Winst en uitkeringen Voorbeeldclausules

Winst en uitkeringen. 17.1 De algemene vergadering is bevoegd tot bestemming van de winst die door de vaststelling van de jaarrekening is bepaald en tot vaststelling van uitkeringen, met inachtneming van de beperkingen volgens de wet.
Winst en uitkeringen. 17.1 De algemene vergadering is bevoegd tot bestemming van de winst die door vaststelling van de jaarrekening is bepaald. Indien de algemene vergadering niet voorafgaand aan of uiterlijk direct na het besluit tot vaststelling van de jaarrekening een besluit neemt tot bestemming van de winst, zal de winst worden gereserveerd.
Winst en uitkeringen. 17.1. De algemene vergadering is bevoegd tot bestemming van de winst die door vaststelling van de jaarrekening is bepaald. Indien de algemene vergadering niet voorafgaand aan of uiterlijk direct na het besluit tot vaststelling van de jaarrekening een besluit neemt tot bestemming van de winst, zal de winst worden gereserveerd. 20.1 De winst, zoals die blijkt uit de vastgestelde winst- en verliesrekening, staat geheel ter beschikking van de Algemene Vergadering. - Reserveringsbevoegdheid toegekend aan algemene vergadering in plaats van aan directie. - Toevoeging van een regeling voor het geval er geen uitdrukkelijk besluit omtrent winstbestemming wordt genomen.9
Winst en uitkeringen. 16.1 De Winst van de Vennootschap staat ter beschikking van de Vennoten. Op voorstel van de Beherend Vennoot kan bij Vennoten Besluit een deel van de winst worden gereserveerd of kan ten laste van de winst een voorziening worden getroffen.
Winst en uitkeringen. 17.1 De vennootschap kent een gewone agioreserve en een prioriteit agioreserve.
Winst en uitkeringen. 23.1 Na vaststelling van de jaarrekening over een boekjaar wordt uit de winst die in dat boekjaar is behaald eerst zo veel mogelijk op elk preferent aandeel A een preferent dividend uitgekeerd waarvan het percentage, te berekenen op basis van na te melden berekeningsgrondslag, gelijk is aan het in procenten uitgedrukte totale dividend dat in het voorafgaande boekjaar op elk gewoon aandeel is uitgekeerd gedeeld door de gemiddelde beurskoers van een ge- woon aandeel gedurende dat boekjaar. De gemiddelde beurskoers zoals be- doeld in de vorige volzin betreft de gemiddelde slotkoers van een gewoon aandeel op Euronext Amsterdam op handelsdagen van Euronext Amsterdam gedurende het desbetreffende boekjaar. Het percentage zoals bedoeld in de eerste volzin kan worden verhoogd of verlaagd met een door het bestuur in overleg met de raad van commissarissen vast te stellen opslag of korting van ten hoogste éénhonderd (100) basispunten. De grondslag voor de berekening van het dividend op de preferente aandelen A beloopt vijf euro negenentwin- tig en tweeënveertig/honderdste eurocent (EUR 5,2942) per preferent aandeel
Winst en uitkeringen. 23.1 Na vaststelling van de jaarrekening over een boekjaar wordt uit de winst die in dat boekjaar is behaald eerst zo veel mogelijk op elk preferent aandeel A een preferent dividend uitgekeerd waarvan het percentage, te berekenen op basis van na te melden berekeningsgrondslag, gelijk is aan het in procenten uitgedrukte totale dividend dat in het voorafgaande boekjaar op elk gewoon aandeel is uitgekeerd gedeeld door de gemiddelde beurskoers van een gewoon aandeel gedurende dat boekjaar. De gemiddelde beurskoers zoals bedoeld in de vorige volzin betreft de gemiddelde slotkoers van een gewoon aandeel op Euronext Amsterdam op handelsdagen van Euronext Amsterdam gedurende het desbetreffende boekjaar. Het percentage zoals bedoeld in de eerste volzin kan worden verhoogd of verlaagd met een door het bestuur in overleg met de raad van commissarissen vast te stellen opslag of korting van ten hoogste éénhonderd (100) basispunten. De grondslag voor de berekening van het dividend op de preferente aandelen A beloopt vijf euro negenentwintig en tweeënveertig/honderdste eurocent (EUR 5,2942) per preferent aandeel A. Indien in een boekjaar geen winst is gemaakt of de winst de in de vorige volzin bedoelde uitkering niet geheel toelaat, of indien de uitkering op grond van de wet niet of niet geheel kan worden gedaan, wordt het tekort uitgekeerd ten laste van de winst over volgende boekjaren, telkens zoveel mogelijk, na vaststelling van de jaarrekening over het desbetreffende boekjaar. De betaalbaarstelling van een uitkering als hiervoor bedoeld geschiedt ingevolge een besluit van het bestuur; het bepaalde in artikel 23.4 tweede volzin is van overeenkomstige toepassing.
Winst en uitkeringen. 26.1 Het bestuur bepaalt welk gedeelte van de winst die in een boekjaar is behaald, zal worden gereserveerd.
Winst en uitkeringen. 26.1 Uit de winst die in een boekjaar is behaald, wordt eerst zo veel mogelijk op het prioriteitsaandeel uitgekeerd een dividend waarvan het bedrag gelijk is aan twee procent (2%) op jaarbasis, berekend over het nominale bedrag van het prioriteitsaandeel. Op het prioriteitsaandeel worden geen verdere uitkeringen gedaan.
Winst en uitkeringen. 27.1 Het Bestuur is bevoegd tot bestemming van de winst die door vaststelling van de jaarrekening is bepaald, waarbij geldt dat: