Salarisvaststelling. a. Onverminderd het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris. b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd. c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep. d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde schaalsalaris vastgesteld op het minimumschaalsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt werkgever het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van: · de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in lid 5 ontvangt een werknemer die op percentage van het eindsalaris bij beoordeling 3; · de beoordeling van de wijze waarop de medewerker de functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 juli reeds september in dienst wasgetreden, dan vindt per 1 januari van enig jaar april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de standaard periodieke verhoging behorend bij medewerker nog niet zijn salarisgroepof haar eindsalaris heeft bereikt, voor zover daarmee het stan- daardmaximum wordt aan de hand van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een RSP en de beoordeling - met behulp van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens salarisverhogingstabel vermeld in bijlage 2 - vastgesteld met welk percentage het maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan gevonden percentage het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend en uitbetaald.
3.4 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn of haar eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt de medewerker in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog gedurende 1 jaar na het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris ingaan van de nieuwe salarisgroep is bereikttoeslag wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als het eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan stijging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalarisnormsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt Canon het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van de wijze waarop de medewerker zijn kwalitatieve taakstelling heeft vervuld. Ligt Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, ontvangt hij een salarisverhoging op basis van zijn beoordeling volgens de salarisverhogingstabel in bijlage 2. Het nieuwe schaalsalaris bedraagt echter nooit meer dan zijn eindsalaris.
3.4 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum salariszijn eindsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke persoonlijke toeslag die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep, ontvangt de datum waarop medewerker met tenminste een verla- ging beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen met een minimum van 4%. Zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die na 1 juli 2015 een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt in de daarmee corresponderende salarisgroep ingeschaald. Indien het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereiktmedewerker meer bedraagt dan zijn eindsalaris in die salarisgroep, wordt hij op dat eindsalaris ingeschaald; het meerdere ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris. Deze persoonlijke toeslag wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van vermindering blijft echter beperkt tot de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalarisnormsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt Canon Nederland het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van de wijze waarop de medewerker zijn kwalitatieve taakstelling heeft vervuld. Ligt Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, ontvangt hij een salarisverhoging op basis van zijn beoordeling volgens de salarisverhogingstabel in bijlage 2. Het nieuwe schaalsalaris bedraagt echter nooit meer dan zijn eindsalaris.
3.4 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum salariszijn eindsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke persoonlijke toeslag die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep, ontvangt de datum waarop medewerker met ten minste een verla- ging beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen met een minimum van 4%. Zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt in de daarmee corresponderende salarisgroep ingeschaald. Indien het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereiktmedewerker meer bedraagt dan zijn eindsalaris in die salarisgroep, wordt hij op dat eindsalaris ingeschaald; het meerdere ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris. Deze persoonlijke toeslag wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van vermindering blijft echter beperkt tot de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalarisnormsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt Canon het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van de wijze waarop de medewerker zijn kwalitatieve taakstelling heeft vervuld. Ligt Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, ontvangt hij een salarisverhoging op basis van zijn beoordeling volgens de salarisverhogingstabel in bijlage 2. Het nieuwe schaalsalaris bedraagt echter nooit meer dan zijn eindsalaris.
3.4 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum salariszijn eindsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke persoonlijke toeslag die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep, ontvangt de datum waarop medewerker met ten minste een verla- ging beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen met een minimum van 4%. Zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt in de daarmee corresponderende salarisgroep ingeschaald. Indien het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereiktmedewerker meer bedraagt dan zijn eindsalaris in die salarisgroep, wordt hij op dat eindsalaris ingeschaald; het meerdere ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris. Deze persoonlijke toeslag wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van vermindering blijft echter beperkt tot de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 1. Werknemers worden beloond op basis van de inhoud en de zwaarte van de functie die wordt vervuld. Dit komt tot uitdrukking in de indeling van de functie in een functiegroep, waaraan een salarisschaal is gekoppeld. In totaal zijn er twaalf salarisschalen.
