Uitbreiding Voorbeeldclausules

Uitbreiding. De student wil bij hetzelfde leerbedrijf een Keuzedeel-stage volgen. Dit wordt mogelijk door een Keuzedeel Stageblad bij de Stageovereenkomst te maken.
Uitbreiding. RUBRIEK 1
Uitbreiding. Indien de verzekerde en zijn echtgenoot overlijden aan de gevolgen van eenzelfde gedekt ongeval, wordt het gedeelte verdubbeld dat toekomt aan de kinderen die op het ogenblik van het overlijden te hunnen laste zijn. Indien de verzekerde vermist is ingevolge een ongeval met een openbaar vervoermiddel waarin hij had plaatsgenomen, of ingevolge een natuurramp in het buitenland en indien er, drie maanden na deze gebeurtenis, nog geen officieel bewijs van overlijden is, betalen wij toch het verzekerd kapitaal.
Uitbreiding. Bij wijze van uitbreiding worden echter wel beschouwd als een ongeval: • een aantasting van de lichamelijke integriteit te wijten aan het onopzettelijk inademen van gassen of dampen of aan het bij vergissing innemen van giftige stoffen; • een aantasting van de lichamelijke integriteit opgelopen in een staat van wettige zelfverdediging; • de verdrinking; • een bloedvergiftiging die het rechtstreekse gevolg is van een uitwendige verwonding; • beten van dieren; • steken van insecten; • blikseminslag.
Uitbreiding. A.3.1. Uitbreiding schoolgebouw
Uitbreiding. Het bepaalde in E.1, eerste lid, is overeenkomstig van toepassing op het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor uitbreiding van een lokaal bewegingsonderwijs. Bij lokalen bewegingsonderwijs met een oefenvloer van 140 vierkante meter netto speeloppervlakte of minder, kan de oefenvloer worden uitgebreid tot een oppervlakte van 252 vierkante meter. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:
Uitbreiding. De noodzaak voor uitbreiding blijkt uit:
Uitbreiding. Uitbreiding wordt toegekend als de bestaande capaciteit van het schoolgebouw of de schoolgebouwen niet voldoende is voor het huisvesten van het aantal leerlingen dat op de school is ingeschreven: de ruimtebehoefte is dan groter dan de beschikbare huisvestingscapaciteit (zie ook bijlage III). Het is aan het college te bepalen op welke wijze de gevraagde extra capaciteit beschikbaar wordt gesteld. Bij het besluit kan het college rekening houden met de eventueel beschikbare capaciteit bij andere schoolgebouwen en als dat mogelijk is in plaats van de gevraagde uitbreiding van het schoolgebouw bijv. medegebruik toekennen. In gebruik nemen van een bestaand gebouw of een gedeelte daarvan is afhankelijk van de volgende factoren: − het aspect afstand en bereikbaarheid, waarbij het aspect afstand alleen een rol speelt als het gebouw een dislocatie wordt van een bestaande hoofdvestiging; is het gebouw noodzakelijk voor het huisvesten van een nieuwe school dan is de ligging niet relevant; − de omvang van het gebouw is van belang om vast te stellen of en zo ja welke in- of uitpandige investeringen noodzakelijk zijn om te zorgen voor voldoende capaciteit voor het huisvesten van de leerlingen. − de bouwkundige en onderwijskundige kwaliteit van het gebouw is van belang om vast te stellen welke bouwkundige investeringen noodzakelijk zijn om het gebouw bouwkundig en onderwijskundig geschikt te maken als kwalitatief geschikte huisvesting. Het college kan besluiten tot het bekostigen van vervangende nieuwbouw als de investeringskosten om het gebouw voor het onderwijs geschikt te maken, zoals aanpassing, uitbreiding en onderhoud, vermeerderd met (eventuele) kosten van verwerving hoger zijn dan de kosten van volledige nieuwbouw. In gebruik nemen is ook mogelijk: − als vervanging van een bestaand gebouw aan de orde is en ingebruikgeving per saldo geen meerkosten met zich meebrengt; − bij een herschikkingsoperatie; o als gevolg ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening; o als uitbreiding van het huidige schoolgebouw aan de orde is. Verplaatsen van een tijdelijk gebouw kan alleen als het gebouw niet aard en nagelvast aan de grond is verbonden. Bij het verplaatsen van een tijdelijk gebouw moet rekening worden gehouden met de kosten van verplaatsen (verwijderen en opnieuw plaatsen) en het op termijn opnieuw verwijderen. Op dit punt kan het college een afweging maken tussen het verplaatsen en het bekostigen van een nieuwe voorziening.
Uitbreiding. Artikel 3 Naast de schade als gevolg van een in artikel 2 genoemde gebeurtenis en boven het verzekerde bedrag, vergoeden wij: