Verlof op feestdagen. 1. Voor zover de navolgende feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen heeft de werknemer in principe recht op verlof op de volgende dagen: oudejaarsavond, nieuwjaarsdag, 1e en 2e paasdag, Koningsdag of de dag waarop deze dag wordt gevierd, Hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag en 5 mei in lustrumjaren.
2. In geval de werknemer wordt ingeroosterd op een van de in lid 1 bedoelde verlofdagen, is hij gerechtigd de gewerkte uren op een latere datum als compensatieverlof op te nemen.
Verlof op feestdagen. 1. Als feestdagen gelden: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, 5 mei, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, de nationale feestdag waarop de verjaardag van de Koning of de Koningin wordt gevierd en andere daartoe in overeenstemming met het lokaal overleg vastgestelde dagen.
2. Op genoemde feestdagen wordt in beginsel niet gewerkt. Als het belang van de instelling dit onvermijdelijk maakt, kan hiervan worden afgeweken.
3. Als de instelling op een daartoe aangewezen kerkelijke of nationale, landelijke, regionaal of plaatselijk erkende of op een in overleg met het lokaal overleg vastgestelde feest- of gedenkdag is gesloten, geniet de werknemer verlof voor zover het belang van de instelling niet anders vereist.
4. Xxxxxx op een in het eerste lid genoemde feestdag wordt verleend met behoud van bezoldiging.
Verlof op feestdagen. 1. De medewerker heeft recht op verlof op de volgende feestdagen. De werkgever betaalt het salaris van de medewerker door op deze dagen. • Nieuwjaarsdag • Tweede paasdag • Koningsdag • Vanaf 2010 één keer per 5 jaar op 5 mei • Hemelvaartsdag • Tweede pinksterdag • Eerste en tweede kerstdag Vallen deze feestdagen op een zaterdag of zondag? Dan heeft de medewerker geen recht op verlof.
2. Kan de medewerker in het belang van het werk geen verlof krijgen op een feestdag uit lid 1? Omdat het werk anders niet normaal kan doorgaan? Xxx heeft ze recht op vervangend verlof op een andere dag. De werkgever betaalt het salaris op deze dag door. Werkt de medewerker op wisselende tijden? En geldt één van de volgende situaties voor de medewerker: • Ze werkte op een feestdag uit lid 1. • Ze was volgens haar rooster vrij op een feestdag uit lid 1. • Ze kon door arbeidsongeschikt niet werken op een feestdag uit lid 1. • Ze kon door vakantie niet werken op een feestdag uit lid 1. Dan heeft de medewerker ook recht op vervangend verlof op een andere dag. De werkgever betaalt het salaris dan door.
3. Wil de medewerker verlof voor het vieren van een niet-christelijke feestdag of gedenkdag? Dan moet ze dit op tijd aanvragen bij de werkgever. De medewerker kan alleen vrij krijgen voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten. De werkgever bepaalt na overleg met de medewerker op welke manier de medewerker vrij krijgt: • De medewerker krijgt vrij volgens haar rooster. • De medewerker gebruikt een vakantiedag. • De medewerker krijgt buitengewoon verlof. De werkgever kan er dan voor kiezen het salaris wel of niet door te betalen.
Verlof op feestdagen. 1. Als feestdagen gelden: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, 5 mei, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, de nationale feestdag waarop de verjaardag van de Koning of de Koningin wordt gevierd en andere daartoe in overeenstemming met het lokaal overleg vastgestelde dagen.
2. Op genoemde feestdagen wordt in beginsel niet gewerkt. Als het belang van de instelling dit onvermijdelijk maakt, kan hiervan worden afgeweken.
3. Als de instelling op een daartoe aangewezen kerkelijke of nationale, landelijke, regionaal of plaatselijk erkende of op een in overleg met het lokaal overleg vastgestelde feest- of gedenkdag is gesloten, geniet de werknemer xxxxxx voor zover het belang van de instelling niet anders vereist.
4. Xxxxxx op een in het eerste lid genoemde feestdag wordt verleend met behoud van bezoldiging.
5. De werknemer die volgens vast werkpatroon op vrijdag moet werken, kan met ingang van het kalenderjaar 2024 jaarlijks de Goede Vrijdag inruilen voor een andere religieuze, nationale, regionale of lokale feest- of gedenkdag. De werkgever kan dit verzoek slechts weigeren wanneer het niet vier weken voor Goede Vrijdag wordt ingediend of in geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen, waaronder de sluiting van een gebouw voor werknemers van wie de functie niet toelaat om thuis te werken.
Verlof op feestdagen. 1. Voor zover de navolgende feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen heeft de werknemer in principe recht op verlof op de volgende dagen: Oudejaarsavond, Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koningsdag of de dag waarop deze dag wordt gevierd, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en 5 mei in lustrumjaren.
