SITUERING VAN DE OPDRACHT. Het Steunpunt fiscaliteit & begroting is een consortium van onderzoekers dat in opdracht van de Vlaamse overheid een onderzoeksprogramma uitwerkt dat focust op fiscaliteit & begroting. Op deze wijze wordt het beleid mee wetenschappelijk ondersteund. Voor de periode 2012 – 2015 werden de onderzoeksvragen gebundeld in 4 centrale onderzoekslijnen (de zogenaamde A-trajecten). Daarnaast bestaan er de B-trajecten. Deze kortlopende onderzoeksprojecten sluiten aan bij een beleidsagenda. Deze nota behandelt het onderzoeksproject met als onderwerp: “Voorstellen voor een hervorming van de successierechten ” (traject A2b). Dit onderwerp is een onderdeel van de cluster A2 waarin de regionale belastingen bestudeerd worden die relevant zijn voor zowel het woonbeleid als de successierechten. Het projectplan 2014-2015 heeft vooreerst tot doel hervormingen te suggereren omtrent het partnerbegrip en een definiëring van de affectieve band die verondersteld wordt in de erfbelastingen in de rechte lijn (deel 1). Aansluitend wordt nagegaan of de vrijstelling inzake vererving van de gezinswoning kan omgevormd worden tot een abattement (deel 2). Momenteel wordt voor de toepassing van het tarief in groep 1 het netto erfdeel opgesplitst in respectievelijk de roerende en de onroerende goederen. Voor deze zogenaamde ‘splitting’ wordt nagegaan of een vervanging door een abattement wenselijk is (deel 3). Dit onderzoek beperkt zich tot de juridische analyse en behandelt dus niet eventuele simulaties van de budgettaire kost noch de verdelingsgevolgen.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Twee maal per dag worden 18 ritten voor leerlingenvervoer door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) georganiseerd en uitbesteed aan zelfstandige bedrijven via een contract met ‘De Lijn’. Het betreft ritten van- en naar de scholen Kasterlinden en Zaveldal voor ongeveer 300 leerlingen. De school Kasterlinden is gelegen te Groot-Bijgaardenstraat 434 te 0000 Xxxx- Agatha-Berchem en school Zaveldal is gelegen te Nieuwland 198 te 0000 Xxxxxxx. De op deze ritten ingezette bussen wisselen regelmatig en het is dus niet mogelijk om een vast trackingsysteem aan deze voertuigen te bevestigen. De ritten worden evenwel vergezeld door VGC-personeel, De bedoeling is om deze begeleiders uit te rusten met een traceertoestel om de aankomsten en vertrekken op startpunt, stopplaatsen en eindpunt te detecteren en op basis hiervan de ouders te informeren bij eventuele vertragingen en vervroegingen. In principe zijn dit dagelijks vaste begeleiders, maar enige flexibiliteit is uiteraard mogelijk bij afwezigheden en vervangingen.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wenst voor de afhandeling van on-line betalingen, geïntegreerd in een ticketing software, beroep te doen op de diensten van een payment service provider.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Het topsportactieplan Vlaanderen IV (2017-2020) verwijst in actiepunt 8 Topsport en wetenschap naar het ontsluiten, communiceren en gebruiken van bestaande kennis, expertise en innovaties teneinde de begeleiding en de omkadering van topsporters en/of teams te optimaliseren door het inzetten van experts en bestaande knowhow. Daarnaast wordt er verwezen naar het genereren van nieuwe kennis, expertise en technologie via topsport gerelateerde onderzoeksprojecten. De wetenschappelijke begeleiding en het wetenschappelijk onderzoek inzake topsport dient in functie te staan van topsportprestaties. Elk sportwetenschappelijk project dient aldus gericht te zijn op het presteren van topsporters op korte (lopende Olympiade) tot middellange (volgende Olympiade) termijn, door het wegnemen van prestatiehindernissen en/of bevorderen van prestatieparameters. De doelstelling van het Vlaams topsportbeleid (cfr. Topsportactieplan Vlaanderen IV (2017- 2020)) is om zoveel mogelijk top-8 plaatsen te bekomen op Europese, Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen, en dit in Olympische sporten en disciplines. Topsporters verblijven hiervoor vaak in het buitenland, op stage of wedstrijd. In deze internationale context dienen de atleten klaar te zijn voor piekprestaties in allerlei omstandigheden, vaak op warme en vochtige plaatsen. Zo zullen de Olympische en Paralympische Spelen in Tokio in een warm en vochtig klimaat plaatsvinden en vindt het WK atletiek 2019 plaats in Doha… Tokio heeft in de zomer gedurende 22 dagen een temperatuur boven 30 graden in een zeer vochtige omgeving (>70% vochtigheidsgraad). Internationale federaties spreken over Tokio als de Olympische en Paralympische Spelen in de thermodynamisch meest uitdagende omstandigheden ooit. De omstandigheden waarin de topsporters moeten presteren zorgt ervoor dat de omkadering vooraf goed moet inschatten welke mogelijke effecten dit op de prestatie en de recuperatie van de topsporter zal hebben. Het lichaam niet in een hyperthermische status1 laten komen is dan ook van primordiaal belang. In het verleden werd ook in Vlaanderen in voorbereiding van belangrijke internationale competities, zoals de Olympische Spelen van 2008 in Peking en de wereldkampioenschappen wielrennen van 2015 in Doha, specifiek rond deze problematiek gewerkt. Voorafgaande inspanningstests in klimaatkamers werden dan bij alle geselecteerde sporters uitgevoerd, teneinde exact hun behoeftes op het vlak van thermoregulatie te kunnen inschatten.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting 2012-2015 heeft tot doel evidence based en in de theorie ingebedde sociaal-economische beleidsinstrumenten te ontwikkelen. Voor de periode 2012 – 2015 werden verschillende fundamentele onderzoeksvragen uitgewerkt en gebundeld in 4 centrale onderzoekslijnen (de A-trajecten). Daarnaast worden enkele meer specifieke onderzoeksvragen uitgewerkt en is ruimte voorzien om bepaalde kortetermijnopdrachten uit te werken, die door de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest (hierna aangeduid als “Vlaamse overheid”) naar voor kunnen worden geschoven. Deze B-trajecten betreffen kortlopende onderzoeksprojecten die aansluiten bij een beleidsagenda. In de huidige nota wordt het kortlopend onderzoeksproject uitgewerkt met als onderzoeksonderwerp: “Fiscale stimuli in de personenbelasting ter bevordering van gezins- geïntegreerde ouderenzorg” (traject B2). De doelstelling van dit project bestaat er in na te gaan of en zo ja, in welke mate het voor de Vlaamse overheid - in het licht van de (fiscale) bevoegdheidsverdeling zoals die sinds de zesde staatshervorming bestaat – mogelijk is om de gezins-geïntegreerde ouderenzorg fiscaal te faciliteren binnen de personenbelasting. Afsluitend wordt op vraag van het Steunpunt ook ingegaan op de zogenaamde containerwoningen voor ouderen. Het onderzoek wordt beperkt tot een juridische analyse en strekt zich niet uit tot een budgettaire simulatie. In de Westerse wereld in het algemeen en in Vlaanderen in het bijzonder, rijst het probleem van de vergrijzing van de bevolking. Deze trend heeft zich reeds ingezet en, onder meer gelet op de pensioneringsgolf van de babyboomers – de zgn. “opa-boom” – zal de vergrijzing in de nabije toekomst een steeds sterkere rol spelen. De vergrijzing brengt verschillende maatschappelijke uitdagingen en problemen met zich. Eén van deze uitdagingen is de druk op de gezondheids- en ouderenzorgsector. Zo wordt onder meer verwacht dat tegen het jaar 2020 ongeveer 80.000 woongelegenheden voor alleenstaanden, waaronder zeer veel ouderen, extra moeten worden gecreëerd1. De Vlaamse overheid wenst dan ook een beleid te ontwikkelen dat er op gericht is om ouderen zo lang mogelijk in hun (eventuele eigen) woning te laten wonen of door hen minstens zo lang mogelijk in een vertrouwde omgeving te
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Stapeling is een schilderwerk van Xxxxxxxx Xxx Xxxxx op de buitenkant van de liftkoker van Gemeenschapscentrum De Kriekelaar. Het betreft verschillende kleurvlakken en een goud- en zilvervlak op een grijze achtergrond, verdeeld over de voorkant en de twee zijkanten van de liftkoker. Het onderste vlak is bordverf waar op getekend kan worden.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Als opbouwwerker werk je in Aalst binnen de krijtlijnen van een vooraf vastgelegd projectplan, uitgeschreven tot eind 2019. Dit houdt in dat je als opbouwwerker de verantwoordelijkheid krijgt over de realisatie van 3 projecten die zich zowel situeren in de aandachtsbuurt ‘Rechteroever Aalst’ en de sociale huisvestingswijk ‘Ten Rozen’:
