkheid de subsidie (incidenteel of structureel) te verlagen;
Reservevorming. 1. Ter financiering van grote evenementen die niet jaarlijks plaatsvinden, is het na voorafgaande schriftelijke toestemming toegestaan vooruitlopend op dit evenement of deze evenementen een voorziening op te bouwen. De hoogte van deze reserve is maximaal 20 % van de jaarlijkse subsidie. Voor de uit de markt verkregen inkomsten is geen reserveringslimiet maar deze dienen apart geadministreerd te worden.
2. Opgebouwde reserves en voorzieningen mogen alleen aangewend worden binnen de doelstellingen van deze overeenkomst.
Reservevorming. Bij de overeenkomst wordt voorzien in een eenmalige uitkering bij overlijden van de verzekerde. Er vindt derhalve geen reservevorming plaats. Winstdeling is ook niet van toepassing.
Reservevorming. Voor de aanleg van reserves gelden de bepalingen van artikel 5 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring. Artikel 5 § 3 van vermeld besluit bepaalt: Het gedeelte van de toegekende subsidie dat de kosten, vermeld in paragraaf 1 en 2, overschrijdt, mag worden aangewend voor de aanleg van reserves ten belope van maximaal 20 % van het subsidiebedrag. Mits motivering door de subsidiërende overheid kan in het besluit tot toekenning van de subsidie worden afgeweken van dat maximumpercentage. De totale gecumuleerde reserves kunnen maximaal 50% van het subsidiebedrag van de laatst gesubsidieerde werkingsperiode bedragen. Mits motivering door de subsidiërende overheid kan in het besluit tot toekenning van de subsidie worden afgeweken van dat maximumpercentage. Het subsidiebedrag wordt in voorkomend geval berekend op jaarbasis. De aangelegde reserves moeten worden opgenomen in de balans zoals vermeld in artikel 11, § 1, 3°.
Reservevorming. Artikel 6
Reservevorming. Voor de aanleg van reserves gelden de bepalingen van artikel 72 van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019. Dit artikel bepaalt:
§ 1. Maximaal 20% van het op jaarbasis toegewezen subsidiebedrag kan worden aangewend voor de aanleg van reserves. De totale gecumuleerde reserves kunnen maximaal 50% van het subsidiebedrag van de laatst gesubsidieerde werkingsperiode bedragen. Na motivering kan in een decreet of reglementaire bepaling worden afgeweken van het eerste en het tweede lid.
§ 2. Reserves die ten laste van subsidies aangelegd zijn conform paragraaf 1, mogen alleen worden aangewend voor de doelstelling waarvoor de initiële subsidie is toegekend.
§ 3. Reserves die ten laste van de subsidie zijn aangelegd, worden teruggevorderd op het einde of bij de vervroegde stopzetting van de gesubsidieerde activiteit.