Tuchtmaatregelen. Let op: wanneer we spreken over directie, hebben we het over de directeur of zijn afgevaardigde.
Tuchtmaatregelen. Wanneer het gedrag van een leerplichtige leerling in het lager onderwijs een gevaar of ernstige belemmering wordt voor de goede werking van de school of voor de fysieke of psychische veiligheid en integriteit van medeleerlingen, personeelsleden of anderen, kan de directeur een tuchtmaatregel nemen. Let op: wanneer we spreken over directeur, hebben we het over de directeur of zijn afgevaardigde. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: • een schorsing van één dag; • een schorsing van meerdere dagen; • een uitsluiting. Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of tot uitsluiting wordt
Tuchtmaatregelen. 1. De directeur kan de volgende tuchtmaatregelen opleggen:
a) een schriftelijke waarschuwing;
b) een berisping;
c) tijdelijke opschorting van de plaatsing in een hogere salaristrap gedurende een periode van ten minste een maand en ten hoogste 23 maanden;
d) plaatsing in een lagere salaristrap;
e) ontslag, de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tot gevolg hebbend, mogelijk met gehele of gedeeltelijke intrekking van de ontslagvergoeding.
2. In het geval de arbeidscontractant een pensioenuitkering of een invaliditeitsuitkering ontvangt, kan de directeur voor een bepaalde periode besluiten tot een inhouding op het pensioen of op de invaliditeitsuitkering. Deze maatregel mag geen gevolgen hebben voor de personen ten laste van de arbeidscontractant. Het inkomen van de betrokken arbeids contractant mag echter niet lager zijn dan het minimum voor levensonderhoud dat overeenkomt met het basissalaris van een arbeidscontractant in rang C 1/1, in voorkomend geval verhoogd met de gezinstoelagen.
3. Eén fout kan aanleiding geven tot slechts één enkele tuchtmaatregel.
Artikel 8 De opgelegde tuchtmaatregel staat in verhouding tot de xxxxx xxx xx xxxxxx fout. Bij het bepalen van de xxxxx xxx xx xxxxxx fout en van de te treffen tuchtmaatregel wordt met name rekening gehouden met:
a) de aard van de fout en met de omstandigheden waarin de fout is gemaakt;
b) de mate waarin ten gevolge van de begane fout schade is toegebracht aan de integriteit, de reputatie en de belangen van het Instituut;
c) de mate waarin bij het begaan van de fout sprake was van opzet of nalatigheid;
d) de redenen die de arbeidscontractant ertoe hebben gebracht de fout te begaan;
e) de rang en de anciënniteit van de arbeidscontractant;
f) de mate waarin de arbeidscontractant persoonlijk verantwoordelijk is;
g) het niveau van de taken en verantwoordelijkheden van de arbeidscontractant;
h) de vraag of er sprake is van recidive;
i) het gedrag van de arbeidscontractant gedurende zijn loopbaan tot dusver.
Tuchtmaatregelen. 1. Een arbeidscontractant of gewezen arbeidscontractant die, opzettelijk of uit nalatigheid, de hem door dit personeelsreglement opgelegde verplichtingen niet nakomt, kan een tuchtmaatregel opgelegd krijgen.
2. Wanneer de directeur kennis krijgt van gegevens die het bestaan van een verzuim in de zin van lid 1 doen vermoeden, kan hij een administratief onderzoek instellen teneinde na te gaan of er inderdaad sprake is van een dergelijk verzuim.
3. De regels over het administratief onderzoek, tuchtprocedures en tuchtmaatregelen staan in bijlage IX.
Tuchtmaatregelen. De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld: • het departementshoofd van de opleiding waarvoor de student werd ingeschreven als voorzitter • één departementshoofd van een ander departement dan waarvoor de student werd ingeschreven • de betreffende campusbeheerder Mogelijke tuchtmaatregelen zijn (deze opsomming is niet exhaustief): • de blaam; • de ontzegging van het recht om één of meer lessen en practica te volgen; • de tijdelijke uitsluiting uit het departement of de hogeschool; • de tijdelijke uitsluiting uit de hogeschool in afwachting van een uitspraak in een strafrechtelijke aangelegenheid; • de weigering van de toestemming om zich opnieuw te laten inschrijven; • de definitieve uitsluiting uit het departement of hogeschool. De tuchtmaatregelen worden steeds gemeld aan de dienst studentenadministratie waar ze in het studentendossier bewaard worden.
Tuchtmaatregelen. Elke handeling of gedraging die een tekortkoming aan de beroepsplichten uitmaakt of die de waardigheid van het ambt in het gedrang brengt, alsook een overtreding van de rechtspositieregeling is een tuchtvergrijp en kan aanleiding geven tot een tuchtstraf.
Tuchtmaatregelen. In uitzonderlijke gevallen kan een school een leerplichtige leerling in het lager onderwijs als tuchtmaatregel tijdelijk of definitief uitsluiten. Deze beslissing wordt genomen door de directeur of zijn afgevaardigde. In de praktijk zal een definitieve uitsluiting in het basisonderwijs allicht zelden voorkomen. In gevallen waar het gedrag van een leerling het recht op onderwijs van de medeleerlingen in het gedrang brengt, moet er evenwel een ernstige sanctie mogelijk zijn. Beide maatregelen (tijdelijk en definitief uitsluiten) kunnen dus enkel toegepast worden op leerlingen waarmee een school zware tuchtproblemen heeft. Tijdelijke en definitieve uitsluiting zijn ook niet bedoeld om een verstoorde communicatie tussen school en ouders te beslechten. Tijdelijke en definitieve uitsluiting kunnen evenmin door de directie gebruikt worden als oplossing voor een leerling met een besmettelijke ziekte (bijv. luizen). Bij besmettelijke ziekten kan immers alleen de arts van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding beslissen welke maatregelen aangewezen zijn.
Tuchtmaatregelen. Let op: Wanneer we in dit punt spreken over dagen*, bedoelen we telkens alle dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli niet meegerekend). We kunnen beslissen om je een tuchtmaatregel op te leggen wanneer je de leefregels van de school in die mate schendt dat je gedrag een gevaar of ernstige belemmering vormt voor de goede werking van de school of voor de fysieke of psychische veiligheid en integriteit van medeleerlingen, personeelsleden of anderen. Dat zal bv. het geval zijn: - als je ook na begeleidende maatregelen en ordemaatregelen de afspraken op school niet nakomt; - als je ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt; - als je het pedagogisch project van onze school in gevaar brengt. - Je kan tijdelijk uitgesloten worden uit de lessen voor één, meer of alle vakken voor maximaal 15 schooldagen; - Je kan definitief uitgesloten worden uit de school. Alleen de directeur of zijn afgevaardigde kan een tuchtmaatregel opleggen. Als hij een definitieve uitsluiting overweegt, vraagt hij vooraf het advies van de begeleidende klassenraad. Iemand van het begeleidende CLB zal ook in die klassenraad zetelen. Het advies van de klassenraad maakt deel uit van het tuchtdossier.
Tuchtmaatregelen. Let op: wanneer we spreken over directeur, hebben we het over de directeur of zijn afgevaardigde. Wanneer het gedrag van je kind de goede werking van de school ernstig verstoort of de veiligheid en integriteit van zichzelf, medeleerlingen, personeelsleden of anderen belemmert, dan kan de directeur een tuchtmaatregel nemen. Een tuchtmaatregel kan enkel toegepast worden op een leerling in het lager onderwijs.
8.4.1 Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:
Tuchtmaatregelen. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn (deze opsomming is niet exhaustief): • de blaam; • de ontzegging van het recht om één of meer lessen en practica te volgen; • de tijdelijke uitsluiting uit het departement of de hogeschool; • de tijdelijke uitsluiting uit de hogeschool in afwachting van een uitspraak in een strafrechtelijke aangelegenheid; • de weigering van de toestemming om zich opnieuw te laten inschrijven; • de definitieve uitsluiting uit het departement of hogeschool. De tuchtmaatregelen worden steeds gemeld aan de dienst studentenadministratie waar ze in het studentendossier bewaard worden.