2. De salarisschalen en het bepaalde functieraster maken deel uit van de CAO en zijn opgenomen in lid 5 ontvangt een bijlagen III en IV van deze CAO.
3. De individuele salarisverhoging van de werknemer die het maximum van zijn salarisschaal nog niet heeft bereikt, is afhankelijk van de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de
4. Werknemers die drie jaar aan het eind van hun schaal zitten, hebben recht op 1 juli reeds een uitloopperiodiek. Voor maximaal drie uitloopperiodieken is in totaal 7,5% ruimte boven het maximumsalaris. Telkens na drie jaar wordt de uitloopperiodiek vastgesteld. Het gemiddelde van de drie beoordelingen over deze periode bepaalt de hoogte van de uitloopperiodiek. Een uitloopperiodiek wordt verstrekt met een percentage ten opzichte van het 100% salaris van de salarisschaal.
5. De salarisschalen met de brutosalarissen gelden bij een normale arbeidsduur, zoals genoemd in artikel 22 van deze CAO.
a. Uitzendkrachten en payroll-medewerkers ontvangen in gelijke omstandigheden hetzelfde bruto maandinkomen (= bruto maandsalaris inclusief vaste maandelijks toeslagen plus vakantietoeslag en decemberuitkering), dezelfde flexibele toeslagen (zoals NRD- en toeslag bereikbaarheidsdiensten) en dezelfde (onbelaste) kostenvergoedingen als werknemers
b. De volgende emolumenten behoren tot het hiervoor genoemde bruto maandsalaris:
a) het naar tijdruimte vastgestelde loon
b) deeltijdfactor (fulltime factor = 36 uur per week);
c) vaste toeslagen;
d) trendmatige loonstijging(en);
e) periodieke loonstijgingen.
c. De werkgever/inlener van de ter beschikking gestelde uitzendkracht en payroll-medewerker die in dienst was, per is van het uitzendbureau/payrollbedrijf mag op het loon en de arbeidsvoorwaarden geen andere bedragen laten inhouden dan de wettelijk verplichte loonbelasting en premies voor sociale verzekeringen.
d. De werkgever/inlener zal zich middels een daartoe strekkende verklaring (zie bijlage VI bij CAO voor het 13 Omroeppersoneel 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 2017 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris 31 december 2018 Hoofdstukken
1 Indienstneming en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris ontslag 8 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep Beloning 12 3 Arbeidsduur 16 4 Keuzemogelijkheden 28 5 Employability 29 6 Gezondheid en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.arbeidsongeschiktheid 31 7 Werk en privé 33
Appears in 1 contract
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt schaalsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 januari voor Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het maandsalaris van enig de medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 januari voor Océ en 1 april voor Canon daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, wordt aan de hand van de RSP en zijn beoordeling - met behulp van de salarisverhogingstabel vermeld in bijlagen 1 en 2 - vastgesteld met welk percentage zijn maandsalaris wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het gevonden percentage zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.4 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep in verband met een hogere functie-indeling, ontvangt de standaard periodieke verhoging behorend medewerker met tenminste een beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou hebben ontvangen, maar minimaal 4%; zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die na 1 juli 2015 een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt met zijn maandsalaris in de daarmee corresponderende salarisgroep ingedeeld.
a De medewerker die in salarisgroep 21 of hoger blijft ingedeeld en een maandsalaris heeft dat meer bedraagt dan zijn eindsalaris (bij zijn beoordeling “goed”) in de nieuwe salarisgroep, voor zover daarmee wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het meerdere ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het stan- daardmaximum van bepaalde onder c geldt.
b Wordt de medewerker in salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 6314 of lager ingedeeld, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum oude maandsalaris van en zijn eindsalaris in groep 14 (bij beoordeling “goed”) als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde onder c geldt. Het verschil tussen het eindsalaris in de oorspronkelijke salarisgroep nieuwe groep en het standaard-maximum maandsalaris eindsalaris van de naast lagere salarisgroepsalarisgroep 14 ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde in art. 11, lid 5.4 onder a geldt.
d. Wanneer c De persoonlijke toeslag schaalsalaris zoals bedoeld in art. 12 lid 3.6 sub a en b eerste volzin wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De vermindering blijft echter beperkt tot de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in het bepaalde in lid 5 ontvangt algemeen het vakvolwassen schaalsalaris van de salarisgroep waarin hij (al dan niet met toepassing van artikel 11.2) is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan hem een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris worden toegekend.
3.2 Jaarlijks per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het stan- daardmaximum maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van het hierna bepaalde en in aanmerking nemende: • zijn maandsalaris; • de wijze van functievervulling.
3.3 De medewerker die het eindsalaris van zijn salarisgroep nog niet wordt overschredenheeft bereikt, heeft, behoudens bijzondere omstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Een werknemer ingedeeld Van bijzondere omstandigheden is ondermeer sprake indien de medewerker: • na 1 september in dienst is getreden; • de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari voor Océ en vóór 1 april voor Canon heeft opgezegd; • een gedeeltelijke of volledige WAO- of WIA-uitkering ontvangt. De salarisverhoging is gelijk aan het percentage dat volgens de salarisverhogingstabel in bijlagen 1 en 2 hoort bij: • de relatieve salarispositie (dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris); • de beoordeling van de salarisgroepen 56 t/m 63wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, wiens dan wordt niet meer dan het eindsalaris uitbetaald.
3.4 De medewerker die nog niet in zijn eindsalarisgroep is ingedeeld, wordt in deze salarisgroep ingedeeld als hij aan de eisen van de functie voldoet, ten minste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en ten minste een beoordeling ‘goed’ heeft. Bij indeling in een hogere salarisgroep ontvangt de medewerker 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij gehad zou hebben als hij in dezelfde groep was gebleven, maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend.
3.5 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging zijn eindsalaris, wordt op dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalariseindsalaris ingeschaald. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke verhoging ter grootte van de helft persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. Deze persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging of door de toekenning van een operatortoeslag.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 1. Werknemers worden beloond op basis van de inhoud en de zwaarte van de functie die wordt vervuld. Dit komt tot uitdrukking in de indeling van de functie in een functiegroep, waaraan een salarisschaal is gekoppeld. In totaal zijn er twaalf salarisschalen.
2. De salarisschalen en het bepaalde functieraster maken deel uit van de CAO en zijn opgenomen in lid 5 ontvangt een bijlagen III en IV van deze CAO.
3. De individuele salarisverhoging van de werknemer die het maximum van zijn salarisschaal nog niet heeft bereikt, is afhankelijk van de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de
4. Werknemers die drie jaar aan het eind van hun schaal zitten, hebben recht op 1 juli reeds een uitloopperiodiek. Voor maximaal drie uitloopperiodieken is in totaal 7,5% ruimte boven het maximumsalaris. Telkens na drie jaar wordt de uitloopperiodiek vastgesteld. Het gemiddelde van de drie beoordelingen over deze periode bepaalt de hoogte van de uitloopperiodiek. Een uitloopperiodiek wordt verstrekt met een percentage ten opzichte van het 100% salaris van de salarisschaal.
5. De salarisschalen met de brutosalarissen gelden bij een normale arbeidsduur, zoals genoemd in artikel 22 van deze CAO.
a. Uitzendkrachten en payroll-medewerkers ontvangen in gelijke omstandigheden hetzelfde bruto maandinkomen (= bruto maandsalaris inclusief vaste maandelijks toeslagen plus vakantietoeslag en decemberuitkering), dezelfde flexibele toeslagen (zoals NRD- en toeslag bereikbaarheidsdiensten) en dezelfde (onbelaste) kostenvergoedingen als werknemers
b. De volgende emolumenten behoren tot het hiervoor genoemde bruto maandsalaris:
a) het naar tijdruimte vastgestelde loon
b) deeltijdfactor (fulltime factor = 36 uur per week);
c) vaste toeslagen;
d) trendmatige loonstijging(en);
e) periodieke loonstijgingen.
c. De werkgever/inlener van de ter beschikking gestelde uitzendkracht en payroll-medewerker die in dienst was, per is van het uitzendbureau/payrollbedrijf mag op het loon en de arbeidsvoorwaarden geen andere bedragen laten inhouden dan de wettelijk verplichte loonbelasting en premies voor sociale verzekeringen.
d. De werkgever/inlener zal zich middels een daartoe strekkende verklaring (zie bijlage VI bij CAO voor het 13 Omroeppersoneel 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 2017 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris 31 december 2018 Hoofdstukken
1 Indienstneming en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris ontslag 8 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep Beloning 12 3 Xxxxxxxxxxx 00 0 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 28 5 Employability 29 6 Gezondheid en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.arbeidsongeschiktheid 31 7 Werk en privé 33
Appears in 1 contract
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in het bepaalde in lid 5 ontvangt algemeen het vakvolwassen schaalsalaris van de salarisgroep waarin hij (al dan niet met toepassing van artikel 11.2) is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan hem een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris worden toegekend.
3.2 Jaarlijks per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het stan- daardmaximum maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van het hierna bepaalde en in aanmerking nemende: • zijn maandsalaris; • de wijze van functievervulling.
3.3 De medewerker die het eindsalaris van zijn salarisgroep nog niet wordt overschredenheeft bereikt, heeft, behoudens bijzondere omstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Een werknemer ingedeeld Van bijzondere omstandigheden is ondermeer sprake indien de medewerker: • na 1 september in dienst is getreden; • de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari voor Océ en vóór 1 april voor Canon heeft opgezegd; • een gedeeltelijke of volledige WAO- of WIA-uitkering ontvangt. De salarisverhoging is gelijk aan het percentage dat volgens de salarisverhogingstabel in bijlagen 1 en 2 hoort bij: • de relatieve salarispositie (dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eind-salaris); • de beoordeling van de salarisgroepen 56 t/m 63wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, wiens dan wordt niet meer dan het eindsalaris uitbetaald.
3.4 De medewerker die nog niet in zijn eindsalarisgroep is ingedeeld, wordt in deze salarisgroep ingedeeld als hij aan de eisen van de functie voldoet, tenminste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en tenminste een beoordeling ‘goed’ heeft. Bij indeling in een hogere salarisgroep ontvangt de medewerker 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij gehad zou hebben als hij in dezelfde groep was gebleven, maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend.
3.5 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging zijn eindsalaris, wordt op dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalariseindsalaris ingeschaald. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn salaris en het standaard minimum salariseindsalaris uit dien hoofde stijgt.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt schaalsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het stan- daardmaximum maandsalaris van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de salarisgroepen 56 t/m 63wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, wiens dan vindt per 1 januari voor Océ en 1 april voor Canon daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, wordt aan de hand van de RSP en zijn beoordeling - met behulp van de salarisverhogingstabel vermeld in bijlagen 1 en 2 - vastgesteld met welk percentage zijn maandsalaris lager wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het gevonden percentage zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.4 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging zijn eindsalaris, wordt op dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalariseindsalaris ingeschaald. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke verhoging ter grootte van de helft persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1. Bij indiensttreding wordt het bepaalde maandsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hogere inschaling gerechtvaardigd is.
3.2. Per 1 januari van elk jaar wordt het maandsalaris van de medewerker opnieuw vastgesteld o.b.v.: - de relatieve salarispositie (RSP); dit is de verhouding van het actuele maandsalaris van de medewerker tot het normsalaris, uitgedrukt in lid 5 ontvangt een werknemer die op percentage van dat normsalaris; - de beoordeling van de wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 juli reeds september in dienst wasgetreden, dan vindt per 1 januari van enig jaar daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.2.1. Indien de standaard periodieke verhoging behorend bij medewerker nog niet zijn salarisgroepeindsalaris heeft bereikt, voor zover daarmee het stan- daardmaximum wordt aan de hand van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een RSP en zijn beoordeling met behulp van de salarisgroepen 56 t/m 63salarisverhogingtabellen, wiens vermeld in bijlage 3 vastgesteld met welk percentage zijn maandsalaris lager wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het gevonden percentage zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend. Is de beoordeling van de medewerker onvoldoende dan wordt geen salarisverhoging toegekend.
3.2.2. De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging zijn eindsalaris, wordt na 1 jaar op dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalariseindsalaris ingeschaald. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen persoonlijke toeslag die bij algemene salarisverhogingen evenveel wordt verminderd als zijn salaris en het standaard minimum salariseindsalaris uit dien hoofde stijgt.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.2.3. Bij indeling in een hogere salarisgroep in verband met een hogere functie indeling, ontvangt de datum waarop medewerker een verla- ging salarisverhoging die gelijk is aan 1½ maal het percentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen, maar minimaal 4%; zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.2.4. De medewerker die door eigen toedoen een functie vervult die lager is ingedeeld, wordt uitgaande van zijn maandsalaris in de salarisgroep ingeschaald, die overeenkomt met de nieuwe functiegroep, met dien verstande dat zijn maandsalaris niet meer zal bedragen dan het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- eindsalaris dat het standaardmaximum maandsalaris van in de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter behoort bij zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroeplaatste beoordeling.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt schaalsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 januari voor Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het maandsalaris van enig de medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 januari voor Océ en 1 april voor Canon daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, wordt aan de hand van de RSP en zijn beoordeling - met behulp van de salarisverhogingstabel vermeld in bijlagen 1 en 2 - vastgesteld met welk percentage zijn maandsalaris wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het gevonden percentage zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.4 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep in verband met een hogere functie indeling, ontvangt de standaard periodieke verhoging behorend bij medewerker met tenminste een beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou hebben ontvangen, maar minimaal 4%; zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die na 1 juli 2015 een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt met zijn maandsalaris in de daarmee corresponderende salarisgroep ingedeeld.
a De medewerker die in salarisgroep 21 of hoger blijft ingedeeld en een maandsalaris heeft dat meer bedraagt dan zijn eindsalaris in de nieuwe salarisgroep, voor zover daarmee wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het meerdere ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het stan- daardmaximum van bepaalde onder c geldt.
b Wordt de medewerker in salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 6314 of lager ingedeeld, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum oude maandsalaris van en zijn eindsalaris in groep 14 (bij beoordeling “goed”) als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde onder c geldt. Het verschil tussen het eindsalaris in de oorspronkelijke salarisgroep nieuwe groep en het standaard-maximum maandsalaris eindsalaris van de naast lagere salarisgroepsalarisgroep 14 ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde in art. 11, lid 5.4 onder a geldt.
d. Wanneer c De persoonlijke toeslag schaalsalaris zoals bedoeld in art. 12 lid 3.6 sub a en b eerste volzin wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De vermindering blijft echter beperkt tot de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt schaalsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 januari voor Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het maandsalaris van enig de medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 januari voor Océ en 1 april voor Canon daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, wordt aan de hand van de RSP en zijn beoordeling - met behulp van de salarisverhogingstabel vermeld in bijlagen 1 en 2 - vastgesteld met welk percentage zijn maandsalaris wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het gevonden percentage zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.4 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep in verband met een hogere functie-indeling, ontvangt de standaard periodieke verhoging behorend medewerker met ten minste een beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het v erhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou hebben ontvangen, maar minimaal 4%; zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt met zijn maandsalaris in de daarmee corresponderende salarisgroep ingedeeld.
a De medewerker die in salarisgroep 21 of hoger blijft ingedeeld en een maandsalaris heeft dat meer bedraagt dan zijn eindsalaris (bij zijn beoordeling “goed”) in de nieuwe salarisgroep, voor zover daarmee wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het meerdere ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het stan- daardmaximum van bepaalde onder c geldt.
b Wordt de medewerker in salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 6314 of lager ingedeeld, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum oude maandsalaris van en zijn eindsalaris in groep 14 (bij beoordeling “goed”) als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde onder c geldt. Het verschil tussen het eindsalaris in de oorspronkelijke salarisgroep nieuwe groep en het standaard-maximum maandsalaris eindsalaris van de naast lagere salarisgroepsalarisgroep 14 ontvangt hij als een persoonlijke toeslag schaalsalaris waarvoor het bepaalde in art. 11, lid 5.4 onder a geldt.
d. Wanneer c De persoonlijke toeslag schaalsalaris zoals bedoeld in art. 12 lid 3.6 sub a en b eerste volzin wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De vermindering blijft echter beperkt tot de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalarisnormsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt Canon Nederland het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van de wijze waarop de medewerker zijn kwalitatieve taakstelling heeft vervuld. Ligt Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, ontvangt hij een salarisverhoging op basis van zijn beoordeling volgens de salarisverhogingstabel in bijlage 2. Het nieuwe schaalsalaris bedraagt echter nooit meer dan zijn eindsalaris.
3.4 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum salariszijn eindsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke persoonlijke toeslag die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep, ontvangt de datum waarop medewerker met ten minste een verla- ging beoordeling “goed” een salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen met een minimum van 4%. Zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt in de daarmee corresponderende salarisgroep ingeschaald. Indien het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereiktmedewerker meer bedraagt dan zijn eindsalaris in die salarisgroep, wordt hij op dat eindsalaris ingeschaald; het meerdere ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris. Deze persoonlijke toeslag wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van vermindering blijft echter beperkt tot de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1. Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee algemeen het stan- daardmaximum vakvolwassen schaalsalaris van de salarisgroep waarin de medewerker (al dan niet wordt overschredenmet toepassing van artikel 11.2) is ingedeeld. Een werknemer ingedeeld Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan een hoger schaalsalaris worden toegekend.
3.2. Jaarlijks per 1 april stelt werkgever het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de salarisgroepen 56 t/m 63wijze waarop de medewerker de functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, wiens dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3. De medewerker die het eindsalaris van zijn salarisgroep nog niet heeft bereikt, heeft, behoudens bijzondere mstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris uitbetaald.
3.4. De medewerker die nog niet in zijn of haar eindsalarisgroep is ingedeeld, wordt in deze salarisgroep ingedeeld als de medewerker aan de eisen van de functie voldoet, ten minste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en ten minste een beoordeling ‘goed’ heeft. Bij indeling in een hogere salarisgroep ontvangt de medewerker 1,5 maal het verhogingspercentage dat medewerker gehad zou hebben als de medewerker in dezelfde groep was gebleven, maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend.
3.5. De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt de medewerker in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als het eindsalaris uit dien hoofde stijgt. Deze persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% eventuele stijging van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager , anders dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren door een periodieke verhoging ter grootte algemene salarisverhoging of door de toekenning van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salariseen operatortoeslag.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalarisnormsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2 Jaarlijks per 1 april stelt Canon het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van de wijze waarop de medewerker zijn kwalitatieve taakstelling heeft vervuld. Ligt Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
3.3 Indien de medewerker nog niet zijn eindsalaris heeft bereikt, ontvangt hij een salarisverhoging op basis van zijn beoordeling volgens de salarisverhogingstabel in bijlage 2. Het nieuwe schaalsalaris bedraagt echter nooit meer dan zijn eindsalaris.
