Visserij Voorbeeldclausules

Visserij. Tenzij anders bepaald is de toegang tot en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en visserijgronden die zich bevinden in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Lid-Staten van de Gemeenschap vallen, beperkt tot vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren en die op het grondgebied van de Gemeenschap geregistreerd zijn.
Visserij. De partijen onderzoeken de mogelijkheid om in de visserijsector gebieden van wederzijds belang aan te wijzen waarop samenwerking voor elk van hen voordeel zou opleveren. In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met het communautair acquis op visserijgebied, waaronder de naleving van internationale verplichtingen betreffende regels van de internationale en de regionale visserijorganisaties inzake het beheer en de instandhouding van de visbestanden.
Visserij. Voor de visserij is toestemming van het bevoegde overheidsorgaan noodzakelijk.
Visserij. 1. Gezien het belang van het visserijbeleid voor hun onderlinge betrekkingen verbinden de partijen zich tot nauwere economische en technische samenwerking, die kan leiden tot bilaterale en/of multilaterale overeenkomsten inzake de visserij op volle zee. 2. Bovendien onderstrepen de partijen het belang dat zij hechten aan de naleving van de wederzijdse verbintenissen die vervat zijn in de door hen op 25 januari 2001 ondertekende regeling.
Visserij. Tenzij anders bepaald, is de toegang tot en het gebruik van biologische hulpbronnen en visserijgronden die zich bevinden in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van lidstaten van de Europese Unie vallen, beperkt tot vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren en op het grondgebied van de Europese Unie geregistreerd zijn.
Visserij. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de visserijprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap en Polen waarop Verordening (EEG) 3687/91 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten van toepassing is.
Visserij. In het MER wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van visserij en de mogelijke inte racties met zandwinning (sectie 5.7.2.2.). De bestaande controlezones 1, 2, 3 en 4 overlappen met zones waar visserij plaatsvindt en bij een voortzetting van de ontginningsactiviteiten in deze gebieden is er geen verlies aan visgronden. Bij uitbreiding van zandwinning naar controlezone 5, ontstaat een bijkomend, relatief klein gebied waar visserij en zandwinning kunnenoverlappen. Ruimtelijke interactie zal echter beperkt zijn, gezien visserij zich voornamelijk concentreert in geulen en op flanken van zandbanken, terwijl zandwinning zich afspeelt op de toppen van de banken. De effecten van zandwinning op benthos en vis, en dus ook op visserij, worden in andere hoofdstukken besproken. De impact die vastgesteld werd bij de monitoring (zie ook Vandenreyken, 2020; 2021 – Bijlage 2) is beperkt.
Visserij. 1. 32002 R 2371: Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59). Aan bijlage I worden de volgende punten toegevoegd: „11. KROATISCHE KUSTWATEREN (*) Geografisch gebied Lidstaat Soort Hoeveelheid of bijzondere bepalingen 12 mijl beperkt tot het zeegebied on­ der de soevereiniteit van Kroatië ben­ oorden 45°10' NB langs de westkust van Istrië, van de buitengrens van de territoriale zee van Kroatië, waar deze breedtelijn de westkust van Istrië raakt (kaap Grgatov rt Funtana) Slovenië Demersale en kleine pe­ lagische soorten, inclu­ sief sardine en ansjovis 100 ton voor ten hoogste 25 vissersvaartuigen, daar­ onder begrepen 5 met trawlnetten uitgeruste vaar­ tuigen (*) Deze regeling is van toepassing vanaf het moment dat de arbitrale uitspraak die voortvloeit uit de op 4 november 2009 in Stockholm ondertekende arbitrageovereenkomst tussen de regering van de Republiek Slovenië en de regering van de Republiek Kroatië, volledig ten uitvoer is gelegd.
Visserij. 1. De partijen bevorderen de dialoog en versterken de samenwerking met betrekking tot het visserijbeleid overeen­ komstig de voorzorgsbenadering en ecosysteemgerichte benadering met het oog op de bevordering van de instand­ houding op de lange termijn, doeltreffend beheer en het duurzaam gebruik van visbestanden op basis van de beste wetenschappelijke informatie over visbestanden die beschikbaar is. 2. De partijen versterken de uitwisseling van standpunten en informatie en bevorderen internationale samenwerking om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. 3. De partijen versterken de samenwerking met de desbetreffende regionale organisaties voor visserijbeheer.
Visserij. 32006 R 1967: Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 11), (Gerectificeerde versie in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6). a) In afwijking van artikel 13, leden 1 en 2, is het voor vaartuigen die uitsluitend geregistreerd en actief zijn in het gebied ten westen van Istrië, tot en met 30 juni 2014 toegestaan bodemtrawls te gebruiken op een diepte van minder dan 50 meter op een minimumafstand van 1,5 zeemijl uit de kust. Deze afwijking is van toepassing op het deel dat „gebied ten westen van Istrië” wordt genoemd en dat wordt afgebakend vanaf het punt met de geografische coördinaten φ=44,52135 en λ=14,29244, volgens een lijn pal naar het noorden en een lijn pal naar het westen. Voor schepen met een lengte over alles van minder dan 15 meter is het Kroatië tot en met 30 juni 2014 toegestaan op een diepte van meer dan 50 meter bodemtrawls te gebruiken mits een minimumafstand van 1 zeemijl uit de kust in acht wordt genomen en alle andere beperkingen in ruimte en tijd die op de datum van toetreding worden toegepast, worden nageleefd. b) In afwijking van artikel 17, lid 1, is het een beperkt aantal en niet meer dan 2 000 vaartuigen in de specifieke categorie van niet-beroepsmatige visserijactiviteiten, genaamd „kleinschalige ambachtelijke visserij voor persoonlijke behoeften”, tot en met 31 december 2014 toegestaan ten hoogste 200 meter kieuwnet te gebruiken, op voorwaarde dat alle andere op de datum van toetreding geldende beperkingen van toepassing blijven. Kroatië legt uiterlijk op de datum van toetreding de lijst van onder deze overgangsperiode vallende vaartuigen voor aan de Commissie, onder opgaaf van hun kenmerken en hun, in GT en kW uitgedrukte, vermogen.