Aanbevelingen. ARTIKEL 38 ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSBELEID Cao-partijen bevelen werkgevers en ondernemingsraden afspraken te maken met betrekking tot het te voeren arbeidsongeschiktheidsbeleid in de onderneming. Als leidraad kan daartoe het tussen AWVN en FNV overeengekomen protocol met betrekking tot de wet verbetering Poortwachter dienen. Dit protocol kan worden aangevraagd bij een der cao-partijen.
Aanbevelingen. Het bestuur heeft geen specifieke aanbevelingen voor dit onderdeel.
Aanbevelingen. Er worden geen bijkomende aanbevelingen voorgesteld.
Aanbevelingen. De aanbevelingen die in dit rapport worden gegeven zijn het antwoord op de hoofdvraag: Aan de hand van de deelvragen is duidelijk geworden dat er een paar aspecten zijn waar de accountant zich in kan verbeteren in de advisering in het huwelijksvermogensrecht voor de agrarische klant. De gekozen aspecten zijn de interne processen en de informatievoorziening.
Aanbevelingen. De bevindingen en conclusies van dit onderzoek leiden tot diverse aanbevelingen. In het gedecentraliseerde stelsel is hierbij van belang om scherp te benoemen aan wie deze aanbevelingen primair geadresseerd zijn. We onderscheiden aanbevelingen op drie niveaus. Aanbevelingen die rechtstreeks raken aan het (al dan niet) aanpassen van wetgeving kunnen alleen aan het ministerie van VWS gericht zijn - dit is het eerste niveau. Aanbevelingen die rechtstreeks op individuele gemeenten (of inkoopsamenwerkingsverbanden van gemeenten) gericht zijn, betreffen het derde niveau. Hiertussen zit een tweede niveau van aanbevelingen dat door de aard ervan gericht is op de gemeenten gezamenlijk, bijvoorbeeld om ten behoeve van alle gemeenten samen kennis te ontwikkelen en te vergroten. Dit zijn aanbevelingen die het niveau van individuele gemeenten (waar de kennisontwikkeling uiteindelijk wel moet landen) overstijgen en die bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van efficiëntie op een meer centraal niveau navolging behoeven. Vanuit een uitvoeringsperspectief ligt de verantwoordelijkheid voor deze kwesties primair bij gemeenten. Toch heeft VWS als stelselverantwoordelijke als het gaat om nieuwe kennisontwikkeling ook een agenderende, stimulerende en faciliterende rol. Gemeenten organiseren gezamenlijke uitvoerings- en kennisontwikkelingstaken in het sociaal domein via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), en ook speelt VNG een belangrijke vertegenwoordigende rol.
1. Leg vanuit het stelsel geen (wettelijke) beperkingen op met betrekking tot het hanteren van open house als inkoopmethodiek voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg.
2. Verhoog het kennisniveau bij gemeenten op het gebied van inkoopsystematiek én ten aanzien van de maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp die ingekocht wordt in het sociaal domein.
3. Verhoog het kennisniveau op het gebied van het toezicht op het zorgstelsel en de prioriteit hiervoor bij gemeenten.
4. Bevorder het kennisniveau bij gemeenten op het gebied van tariefdifferentiatie en onderzoek of er naast huidige voorbeelden meer mogelijkheden zijn.
Aanbevelingen. § 1. De wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voorziet in haar artikel 54 de mogelijkheid voor een logopedist die is toegetreden tot de nationale overeenkomst om sociale voordelen te verkrijgen. De sector logopedie heeft steeds belangrijke inspanningen geleverd op het vlak van de toegankelijkheid van verstrekkingen van de logopedische nomenclatuur voor patiënten die hier beroep op doen (veel kinderen en ouderen). De toetredingsgraad van logopedisten tot de overeenkomst is zeer hoog (in 2014: 97% van de logopedisten zijn toegetreden tot de overeenkomst). Een ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering hiervan zal uitgewerkt worden: dit zal voorzien dat een bepaalde activiteitendrempel moet behaald worden om van deze voordelen te kunnen genieten die ten laste zijn van de administratieve kosten van het RIZIV – Dienst geneeskundige zorgen. Een gemoduleerd sociaal statuut verdient de voorkeur gezien de diversiteit binnen de beroepsgroep logopedisten ivm prestaties in de verplichte ziekteverzekering.
§ 2. De Overeenkomstencommissie beveelt een financiële tegemoetkoming aan van het RIZIV voor het gebruik van een gehomologeerd softwarepakket voor het beheer van de gegevens die door de logopedisten moeten bewaard worden (KB van 10 november 2006) en met het oog op een toekomstige elektronische facturering van door hen geleverde prestaties in het kader van MyCarenet. De Overeenkomstencommissie zal in de loop van 2015 een ontwerp van koninklijk besluit uitwerken dat de voorwaarden vastlegt waaronder de verplichte ziekteverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor het gebruik van de telematica en het elektronisch beheren van de dossiers.
§ 3. De Commissie vraagt aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid het koninklijk besluit van 20.10.1994 te wijzigen zodat een bilan door de logopedist kan opgemaakt worden zonder voorschrift van een arts
§ 4. De Commissie vraagt aan de Dienst in 2015 een becijferde schatting te bezorgen van de vermoedelijke budgettaire impact op de uitgaven van de logopedie in de monodisciplinaire nomenclatuur van de effecten van de vergrijzing van de bevolking. Op basis van deze schatting en op basis van het meest recente rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing zal de Commissie het debat voeren over hoe de nomenclatuur logopedie op een kwaliteitsvolle en kostenefficiënte wijze kan inspelen op de effecten van de vergrijzing va...
Aanbevelingen a) KSA Droeshout staat in voor het plaatsen en afbreken van de tent. De huurder breekt de tent nooit zelf af!
b) De tent nooit met zeep reinigen, ze goed laten drogen en afborstelen.
c) Bij zware regenval de tent regelmatig controleren om opstapelend water te voorkomen.
d) Vermijd het hangen aan de constructie van de tent.
e) De huurder neemt akte van het feit dat er geen grondzeil of vloerplaten voorzien zijn bij de verhuring van de tent.
Aanbevelingen. Het Rekenhof herinnert eraan dat de regels voor overheidsopdrachten moeten worden nageleefd: de mededingingsbeginselen, het verbod om merken te vermelden of technische specificaties te hanteren die de mededinging beperken, de conformiteit van de handelingen met de bepalingen in de opdrachtdocumenten, de noodzaak om het gebruik van een onderhandelingsprocedure adequaat te motiveren, de verplichting om de voorwaarden voor toegang tot de opdracht evenals de regelmatigheid van de ingediende offertes te verifiëren. Het vestigt eveneens de aandacht op het begrotingsprincipe op grond waarvan de opdracht voorafgaandelijk moet worden aangerekend op de vastleggingskredieten. Wat het beheer van de opdrachten betreft, beveelt het Rekenhof aan: • het gebruik van de bestaande modeldocumenten te veralgemenen; • het gecentraliseerde beheersysteem af te werken waarmee documenten in verband met overheidsopdrachten kunnen worden gedeeld; • de opdrachtenprocedures te documenteren door de stukken systematisch te digitaliseren (en meer bepaald de bewijzen dat er een beroep werd gedaan op mededinging, dat het toegangsrecht werd gecontroleerd en dat de beslissingen werden meegedeeld), en dit met het oog op het beheer, de bewaring en de verantwoording van de naleving van de wettelijke verplichtingen; • verschillende soorten erkende benchmarks te gebruiken om de performantie van computersystemen en –programma’s te kunnen beschrijven zonder merken te noemen;
Aanbevelingen. Om deze disfuncties te verhelpen worden meerdere oplossingen voorgesteld: • Inachtneming van het wettelijk kader: de regels zoals vastgesteld door de ordonnanties en de technische reglementen zijn duidelijk en moeten in acht worden genomen. De contracten moeten van start gaan op het ogenblik van aankomst in de woning van de bewoner, niet eerder. De meterstanden moeten overeenkomen met de meterstanden op de datum van aankomst in de woning, zoals bepaald volgens de regels van de ordonnanties. • Wijziging van de MIG: De MIG 6 moet worden gewijzigd opdat hij conform zou zijn aan de gewestelijke ordonnanties. De aanvangsdatum van de energiecontracten moet verplicht samenvallen met de datum van reële aankomst van de nieuwe bewoners, met passende meterstanden. • Verbruik zonder contract: De DNB moet de kosten recupereren van verbruik zonder contractuele basis dat zou hebben plaatsgevonden tussen het vertrek van een bewoner en de aankomst van een volgende bewoner, overeenkomstig de technische reglementen. • Het gebruik bevorderen van het energieovernamedocument of eender welk gelijkwaardig tegensprekelijk document: Het stelselmatig gebruik van de tegensprekelijke meteropname of van een gelijkwaardig document moet worden aangemoedigd om geschillen te vermijden en een nauwkeurige facturatie te garanderen. • Snelle afsluiting van de meters: Een snellere afsluiting van de meters in geval van niet-gemelde verhuizing zou de periodes van verbruik zonder contract beperken. • Uitrol van de slimme meters: Hun veralgemeende uitrol zou een beter beheer mogelijk maken van de verbruiksindexen evenals een nauwkeurigere facturatie, aangezien het op afstand afsluiten en openen dan eenvoudig uitvoerbaar en goedkoper zou zijn. • • Sensibiliseren: Het is belangrijk om consumenten en eigenaars te informeren over de noodzaak om een energieovernamedocument in te vullen en op te sturen in geval van verhuizing alsook om elk tussentijds verbruik te dekken met een contract.
Aanbevelingen. 75. Naar analogie van de bepalingen opgenomen in de rondzendbrief CP4 betreffende het genegotieerd beheer van de publieke ruimte voor de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus komt het zinvol voor de tolerantiegrenzen nog beter te verwoorden in het operatieorder. Aangezien voormelde omzendbrief geen onderscheid maakt tussen beteugelende en niet-beteugelende ordediensten, kan het Vast Comité P alleen maar aanbevelen om voor het toepassen van een consequent vervolgingsbeleid voor alle strafbaar gestelde en bewijsbare feiten steeds in overleg te treden met de gerechtelijke overheid.
76. Het strekt tot aanbeveling om de richtlijnen inzake de aanhoudingen en het gebruik van dwang en geweld in de zin van art. 1, 37 en 38 WPA nauwgezet op te nemen in het operatieorder, aangevuld met de gewenste attitude van de medewerkers en te volgen procedures. Het vermelden van deze wettelijke bepalingen vormt immers een (grotere) garantie dat ze ook zullen worden toegelicht tijdens de briefings die dienen te worden georganiseerd op de verschillende niveausi.
77. In het operatieorder van de PZ BRUGGE staan geen gevaren opgelijst, terwijl deze wel degelijk latent aanwezig zijn. Het lijkt ons dan ook noodzakelijk deze naar analogie van de PZ VLAAMSE ARDENNEN op te lijsten en ter kennis te brengen van de medewerkers tijdens de briefings. Het komt ons verder nuttig voor om in het operatieorder van de PZ BRUGGE eveneens te verwijzen naar risico’s die de PZ VLAAMSE ARDENNEN heeft gedetecteerd en die mogelijks kunnen plaatsvinden bij de start en de verdere aanloop tot de wedstrijd, waarbij concreet gedacht wordt aan enerzijds het citeren van de bevlaggingsacties en anderzijds het wijzen op het voorhanden zijn van informatie dat er duimspijkersii gestrooid kunnen worden, temeer daar er terecht werd voorzien in twee ploegen INDIA met als opdracht informatie in te zamelen aangaande eventuele nevenmanifestaties.
78. Het opnemen van de naam van de officier met wachtdienst in het operatieorder van de PZ BRUGGE vormt een nuttig gegeven, maar het lijkt ons zeker zinvol om kort stil te staan bij de diverse bevoegdheden en te bepalen of hij/zij voor de uitoefening daarvan al dan niet kan worden ingezet tijdens dit evenement. Hierbij wordt onder meer gedacht aan volgende bevoegdheden:
1) ramp, onheil of schadegevallen (art. 17 WPA);
2) de bestuurlijke doorzoeking en ontruiming van gebouwen, bijgebouwen en voertuigen (art. 27 WPA);
3) veiligheidsfouilleringen waar de openbare orde ...