Schuldhulpverlening. In principe komt iedereen die in de gemeente Utrecht woont en financiële problemen heeft in aanmerking voor schuldhulpverlening. Een schuldhulpverlener onderzoekt de situatie en zet de schulden op een rijtje. Ook wordt gekeken naar hoe de schulden zijn ontstaan en hoe in de toekomst nieuwe schulden kunnen worden voorkomen. Als het niet meer mogelijk is om betalingsregelingen te treffen met de schuldeisers kan een schuldhulpverleningsinstantie bemiddelen tussen schuldenaar en schuldeisers om een schuldregeling op te zetten. Er zijn 2 regelingen:
1. De minnelijke regeling: hierbij worden afspraken gemaakt met de schuldeisers om een gedeelte van de schulden terug te betalen. De schuldeisers krijgen een betalingsvoorstel op basis van een prognose van wat de schuldenaar de komende 1,5 jaar kan betalen. Voor het restant wordt finale kwijting gevraagd. Dat betekent dat dat niet meer gevorderd zal worden. De schuldeisers moeten beslissen of zij hiermee akkoord kunnen gaan.
2. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp): als het niet lukt om een minnelijk traject af te spreken omdat één of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan met het minnelijke voorstel, kan er een verzoek worden ingediend voor toelating tot de Wsnp. De rechter bepaalt of iemand hiervoor in aanmerking komt. Dit traject duurt in de regel 1,5 jaar. Er kan pas een Wsnp worden aangevraagd nadat een minnelijk traject is geprobeerd. Dit houdt het volgende in: • Bij de schuldeisers wordt de hoogte van de schulden opgevraagd. • Op basis van de door de schuldenaar aangeleverde gegevens, wordt het vrij te laten bedrag (vtlb) berekend. Dit is het bedrag dat maandelijks nodig is om van rond te komen. Alles boven het vtlb is bestemd voor de aflossing van de schulden. Dit heet de afloscapaciteit. • Op basis van de afloscapaciteit wordt berekend hoeveel aan iedere schuldeiser kan worden terugbetaald in 1,5 jaar. Dit wordt aan de schuldeisers voorgesteld. In de regel wordt een schuldsanering voorgesteld: schuldeisers krijgen het aangeboden bedrag in één keer uitbetaald met behulp van een saneringskrediet. De schuldenaar betaalt het verstrekte krediet in 1,5 jaar terug. Soms wordt een schuldbemiddeling voorgesteld: dan wordt maandelijks het bedrag boven het vtlb gespaard en uitbetaald aan de schuldeisers. De schuldenaar moet 1,5 jaar lang aan alle voorwaarden voldoen. • De schuldeisers beslissen of zij wel of niet akkoord gaan met het voorstel. Als alle schuldeisers akkoord gaan, is de minnelijke schuldregeli...
Schuldhulpverlening. Er zijn diverse schuldhulpverlening- en budgetbegeleidingsbureaus in Den Helder waar u hulp kunt aanvragen om u te begeleiden. Op aanvraag kunt u gegevens krijgen van schuldhulpverlening- en budgetbegeleidingsbureaus.
Schuldhulpverlening. De gemeente en corporaties werken samen in het kader van Wet gemeentelijke schuldhulpverlening bij het bieden van hulp aan huurders met schulden. Aanpak schulden en geldzorgen
Schuldhulpverlening. De gemeente gaat meer samen ‘oplopen’ met corporaties en energieleveranciers. De keukentafelgesprekken die zij voeren in het kader van de stadsvernieuwing kunnen ook de start worden voor activering, voor stappen naar opleiding of werk, of schuldhulpverlening. Ook kunnen leefbaarheidsprojecten van corporaties van betekenis zijn als stageplek, leerwerkplek of instapbaan
Schuldhulpverlening. Er is een structurele samenwerking tussen corporaties en de gemeente om schulden vroegtijdig te signaleren en adresseren.
Schuldhulpverlening. Partijen zullen gezamenlijk onderzoeken in welk opzicht de branche kan bijdragen aan de problematiek van schuldhulpverlening.
Schuldhulpverlening. Tenslotte leidt de vierde afslag iemand met zware schuldenproblematiek direct naar de formele schuldhulpverlening van de gemeente. Welk loket gebruikt wordt is afhankelijk van de lokale inrichting van de gemeente voor curatieve schuldhulpverlening.