2. In geval werknemer wordt ingeroosterd op een van de in lid 1 bedoelde verlofdagen, is hij gerechtigd de gewerkte uren op een latere datum als compensatieverlof op te nemen. 42 - Levensloop4
1. De werknemer die deelneemt aan een levensloopregeling kan het gespaarde tegoed opnemen binnen de grenzen van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. Een verzoek tot verlof in het kader van de levensloopregeling dient door werknemer schriftelijk bij werkgever te worden ingediend.
2. Werkgever kan het verzoek van werknemer afwijzen indien het bedrijfsbelang dat noodzakelijk maakt. Werkgever is gehouden in overleg met werknemer te zoeken naar een alternatieve mogelijkheid voor de opname van het verlof. Werkgever deelt zijn besluit schriftelijk mee aan werknemer.
Verlof op feestdagen. Voor zover het dienstbelang niet anders vereist, wordt aan de ambtenaar op feestdagen volgens artikel
1.2.1 SAW verlof met behoud van bezoldiging verleend. De openbare dienst van het waterschap is deze dagen gesloten.
Verlof op feestdagen a. Welke dagen? De werknemer werkt op de volgende dagen niet: − Feestdagen; − Koninginnedag − Bevrijdingsdag (5 mei), voorzover het jaartal deelbaar is door vijf.
b. Uitzonderingen: De werknemer mag op vrijwillige basis werken op feestdagen, Koninginnedag en (de verlofdag) 5 mei. Zie ook de artikelen 3.4 en 5.2.
Verlof op feestdagen. 1. De medewerker heeft aanspraak op verlof op de volgende feestdagen, voor zover deze niet vallen op een zaterdag en zondag en indien het bedrijfsbelang het toelaat:
a. nieuwjaarsdag;
b. goede vrijdag;
c. eerste en tweede paasdag;
d. Hemelvaartsdag;
e. eerste en tweede pinksterdag;
f. eerste en tweede kerstdag;
g. Koninginnedag;
1 mei
i. 5 mei
2. De werkgever kan (gedeelten van) dagen aan wijzen als feestdag.
3. De medewerker die is ingedeeld in een wisselend werkrooster en hierdoor op een dag, bedoeld in het eerste lid, roostervrij is, heeft aanspraak op verlof van overeenkomstige duur.
4. De medewerker die werkzaamheden moet verrichten op een feestdag, heeft aanspraak op verlof van overeenkomstige duur, met uitzondering van de uren waarover de medewerker in verband met overwerk aanspraak heeft op compensatie-uren, zoals bedoeld in artikel 4.9, eerste lid.
5. Het compensatieverlof bij feestdagen, bedoeld in het derde en vierde lid, wordt zoveel mogelijk verleend in het desbetreffende kalenderjaar.
6. Bij de vaststelling van het aantal uren verlof wordt een gedeelte van een half uur gerekend voor een half uur.
7. Nadere regels over extra verlof op feestdagen voor het rijdend personeel zijn opgenomen in het HARP.
Verlof op feestdagen. 1. Voor zover de navolgende feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen heeft de werknemer in principe recht op verlof op de volgende dagen: Oudejaarsavond, Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koningsdag of de dag waarop deze dag wordt gevierd, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en 5 mei in lustrumjaren.
2. In geval werknemer wordt ingeroosterd op een van de in lid 1 bedoelde verlofdagen, is hij gerechtigd de gewerkte uren op een latere datum als compensatieverlof op te nemen. 45 - Levensloop4
1. De werknemer die deelneemt aan een levensloopregeling kan het gespaarde tegoed opnemen binnen de grenzen van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. Een verzoek tot verlof in het kader van de levensloopregeling dient door werknemer schriftelijk bij werkgever te worden ingediend.
2. Werkgever kan het verzoek van werknemer afwijzen indien het bedrijfsbelang dat noodzakelijk maakt. Werkgever is gehouden in overleg met werknemer te zoeken naar een alternatieve mogelijkheid voor de opname van het verlof. Werkgever deelt zijn besluit schriftelijk mee aan werknemer.
Verlof op feestdagen. De medewerker heeft recht op verlof op de volgende feestdagen. De werkgever betaalt het salaris van de medewerker door op deze dagen. Vallen deze feestdagen op een zaterdag of zondag? Dan heeft de medewerker geen recht op verlof. ▪ Nieuwjaarsdag ▪ Tweede paasdag ▪ Koningsdag ▪ Vanaf 2010 één keer per 5 jaar op 5 mei ▪ Hemelvaartsdag ▪ Tweede pinksterdag ▪ Eerste en tweede kerstdag Wil de medewerker verlof voor het vieren van een niet-christelijke feestdag of gedenkdag? Dan moet ze dit op tijd aanvragen bij de werkgever. De medewerker kan alleen vrij krijgen voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten. De werkgever bepaalt na overleg met de medewerker op welke manier de medewerker vrij krijgt: ▪ De medewerker krijgt vrij volgens haar rooster. ▪ De medewerker gebruikt een vakantiedag. ▪ De medewerker krijgt buitengewoon verlof. De werkgever kan er dan voor kiezen het salaris wel of niet door te betalen.