Common use of Verantwoording Clause in Contracts

Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de in artikel 4.6 omschreven wijze. 2. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de in artikel 4.6 omschreven wijze. 2. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafsprakencontract- afspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij substantiële negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel door de gemeente zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren; e) Het toelichten van de begroting en het activiteitenprogramma voor het volgende subsidiejaar f) De verantwoording naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- subsidie uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op NS rapporteert aan de Concessieverlener over de uitvoering van de Concessie en lopende Programma’s: a. in artikel 4.6 omschreven wijzeeen halvaarrapportage, conform Bijlage 3: vóór 1 september van ieder jaar. NS maakt de halvaarrapportage openbaar na toezenden door de Concessieverlener aan de Tweede Kamer; b. in een jaarrapportage, conform Bijlage 4: vóór 1 maart van ieder jaar. NS maakt de jaarrapportage openbaar na toezenden door de Concessieverlener aan de Tweede Kamer. 2. De stichting draagt zorg voor NS stelt de definities zodanig op en richt haar meetmethoden zodanig in dat de resultaten van de Prestatie- en Informatie-Indicatoren, die NS in de verantwoordingsrapportages beschrijft conform Bijlage 3 en Bijlage 4, een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratiebetrouwbaar beeld geven van de prestaties van NS. 3. In geval NS werkt op verzoek van afwijkingen de Concessieverlener mee aan de OV-Klantenbarometer van het CROW-KpVV of diens opvolger. 4. De Concessieverlener laat, indien zij dit gewenst acht, een onafhankelijke derde een audit uitvoeren naar de meting van de prestaties, bedoeld in het tweede lid. NS verleent haar medewerking aan deze audit. 5. Op verzoek van de realisatie Concessieverlener voert NS een audit uit naar de uitvoering van overeengekomen contractafsprakenonderdelen van deze Concessie, neemt dan wel verleent NS haar medewerking aan een in opdracht en voor rekening van de stichting initiatief tot Concessieverlener door een onafhan- kelijke derde uit te voeren audit naar de uitvoering van onderdelen van deze Concessie. De Concessieverlener bepaalt de omvang, aard en reikwijdte van de audit na overleg met NS. Indien de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft Concessieverlener daar om verzoekt, omschrijft NS in het college het recht Vervoerplan de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats maatregelen die naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaaraudit door NS genomen worden. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. Onder verwijzing naar artikel 17 lid 11 ontvangen de gemeenten jaarlijks een verantwoording over de geleverde zorg. Dit lid specificeert de eisen die de gemeente stelt aan de jaarlijkse verantwoording zoals gesteld in het landelijk accountantsprotocol: • De stichting dient Aanbieder levert jaarlijks verantwoording af voor 1 april een productieverantwoording en accountantsverklaring op conform de formats zoals opgenomen in het landelijk “Algemeen Accountantsprotocol Financiële Productieverantwoording Wmo 2015 en Jeugdwet (ISD)”. • Wijzigingen in het landelijk “Algemeen Accountantsprotocol Financiële Productieverantwoording Wmo 2015 en Jeugdwet” zullen worden gevolgd en toegepast. • De Gemeente heeft de mogelijkheid om bij het niet, of niet binnen de gestelde termijn aanleveren, van de productieverantwoording en of accountantsverklaring sancties op te leggen leggen. • De Gemeente (of een door de gemeente daartoe aangewezen derde) is te allen tijde gerechtigd aangekondigde en niet aangekondigde controles uit te voeren op de in artikel 4.6 omschreven wijzeinhoudelijke kwaliteit en presentie en financiële administraties van de Aanbieder. • Het is de Gemeente toegestaan een second opinion door onafhankelijke deskundigen uit te laten voeren. Uitkomsten hiervan worden met de Aanbieder besproken. • De Aanbieder werkt, indien de gemeente hierom vraagt, mee aan de uitvoering van de Landelijke Beleidsmonitor Sociaal Domein en/of nog te ontwikkelen monitoren. 2. De stichting draagt Na het indienen van de productieverantwoording is het niet meer mogelijk om declaraties voor zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratiegeleverd in het verantwoorde jaar in te dienen. 3. In geval van afwijkingen in Indien deze overeenkomst op enig moment is geëindigd, legt Xxxxxxxxx toch het eerstvolgend kalenderjaar verantwoording af over de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken juistheid en rechtmatigheid van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting door hem aangeleverde bedragen en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaarprestaties. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdigAanbieder stuurt uiterlijk 1 juni volgend op het jaar na afsluiting, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomenhaar jaarverslag (conform artikel 17 lid 11) toe aan Gemeente. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. De stichting Rozengaarde dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de aanvraag om een jaarlijkse subsidie, conform de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem, schriftelijk in artikel 4.6 omschreven wijzebij de gemeente voor 1 juni van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor het de subsidie aanvraagt. Bij deze aanvraag wordt gevoegd een begroting en het geactualiseerde, kwantificeerbare resulaatbeschrijving (overzicht activiteiten) voor het komende jaar. 2. De stichting draagt zorg Rozengaarde dient jaarlijks voor 1 april een sluitende begroting aanvraag tot vaststelling van de subsidie, over het voorafgaande jaar, in en jaarrekening doet hierbij de gemeente de jaarstukken over het voorafgaande jaar toekomen, tenminste inhoudende: a. het jaarverslag over het voorafgaande jaar inhoudende een inhoudelijk verslag van de behaalde resultaten en voert een transparante administratieverantwoording over de afgesproken en gerealiseerde prestatie-eenheden; b. de rekening en balans; c. het financiële jaarverslag is voorzien van een goedkeurende verklaring van een registeraccountant; d. een goedkeurende accountantsverklaring naar de validiteit van, nader door de gemeente aan te wijzen, onderdelen van gerealiseerde prestatie-eenheden; e. het onder d genoemde word gevraagd over een van de lopende jaren in de overeenkomst. 3. In geval van afwijkingen in De gemeente toetst en beoordeelt de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting leveren prestaties en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan kwaliteitseisen aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren. 2het jaarverslag, waarin onder andere staat beschreven welke resultaten zijn behaald. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding Als er sprake is van substantiële afwijkingen ten opzichte van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaargemaakte afspraken, dan kan dit aanleiding zijn tot bijstelling van deze overeenkomst. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig Vaststelling van de subsidie vindt plaats binnen 12 weken na ontvangst van het jaarverslag en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2jaarrekening. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomenvaststellingsbeschikking wordt met Rozengaarde besproken.

Verantwoording. 1. Conform artikel 16 lid 9 ontvangen de gemeenten jaarlijks een verantwoording over de geleverde zorg. Dit lid specificeert de eisen die de gemeente stelt aan de jaarlijkse verantwoording zoals gesteld in het landelijk accountantsprotocol: • De stichting dient Aanbieder levert jaarlijks verantwoording af voor 1 april een productieverantwoording en accountantsverklaring op conform de formats zoals opgenomen in het landelijk “Algemeen Accountantsprotocol Financiële Productieverantwoording Wmo 2015 en Jeugdwet (ISD)”. • Wijzigingen in het landelijk “Algemeen Accountantsprotocol Financiële Productieverantwoording Wmo 2015 en Jeugdwet” zullen worden gevolgd en toegepast. • De Gemeente heeft de mogelijkheid om bij het niet, of niet binnen de gestelde termijn aanleveren, van de productieverantwoording en of accountantsverklaring sancties op te leggen leggen. • De Gemeente (of een door de gemeente daartoe aangewezen derde) is te allen tijde gerechtigd aangekondigde en niet aangekondigde controles uit te voeren op de in artikel 4.6 omschreven wijzeinhoudelijke kwaliteit en presentie en financiële administraties van de Aanbieder. • Het is de Gemeente toegestaan een second opinion door onafhankelijke deskundigen uit te laten voeren. Uitkomsten hiervan worden met de Aanbieder besproken. • De Aanbieder werkt, indien de gemeente hierom vraagt, mee aan de uitvoering van de Landelijke Beleidsmonitor Sociaal Domein en/of nog te ontwikkelen monitoren. 2. De stichting draagt Na het indienen van de productieverantwoording is het niet meer mogelijk om declaraties voor zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratiegeleverd in het verantwoorde jaar in te dienen. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens Indien deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingenenig moment is geëindigd, tenzij er sprake is legt Xxxxxxxxx toch het eerst volgende kalenderjaar verantwoording af over de juistheid en rechtmatigheid van overmachtde door hem aangeleverde bedragen en prestaties. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1Jaarlijks na afloop van de verslagperiode zal de SVB een verantwoording TR PGB voor de WMO/JW voor alle gemeenten gezamenlijk opleveren met daarin de relevante financiële en niet financiële gegevens over de verleende dienstverlening. Op hoofdlijnen zal de Verantwoording TR PGB WMO/JW bestaan uit: • Hoofdstuk algemeen: o Voorwoord; o Bedrijfsvoeringsparagraaf inclusief rechtmatigheidsverantwoording van de Raad van Bestuur van de SVB. o Mogelijk misbruik en oneigenlijk gebruik o ICT • Financiële verantwoording: o Eén generiek overzicht van de rekening courant TR PGB WMO /JW op totaalniveau opgebouwd uit de ontvangen voorschotten van gemeenten en de betaalde bestedingen (kasbasis); o De stichting dient jaarlijks financiële verantwoording af is op kasbasis (met uitzondering van de ontvangen voorschotten) d.w.z. dat alleen de daadwerkelijk betaalde bestedingen tot en met 31 december van het boekjaar zijn meegenomen; • Bijlage o Een bijlage met een overzicht van de rekening courant PGB TR WMO/JW op gemeenteniveau bestaande uit de te leggen verantwoorden betaalde bestedingen8 in de verslagperiode op kasbasis en de van gemeenten ontvangen voorschotten met betrekking tot het jaar 2020 (waarvan het totaal aansluit op de in artikel 4.6 omschreven wijze. 2voorgaande financiële verantwoording). De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval Voor de bepaling van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren Raad van eventuele afwijkingen Bestuur af te geven oordeel over de rechtmatige wetsuitvoering in de bedrijfsvoerings-paragraaf gelden met betrekking onrechtmatigheids- en onzekerheidspercentages onderstaande toleranties en betrouwbaarheidseis van 95%. De Raad van Bestuur beoordeelt niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden voor zijn/haar oordeel over de rechtmatige wetsuitvoering in onderlinge samenhang. De RvB betrekt de bevindingen van de contractafspraken; c) Aan de hand AD-SVB bij het opstellen van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jarenrechtmatigheidsverantwoording. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de in artikel 4.6 8 omschreven wijze. 2. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren; e) Het toelichten van de begroting en het activiteitenprogramma voor het volgende subsidiejaar f) De verantwoording naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet tekortschiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones bedrijveninvesteringzones en de Algemene Wet Bestuursrechtwet bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.

Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de in artikel 4.6 omschreven wijze. 2. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contractafsprakencontract- afspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel door de gemeente zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren; e) Het toelichten van de begroting en het activiteitenprogramma voor het volgende subsidiejaar f) De verantwoording naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Naast voortgangsgesprekken vindt jaarlijks in november een gesprek over de begroting en het activiteitenprogramma voor het daaropvolgende jaar plaats. Jaarlijks vindt in juni een evaluatiegesprek plaats naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 4. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie- subsidie uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.