Schuldhulpverlening a. in dienstneming en aansturing gekwalificeerd personeel;
b. het voorbereiden van een, zo mogelijk uniforme, gemeentelijke kadernota Schuldhulpverlening, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, alsmede van eventueel daarop gebaseerde uitvoeringsregels. Vaststelling van de kadernota is voorbehouden aan het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente Asten;
c. het uitvoering geven aan de kadernota Schuldhulpverlening van de gemeente Asten, waaronder het nemen van een concrete beslissing om een inwoner al dan niet tot een voorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wgs toe te laten of om de inwoner tussentijds uit te sluiten van de voorziening door deze te beëindigen of die te wijzigen;
d. het treffen van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die gepaard gaan met het nemen van een beslissing over toegang tot een voorziening voor schuldhulpverlening: - voeren van intake-gesprek (eventueel doorgeleiden van inwoners naar een selectie van lokale instellingen die producten en diensten aanbieden in het kader van de schulddienstverlening. Met deze instellingen worden “harde afspraken” gemaakt hoe en tot op welk niveau instellingen een probleemanalyse mogen uitvoeren met betrekking tot de financiële situatie van een inwoner en welke producten en diensten ingezet worden om problemen te verhelpen; - Schuldsanering (vullen van EOS, aanschrijven schuldeisers en inventarisatie, heronderzoek); - budgetbeheer en coaching (dossiervorming, opstartgesprek, voortgangsgesprek, eindgesprek); - financieel beheer (opstart, maandelijkse beheer, beëindiging, heronderzoek); - WSNP-verklaringen (invullen EOS, voorbereiding WSNP-aanvraag); - overig (intakecompas, beleidsadviezen, coördinatie, o.a. kwaliteitscontrole);
e. het bij de bevoegde rechtbank indienen van een verzoek een afkoelingsperiode af te kondigen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening;
f. het onder bij algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden aan bestuursorganen en aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen instanties verstrekken van gegevens voortvloeiende uit de uitvoering van deze wet, die deze bestuursorganen en instanties behoeven in verband met uitoefening van hun taak en dienstverlening (al dan niet door tussenkomst van tussenkomst van het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
g. het indienen van verweerschriften namens en het ver...
Schuldhulpverlening. Besluiten tot het toelaten tot de schuldhulpverlening, weigeren van de schuldhulpverlening en beëindigen van de schuldhulpverlening in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wet gemeentelijke schuldhulpverlening B&W BH: ZI50, ZI60
Schuldhulpverlening. De bewindvoerder dient de burgers zo snel als mogelijk aan te melden voor schuldhulpverlening. Deze aanmelding dient binnen 12 maanden te gebeuren. Indien dit niet haalbaar is, dan dient de bewindvoerder schriftelijk te motiveren waarom dit niet haalbaar is en binnen welke periode dit wel mogelijk zou zijn en/of waarom dit blijvend onmogelijk zou zijn. Voor de aanmelding van schuldhulpverlening levert de bewindvoerder het laatst bekende schuldenoverzicht aan bij de gemeente. In dit schuldenoverzicht moet voor de gemeente voldoende duidelijk zijn bij welke schuldeisers de gemeente zich moet melden, zodat er een actueel schuldensaldo opgevraagd kan worden. De gemeente zal conform de NVVK-normen werken of sneller (mits de kwaliteit wordt gehandhaafd). De gemeente tracht met alle schuldeisers in overeenstemming te komen door de schuldenlast vanuit een MSNP- of WSNP-traject op te lossen. Indien noodzakelijk door het inzetten van dwangakkoorden. De gemeente zal alle zaken die de bewindvoerder aandraagt in behandeling nemen tenzij dit in alle redelijkheid onhaalbaar is. De gemeente zal bestaande werkbare constructies, die de bewindvoerder reeds hanteert, honoreren mits dit geen nadelige gevolgen heeft in vergelijking met de gemeentelijke schuldhulpverlening. De gemeente zal rechtsmiddelen die inzetbaar zijn ook daadwerkelijk inzetten, denk hierbij aan het gebruik van het moratorium, het dwangakkoord, of het WSNP-verzoek. Dit al dan niet op verzoek van de bewindvoerder. De gemeente zal inzake kwijtschelding gedurende de schuldhulpverlening rekening houden met het werkelijke beschikbare inkomen en vermogen.