Aantal verlofdagen Voorbeeldclausules

Aantal verlofdagen. De werknemer heeft ieder kalenderjaar, afhankelijk van zijn leeftijd, met behoud van loon, recht op het volgende aantal vakantie- en roostervrije dagen, waarbij een dag gemiddeld 7,4 uur is: - werknemer jonger dan 18 jaar 25 dagen + 4 extra dagen - werknemer van 18 t/m 52 jaar 25 dagen - werknemer van 53 jaar 25 dagen + 1 extra dag - werknemer van 54 jaar 25 dagen + 2 extra dagen - werknemer van 55 jaar of ouder 25 dagen + 13 extra dagen Dit recht ontstaat in het jaar waarin de werknemer de aangegeven leeftijd bereikt.
Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. De opbouw van de vakantiedagen verloopt volgens kalenderjaren. a. Voor oudere werknemers is het geregeld dat zij recht hebben op meer dan 25 verlofdagen per jaar. Per gewerkt kalenderjaar hebben werknemers met een 37,5 urige werkweek recht op: – beneden 18 jaar 29 werkdagen – van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen – van 55 tot en met 59 jaar 32 werkdagen – 60 jaar of ouder 35 werkdagen Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato. b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in artikel 14, heeft bij een twee- daagse schoolplicht over een kalenderjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht is dat 24 dagen. c. In afwijking van lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-VUT of deeltijd vroegpensioen geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werkdagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar. d. Aanvullend op lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die niet in aanmerking komen voor de aanvullingsregeling vroegpensioenregeling (dus na 1 januari 2002 voor het eerst of opnieuw werkzaam zijn geworden in de Timmerindustrie) afhankelijk van hun leeftijd onder- staand recht op extra verlofdagen: – bij 61 jaar 2 werkdagen extra – bij 62 jaar 4 werkdagen extra – bij 63 jaar 6 werkdagen extra – bij 64 jaar 8 werkdagen extra Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato.
Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. De opbouw van de vakantiedagen verloopt volgens kalenderjaren. a. Onderstaande verlofrechten gelden: Per gewerkt kalenderjaar hebben werknemers met een 37,5 urige werkweek recht op: beneden 18 jaar 29 werkdagen 18 jaar en ouder 25 werkdagen Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato. b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in artikel 19, heeft bij een twee- daagse schoolplicht over een kalenderjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht is dat 24 dagen. 2. Extra verlof. Indien een werkgever in overleg met de werknemers of hun gekozen vertegenwoordigers besluit tot een wintersluiting (de dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar) en indien deze wintersluiting in dat jaar vijf snipperdagen vergt, hebben alle werknemers recht op 1 verlofdag extra.
Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. Ten aanzien van iedere werknemer is het recht op verlof als volgt geregeld: a. over het rechtjaar 2003/2004: Werknemers met een 37,5-urige werkweek – beneden 18 jaar 29 werkdagen – van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen – geboren vóór 1 januari 1949 32 werkdagen – geboren vóór 1 januari 1944 35 werkdagen – geboren voor 1 januari 1942 die niet in aanmerking komen voor de aanvullings- regeling van de pre-pensioenregeling Timmerindustrie: 37 verlofdagen b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in arti- kel 14, heeft bij een tweedaagse schoolplicht over een rechtjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht is dat 24 dagen. c. Het rechtjaar 2003/2004 loopt van 21 april 2003 tot en met 18 april 2004. d. In afwijking van lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-VUT geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werk- dagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar. 2. Extra verlof. In het jaar dat de wintersluiting (de dagen tussen Kerstmis en Nieuw- jaar) vijf verplichte snipperdagen vergt, hebben de werknemers recht op 1 verlofdag extra. 3. De werkgever zal aan de werknemer ouder dan 54 jaar, over de 7 resp. 10, resp. 12 extra verlofdagen het individueel overeengekomen loon betalen, alsmede de in artikel 33, lid 1 bedoelde bijdragen en premies. De met deze extra verlofdagen gemoeide loonkosten zijn onder voor- waarden door de werkgever te declareren bij het Vakantiefonds voor de Timmerfabrieken.
Aantal verlofdagen. Ten aanzien van iedere werknemer is het recht op verlof als volgt geregeld: 1. Over het rechtjaar 1997/19982) Werknemers met een 40-urige werkweek – beneden 18 jaar 29 werkdagen; – van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen; – geboren voor 1 januari 1943 32 werkdagen; – geboren voor 1 januari 1938 35 werkdagen. 2. Over het rechtjaar 1998/1999 Werknemers met een 40-urige werkweek 1) Noot van cao-partijen: Indien een prestatiebevorderend systeem van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 21 lid 2 dient het vast overeengekomen loon te worden vermeerderd met de gemiddelde prestatiepremie van de overige dagen van de overige dagen gedurende de betalings- periode waarin het kort verzuim valt. 2) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht. b. De partieel leerplichtige werknemer, als bedoeld in artikel 11 heeft bij een driedaagse werkweek recht op 18 verlofdagen en bij een vierdaagse werkweek recht op 24 verlofdagen per rechtjaar. 1. Het rechtjaar 1997/1998 loopt van 21 april 1997 tot en met 19 april 1998. 2. Het rechtjaar 1998/1999 loopt van 20 april 1998 tot en met 18 april 1999.
Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. Ten aanzien van iedere werknemer is het recht op verlof als volgt geregeld:
Aantal verlofdagen. Als u het gehele kalenderjaar in dienst bent, hebt u recht op het volgende aantal verlofdagen: Als u niet een heel kalenderjaar in dienst bent, hebt u voor iedere maand dienst recht op een twaalfde deel van de hierboven vermelde dagen. Een halve maand dienst wordt afgerond op een volle maand. Minder dan een halve maand dienst wordt buiten beschouwing gelaten. Delen van dagen worden naar boven afge- rond tot een volle dag.
Aantal verlofdagen mei wordt een lustrum feestdag (art. 45 lid 5)
Aantal verlofdagen. Per 1 januari 2006 verloopt de opbouw van de vakantiedagen vol- gens kalenderjaren.
Aantal verlofdagen. Als u het gehele kalenderjaar in dienst bent, hebt u recht op het volgende aantal verlofdagen: t/m 34 jaar 25 35 t/m 39 jaar 26 40 t/m 44 jaar 27 45 t/m 49 jaar 28 50 jaar en ouder 29 Als u niet een heel kalenderjaar in dienst bent, hebt u voor iedere maand dienst recht op een twaalfde deel van de hierboven vermelde dagen. Een halve maand dienst wordt afgerond op een volle maand. Minder dan een halve maand dienst wordt buiten beschouwing gelaten. Delen van dagen worden naar boven afgerond tot een volle dag.