Voorzieningen bij overlijden Voorbeeldclausules

Voorzieningen bij overlijden. 1. Met inachtneming van het gestelde in artikel 7: 674 BW, zal bij overlijden van de werknemer, door werkgever aan zijn weduwe dan wel weduwnaar, of bij ontstentenis van deze aan de gezamenlijke minderjarige wezen, wier kosten van levensonderhoud grotendeels ten laste van de werknemer kwamen, een overlijdensuitkering ter hoogte van driemaal het maandsalaris dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam, worden betaald. Op deze uitkering wordt in mindering gebracht eventuele uitkeringen waarop in verband met het overlijden krachtens een wettelijk ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering aanspraak bestaat. 2. Bij ontstentenis van de in lid 1 genoemde personen, zal de uitkering worden verstrekt aan personen, aan wie werknemer ten tijde van zijn overlijden een substantiële bijdrage in de kosten van levensonderhoud betaalde, een en ander ter beoordeling van werkgever. 3. Bij ontstentenis van de personen als vermeld onder 1 en 2, zal werkgever een tegemoetkoming in de kosten van overlijden ter hoogte van maximaal 1 maal het maandsalaris, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam, kunnen verstrekken aan personen, die daarvoor naar haar oordeel in aanmerking komen. 4. Indien de werknemer ten tijde van zijn overlijden in opdracht van werkgever buiten Nederland verblijft, is werkgever bereid, op verzoek van degene(n) die zij daartoe gerechtigd acht, het stoffelijk overschot op haar kosten naar Nederland te doen vervoeren, voor zover deze kosten niet door een verzekering of een voorziening ingevolge enige sociale verzekeringswet zijn gedekt. 5. Bij overlijden van de werknemer zal betaling van hem nog toekomende saldi van vakantiedagen, premie- en compensatiedagen en betaling van eventueel andere de werknemer nog toekomende uitkeringen of vergoedingen aan de in lid 1 vermelde personen c.q. - dit ter beoordeling van werkgever - aan de in lid 2 bedoelde personen plaatsvinden. 6. Indien ingeval van vermissing van een werknemer geen wettig bewijs van overlijden bestaat, doch met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet worden aangenomen, dat de werknemer is overleden, zal werkgever met de werknemersorganisatie(s) in overleg treden.
Voorzieningen bij overlijden. 1. Met inachtneming van het gestelde in artikel 7: 674 BW zal bij overlijden van de medewerker, door werkgever aan zijn partner, of bij ontstentenis van deze aan de gezamenlijke wezen, wier kosten van levensonderhoud groten- deels ten laste van de medewerker kwamen, een overlijdensuitkering ter hoogte van 3 maal het maandsalaris, dat de medewerker laatstelijk rechtens toekwam worden betaald. Op deze uitkering wordt in mindering gebracht eventuele uitkeringen waarop in verband met het overlijden krach- tens een wettelijk ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering aanspraak bestaat. 2. Bij ontstentenis van de in lid 1 genoemde personen, zal de uitkering worden verstrekt aan personen, aan wie me- dewerker ten tijde van zijn overlijden een substantiële bijdrage in de kosten van levensonderhoud betaalde, een en ander ter beoordeling van werkgever. 3. Bij ontstentenis van de personen als vermeld onder 1 en 2, zal werkgever een tegemoetkoming in de kosten van overlijden ter hoogte van maximaal 1 maal het maandsalaris, dat de medewerker laatstelijk rechtens toekwam, kunnen verstrekken aan personen, die daarvoor naar haar oordeel in aanmerking komen.
Voorzieningen bij overlijden artikel 3.32 (vergoeding huispersoneel), als u gedurende uw tijdelijke tewerkstelling een dienstwoning bewoont en ten behoeve van deze woning geen huispersoneel beschikbaar is dat direct of indirect door uw werkgever wordt betaald
Voorzieningen bij overlijden. (1) Bij overlijden van de werknemer zal aan de rechthebbende(n) een uitkering worden verstrekt volgens de regelen bij de wet gesteld, met dien verstande dat de uitkering 3 x het maandsalaris, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam, zal bedragen. Ook de in art. 1.10.b bedoelde partner alsmede de in art. 1.6.e bedoelde kinderen worden in dit verband als rechthebbenden beschouwd. (2) Bij ontstentenis van de in de wet genoemde personen zal een uitkering gelijk aan 2 x het maandsalaris, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam, worden verstrekt aan de personen aan wie de werkne­ mer ten tijde van zijn overlijden periodiek een vaste bijdrage in de kosten van levensonderhoud betaal­ de. Geschiedde dit aan meer dan één persoon dan wordt de uitkering gelijkelijk onder hen verdeeld. (3) Bij ontstentenis van de personen genoemd in de wet en onder punt 2 zal een uitkering gelijk aan 1 x het maandsalaris, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam, worden verstrekt aan de gezamenlijke erfgenamen van de werknemer, voor zover dit natuurlijke personen zijn. (4) Indien de werknemer ten tijde van zijn overlijden in opdracht van de KLM buiten Nederland verblijft, is de KLM bereid, op verzoek van degene(n) die zij daartoe gerechtigd acht, het stoffelijk overschot op haar kosten naar Nederland te doen vervoeren, voor zover deze kosten niet door een verzekering zijn gedekt.
Voorzieningen bij overlijden. 1. Bij overlijden van Werknemer zal Werkgever aan zijn Partner, of bij afwezigheid daarvan aan de gezamenlijk minderjarige wezen, een overlijdensuitkering geven. De hoogte van de uitkering is 3 x het laatste maandsalaris waar Werknemer recht op had. Op de overlijdensuitkering wordt in mindering gebracht eventuele uitkeringen waarop in verband met het overlijden krachtens een wettelijke ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering aanspraak bestaat. 2. Bij afwezigheid van de in lid 1 genoemde personen, zal de overlijdensuitkering worden gegeven aan personen, aan wie Werknemer voor zijn overlijden een aanzienlijke financiële bijdrage in de kosten van het levensonderhoud betaalde. Eén en ander ter beoordeling van Werkgever. 3. Bij afwezigheid van de personen genoemde in lid 1 of lid 2 zal Werkgever een overlijdensuitkering van maximaal 1 x het laatste maandsalaris waar Werknemer recht op had betalen aan de personen, die daarvoor naar het oordeel van Werkgever voor in aanmerking komen. 4. Mocht Werknemer tijdens zijn overlijden in opdracht van Werkgever in het buitenland zijn, dan is Werkgever bereid, op verzoek van de personen genoemd onder A, B en C, om het stoffelijk overschot op haar kosten naar Nederland te vervoeren. Alleen als deze kosten niet door een verzekering of een voorziening als gevolg van enige sociale verzekeringswet zijn gedekt. 5. Bij overlijden van Werknemer zal betaling van hem nog toekomende openstaande vakantiedagen, premie en compensatiedagen en betaling van eventueel andere de Werknemer nog toekomende uitkeringen of vergoedingen aan de in lid 1 vermelde personen c.q. -dit ter beoordeling van Werkgever- aan de in lid 2 bedoelde personen plaatsvinden. 6. Indien in geval van vermissing van een Werknemer geen wettig bewijs van overlijden bestaat, echter met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet worden aangenomen dat Werknemer is overleden, zal Werkgever met de Werknemersorganisatie(s) in overleg treden.
Voorzieningen bij overlijden. 1. Vervoer stoffelijk overschot In geval een werknemer tijdens het werk dan wel op weg naar of van het werk overlijdt, zal de werkgever de kosten van het vervoer van het stoffelijk overschot naar het woonadres in Nederland van betrokkene vergoeden.

Related to Voorzieningen bij overlijden

  • Voorzieningen Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de Vennootschap een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitgaande kasstroom noodzakelijk zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen worden gewaardeerd door de verwachte toekomstige kasstromen aan de actuele marktrente te berekenen en, indien toepasbaar, door het specifieke risico dat aan de verplichting gelinkt is te weerspiegelen.

  • Nutsvoorzieningen De verkrijger is vrij alle eventuele bestaande contracten betreffende water-, gas- of elektriciteitsvoorziening of enige andere distributiedienst over te nemen, dan wel nieuwe aan te gaan. Hij stelt deze diensten op de hoogte van zijn aankoop.

  • Voorlopige voorziening Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.

  • Prijsherziening Overeenkomstig artikel 38/7 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet deze opdracht een prijsherzieningsbepaling.

  • Onvoorziene omstandigheden 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 5, draagt de consument het risico van het door de onder- nemer aantreffen van een zaak die een wezenlijke belemmering of bemoeilijking van de uitvoering betekent, behoudens voor zover de ondernemer redelijkerwijs van de aanwezigheid van die zaak op de hoogte was of op de hoogte behoorde te zijn. 2. Wanneer zich onvoorziene omstandigheden met be- trekking tot de aanvang en uitvoering van het werk voordoen, doet de ondernemer hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de consument en treden ondernemer en consument met elkaar in overleg. 3. Indien de ondernemer de consument niet kan bereiken, dient hij het werk te onderbreken, behalve indien de onvoorziene omstandigheid onmiddellijk handelen vereist. 4. Eventuele extra kosten die de ondernemer moet ma- ken in verband met een onvoorziene omstandigheid die onmiddellijk handelen vereist en die redelijk zijn ter beperking van de schade, zullen door de consu- ment worden vergoed, tenzij de omstandigheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor risico van de ondernemer komt. 5. Indien de onvoorziene omstandigheid niet onmid- dellijk handelen vereist, kan de consument meer- en minderwerk opdragen.

  • Algemene overwegingen Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie- vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.

  • Herziening Indien de maatschappij haar tarieven en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen herziet, heeft zij het recht deze verzekering aan die nieuwe tarieven en/of voorwaarden aan te passen. De maatschappij zal die aanpassing vooraf aankondigen.

  • Andere verzekering / voorziening / regeling De verzekering of dekking dekt de schade niet als u rechten kunt ontlenen aan een andere verzekering, voorziening of regeling (of als u deze rechten zou kunnen ontlenen als de verzekering niet zou bestaan).