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Groei op basis van merkopbouw De vrijetijdseconomie is een belangrijke economische sector voor Limburg. In 2012 adviseerden de experten die het Strategisch Actieplan voor Limburg moesten uittekenen, om versneld in te zetten op de ontwikkeling van de vrijetijdseconomie. En dit omdat het een sector is met groeipotentieel voor Limburg. Het provinciebestuur nam die uitdaging aan en verbreedde de werking van Toerisme Limburg van een hoofdzakelijk op communicatie en promotie gerichte organisatie naar een organisatie die naast haar communicatie en promotie opdracht sterker inzet op toeristische productontwikkeling of bestemmingsontwikkeling als basis voor ondernemerschap. Tegelijk werd een focus gelegd op het ondersteunen en het versterken van ondernemerschap in de vrijetijdseconomie en op cross overs met andere sectoren Dit heeft afgelopen jaren zijn vruchten afgeworpen, vrijetijdseconomie was tot voor corona relatief gezien de snelst groeiende sector in Limburg. Tot voor corona werd wereldwijd uitgegaan van een groei van de toeristische sector. Die groei situeert zich niet in het massatoerisme, maar in omgevingen die een eigen authentieke belevingswaarde te bieden hebben. Verwacht mag worden dat corona die evolutie versterkt en versneld heeft. Limburg heeft de ambitie om top te worden als betekenisvolle toeristische regio zowel voor gasten als voor de Limburgers. Hiermee sluit Limburg aan op de evolutie naar ‘ Toerisme van Morgen’ Om de versnelling in de groei van toerisme op gang te trekken en aansluiting te vinden bij de evolutie naar betekenistoerisme, maakte de provincie op gebied van de toeristische bestemmingsontwikkeling een belangrijke programmatorische keuze. Die programmatorische keuze vertrekt van de basis waaraan jarenlang gebouwd werd, namelijk de reputatie van Limburg als fietsprovincie. Limburg was één van de eerste regio’s die zich profileerde met een sterk uitgebouwd fietsroutenetwerk. Xxxxxxx koos hiermee voor een actief outdoor toerisme, waarbij het fysiek actief zijn gecombineerd wordt met het beleven van natuur en landschappen. Inmiddels is daar ook een uitgebreid, maar nog niet aanééngesloten, wandelnetwerk aan toegevoegd. Het fiets- en wandelroute netwerk blijft ook in de toekomst de basis voor Toerisme in Limburg, maar het nieuwe toerisme in Limburg versterkt de routes door ze op te schalen tot high end routes met voldoende volume zodat ze uit een ruimere regio gasten werven en meerdaagse verblijven kunnen generen. De high end routes kop...
SITUERING VAN DE OPDRACHT. Op de campus CERIA-COOVI, X. Xxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxxx zijn xx.xx volgende diensten gevestigd: - een school secundair onderwijs voor voeding (technisch – en beroepsonderwijs) - een school voor volwassenenonderwijs - een internaat voor jongeren BVBA Xaveer De Geyter Architectenbureau werd als architect aangesteld voor de volledige opdracht m.b.t. de ontwikkeling van de Campus Elishout-Coovi (de vroegere naam van wat nu Campus CERIA-COOVI heet). In het kader van deze opdracht werd onder meer een keukentoren gerealiseerd, Deze toren telt 13 verdiepingen, waarvan 8 met telkens één leskeuken of lesrestaurant. Om al deze verdiepingen te bedienen, is het noodzakelijk gebruik te kunnen maken van alle liften. De 2 panoramische buitenliften staan in voor al het vervoer van leerkrachten, leerlingen en bezoekers van de lesrestaurants. De derde lift (‘goederen- en personenlift) wordt voltijds gebruikt voor het bevoorraden van het economaat en de keukens, en is, onder andere in het kader van de gezondheidswetgeving, niet geschikt voor vervoer van leerlingen, leerkrachten en bezoekers. In het concept van de keukentoren zijn de panoramische buitenliften de enige publieke toegangen tot de lokalen (de liften functioneren als gang en de liftdeuren als toegangsdeuren tot de lokalen). De trappen zijn in principe enkel voorzien voor noodsituaties. Het goed functioneren van de beide panoramische buitenliften en van de goederenlift is noodzakelijk voor een goede toegankelijkheid van de keukentoren. Sinds de voorlopige oplevering, 23 juni 2011, worden evenwel op zeer regelmatige basis problemen vastgesteld met de werking van de panoramische buitenliften en werden reeds een aantal aanpassingen uitgevoerd. Deze herstellingen hebben niet geleid tot een gunstig resultaat en een continue goede werking van de liften is niet verzekerd.
SITUERING VAN DE OPDRACHT. 21 B. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN 21 C. OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT 21