3.4 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum salariszijn eindsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke persoonlijke toeslag die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op 3.5 Bij indeling in een hogere salarisgroep, ontvangt de datum waarop medewerker een verla- ging salarisverhoging die gelijk is aan 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij in zijn salarisgroep zou moeten hebben ontvangen met een minimum van 4%. Zou als gevolg hiervan zijn eindsalaris worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondenoverschreden, dan wordt niet meer dan dat eindsalaris toegekend.
3.6 De medewerker die na 1 juli 2015 een functie vervult die in een lagere functiegroep wordt ingedeeld, wordt in de daarmee corresponderende salarisgroep ingeschaald. Indien het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereiktmedewerker meer bedraagt dan zijn eindsalaris in die salarisgroep, wordt hij op dat eindsalaris ingeschaald; het meerdere ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris. Deze persoonlijke toeslag wordt bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris stijgt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van vermindering blijft echter beperkt tot de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eerste 3% salarisverhoging per jaar. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan verhoging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1. Bij indiensttreding wordt het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die schaalsalaris vastgesteld op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 470% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salarisnormsalaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte tenzij op grond van de helft ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
3.2. Jaarlijks per 1 april stelt werkgever het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van: • de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salariseindsalaris bij de beoordeling “goed”; • de beoordeling van de wijze waarop de medewerker de functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats.
b. Wanneer betrokkene op 3.3. Indien de medewerker nog niet zijn of haar eindsalaris heeft bereikt, wordt aan de hand van de RSP en de beoordeling - met behulp van de salarisverhogingstabel vermeld in bijlage 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft - vastgesteld met welk percentage het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft wordt verhoogd. Zou bij toepassing van het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevondengevonden percentage het eindsalaris worden overschreden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- niet meer dan dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikteindsalaris toegekend.
3.4. De verlaging zal medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn of haar eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt de medewerker in totaal niet groter zijn dan de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval eindsalaris uit dien hoofde stijgt. De aldus vastgestelde persoonlijke toeslag wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief voorts verminderd met een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan stijging van het oude netto-maandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Salarisvaststelling. a. Onverminderd 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in het bepaalde in lid 5 ontvangt algemeen het vakvolwassen schaalsalaris van de salarisgroep waarin hij (al dan niet met toepassing van artikel 11.2) is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan hem een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, hoger schaalsalaris worden toegekend.
3.2 Jaarlijks per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het stan- daardmaximum maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van het hierna bepaalde en in aanmerking nemende: • zijn maandsalaris; • de wijze van functievervulling.
3.3 De medewerker die het eindsalaris van zijn salarisgroep nog niet wordt overschredenheeft bereikt, heeft, behoudens bijzondere omstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Een werknemer ingedeeld Van bijzondere omstandigheden is ondermeer sprake indien de medewerker: • na 1 september in dienst is getreden; • de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari voor Océ en vóór 1 april voor Canon heeft opgezegd; • een gedeeltelijke of volledige WAO- of WIA-uitkering ontvangt. De salarisverhoging is gelijk aan het percentage dat volgens de salarisverhogingstabel in bijlagen 1 en 2 hoort bij: • de relatieve salarispositie (dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eind-salaris); • de beoordeling van de salarisgroepen 56 t/m 63wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, wiens dan wordt niet meer dan het eindsalaris uitbetaald.
3.4 De medewerker die nog niet in zijn eindsalarisgroep is ingedeeld, wordt in deze salarisgroep ingedeeld als hij aan de eisen van de functie voldoet, tenminste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en tenminste een beoordeling ‘goed’ heeft. Bij indeling in een hogere salarisgroep ontvangt de medewerker 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij gehad zou hebben als hij in dezelfde groep was gebleven, maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend.
3.5 De medewerker die een maandsalaris lager heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging zijn eindsalaris, wordt op dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalariseindsalaris ingeschaald. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan Het verschil ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren de vorm van een periodieke verhoging ter grootte van de helft persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt. Deze persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salarismaandsalaris, anders dan door een algemene salarisverhoging.
b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd.
c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep.
d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement