Volledige arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Volledige arbeidsongeschiktheid. De verzekerde is voor ons volledig arbeidsongeschikt als hij door een ziekte, een operatie of door een ongeval fysiek niet meer in staat is om zijn werk verder te doen. Voor ons is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid als: • een arts vaststelt dat de verzekerde fysiek niet in staat is om te werken; • de verzekerde tot op het moment van de arbeidsongeschiktheid een voltijdse of deeltijdse beroepsactiviteit uitoefende en daarvoor op regelmatige basis een loon of vergoeding kreeg.
Volledige arbeidsongeschiktheid. De volledige lichamelijke ongeschiktheid voor de verzekerde om zijn werk of een andere bezoldigde activiteit voort te zetten of te hernemen als gevolg van een ziekte, een aandoening, een heelkundige ingreep of een ongeval. Deze lichamelijke ongeschiktheid dient door een arts te worden vastgesteld. De verzekerde wordt enkel geacht arbeidsongeschikt te zijn voor zover hij op de eerste dag van zijn arbeidsongeschiktheid nog werkelijk een beroepsactiviteit uitoefende – voltijds of deeltijds – waarvoor hij een regelmatige vergoeding kreeg.
Volledige arbeidsongeschiktheid. De dekkingen bij arbeidsongeschiktheid dekken enkel de volledige arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid betreft de vermindering van de lichamelijke integriteit van de aangeslotene ten gevolge van een ziekte die of een ongeval dat een vermindering van verdienvermogen van de aangeslotene en een bijhorend verlies van beroepsinkomsten tot gevolg heeft. Bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met het uitgeoefende beroep en de herscholingsmogelijkheden in een beroepsactiviteit die met zijn kennis, zijn bekwaamheid en zijn sociale situatie in normale economische voorwaarden verenigbaar is. De beoordeling van de arbeidsongeschiktheidsgraad staat los van enig ander economisch criterium. Enkel de volledige arbeidsongeschiktheid is gedekt (zie hoger). De arbeidsongeschiktheid wordt als volledig beschouwd wanneer de arbeidsongeschiktheidsgraad minstens 67% bedraagt. De beslissingen genomen door de Sociale Zekerheid of enige andere soortgelijke instelling binden de verzekeraar niet. Om te beoordelen of de arbeidsongeschiktheidsgraad van minstens 67% (ook ‘arbeidsongeschiktheidsdrempel’ genoemd) al dan niet bereikt is, wordt de werkelijke arbeidsongeschiktheidsgraad, verminderd met de arbeidsongeschiktheidsgraad voortvloeiend uit of verband houdend met een niet gedekte oorzaak (zie 3.3.3), een uitgesloten risico (zie 3.3.9) en/of een niet gedekte voorafbestaande ziekte of aandoening (zie 3.4.1), in aanmerking genomen. Om recht te hebben op tussenkomst van de verzekeraar moet dus de werkelijke arbeidsongeschiktheidsgraad, na aftrek van de arbeidsongeschiktheidsgraad die voortvloeit uit of verband houdt met een niet gedekte oorzaak, een uitgesloten risico en/of een niet-gedekte voorafbestaande ziekte of aandoening, minstens 67% bedragen. Bedraagt de aldus in aanmerking genomen arbeidsongeschiktheidsgraad minder dan 67%, dan is er generlei tussenkomst van de verzekeraar. Naargelang het zinsverband, verwijst de term ‘arbeidsongeschiktheid’ in deze Algemene Voorwaarden en in andere polisdocumenten naar de hierboven gedefinieerde ‘volledige arbeidsongeschiktheid’.
Volledige arbeidsongeschiktheid. Werknemer is tenminste 104 weken arbeidsongeschikt wegens ziekte geweest en: – werkgever is niet langer verplicht tot loondoorbetaling en; – aan werknemer is een uitkering op grond van de WIA toegekend op basis van een arbeidson- geschiktheidspercentage van 80%–100%. Na reglement 22 wordt een nieuw reglement 23 ingevoerd dat komt te luiden:
Volledige arbeidsongeschiktheid. Bij volledige arbeidsongeschiktheid zal 2 jaar na aanvang ziekte het dienstverband worden beëindigd. Betrokken medewerker ontvangt een aanvulling op zijn / haar WIA- uitkering gedurende de periode, die wordt vastgesteld op basis van de formule leeftijd en diensttijd. De aanvulling wordt bepaald op basis van hetgeen is vastgelegd in bijlage IV.
Volledige arbeidsongeschiktheid. De werkgever heeft geen recht op verstrekking van het fonds: Indien en zolang de werknemer volledig arbeidsongeschikt is.
Volledige arbeidsongeschiktheid. In geval van volledige arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of ongeval en onder voorbehoud dat deze minstens 60 opeenvolgende dagen duurt, verbindt de verzekeraar er zich toe, volgens de algemene voorwaarden, de maandaflossingen te betalen gedurende deze werkonderbreking.
Volledige arbeidsongeschiktheid. Periode waarin een persoon niet volledig in staat is om de gebruikelijke activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren, om fysieke of psychologische redenen, hetzij tijdens de uitoefening van een beroepsactiviteit of daarbuiten.
Volledige arbeidsongeschiktheid. Werkgever heeft geen recht op een vergoeding van het fonds; Indien en zolang de werknemer volledig arbeidsongeschikt is.

Related to Volledige arbeidsongeschiktheid

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof. 2. De werknemer is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering, zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en ook overigens de hem in dit verband door de Arbodienst of uitvoeringsorganisatie gegeven voorschriften na te leven. 3. De werknemer die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt gedurende een termijn van twaalf maanden zijn volledige salaris. Vervolgens (tweede ziektejaar) ontvangt werknemer over de verlofuren wegens ziekte 70% van zijn salaris tot het einde dienstverband. De werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt vanaf zijn eerste ziektedag gedurende maximaal 13 weken aanspraak op zijn volledige salaris. Na deze periode heeft bedoelde werknemer geen recht meer op loon. 4. De werknemer die gerekend vanaf de eerste ziektedag twee jaar (104 weken) onafgebroken niet in staat is geweest zijn arbeid wegens ziekte geheel of gedeeltelijk te verrichten, heeft recht op een WIA- uitkering, indien hij aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. 5. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is onverkort van toepassing op een werknemer die in het eerste ziektejaar een vervroegde geneeskundige keuring aanvraagt en aansluitend door het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard. 6. Indien het UWV op grond van artikel 25 negende lid van de WIA een tijdvak vaststelt, gedurende welke de werknemer jegens de werkgever aanspraak op loon heeft, ontvangt de werknemer over dat tijdvak loon ter hoogte van 80% van zijn loon over de verlofuren wegens ziekte. 7. Indien de werknemer een WAO, WIA-, IP- of een AAOP-uitkering is toegekend, wordt het bedrag van die uitkering(en) in mindering gebracht op het bedrag, waarop hij ingevolge de in het vierde of vijfde lid opgenomen bepaling recht heeft. 8. Indien, als gevolg van het handelen of nalaten van handelingen door werknemer, de WAO of WIA- uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wel blijvende of tijdelijke vermindering ondergaat, wordt deze uitkering voor de toepassing van het vierde of vijfde lid geacht steeds onverminderd te zijn genoten. 9. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is niet van toepassing op een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.