Aanwijzing Voorbeeldclausules

Aanwijzing. De werknemersorganisaties FNV en CNV Vakmensen kunnen ieder binnen elke onderneming een vakbondscontactpersoon aanwijzen. Dit kunnen zij ook doen binnen elk project dat daarvoor in aanmerking komt. ▪ De vakbondscontactpersoon is werknemer van de onderneming en lid van de organisatie die hem aanwijst. ▪ De werknemersorganisatie meldt de werkgever wie als vakbondscontactpersoon is aangewezen.
Aanwijzing. De werknemersorganisaties die partij zijn bij deze cao kunnen ieder binnen elke onderneming een vakbondscontactpersoon aanwijzen. ▪ De vakbondscontactpersoon is werknemer van de onderneming en lid van de organisatie die hem aanwijst. ▪ De werknemersorganisatie meldt de werkgever wie als vakbondscontactpersoon is aangewezen.
Aanwijzing. 8.1 Op grond van artikel 7:402 BW kan het MSC-Bestuur het lid aanwijzingen geven omtrent de uitvoering van de Opdracht. 8.2 Het MSC-Bestuur kan het Lid, op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of een ge- grond vermoeden van zodanige aard dat onmiddellijke beëindiging van de werkzaamheden van het Lid in het Ziekenhuis noodzakelijk moet worden geacht, de aanwijzing geven om tij- delijk geen werkzaamheden te verrichten in het Ziekenhuis, nadat het Lid in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden over het voornemen daartoe. 8.3 Indien het Lid zich niet met een aanwijzing kan verenigen, kan hij daarover uiterlijk binnen 30 dagen na verzending van de schriftelijke mededeling of bevestiging van de aanwijzing een geschil aanhangig maken conform artikel 18 van deze Ledenovereenkomst. Op deze termijn is de Algemene termijnenwet van toepassing. 8.4 Indien een aanwijzing achteraf ongegrond blijkt, treden het MSC-Bestuur en het Lid in over- leg over vergoeding van de gederfde inkomsten en overige schade als gevolg van de aanwij- zing. (…)
Aanwijzing van de Ledenovereenkomst biedt het BC. de mogelijkheid tot het geven van een aan- wijzing. Artikel 8 lid 2 van de Ledenovereenkomst geeft de mogelijkheid voor het MSC bestuur om een Lid, op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of een gegrond vermoeden van zodani- ge aard dat onmiddellijke beëindiging van de werkzaamheden van het Lid in het Ziekenhuis nood- zakelijk moet worden geacht, de aanwijzing te geven om tijdelijk geen werkzaamheden te verrich- ten in het ziekenhuis. Het BC. maakt van deze aanwijzingsbevoegdheid gebruik en geeft u de aan- wijzing: Deze aanwijzing tot non-actiefstelling motiveert BC. als volgt. (…) ‘Op basis van het casus onderzoek door de commissie zelf, X. en V., is de commissie van mening dat het medisch handelen van A. aantoonbaar onvoldoende is. Ook de interviews en de CanMeds be- oordeling geven grondslag voor deze conclusie. De commissie oordeelt dat het zien van 30-40 pati- ënten op een dagdeel geen verantwoorde zorg is. In den lande zien cardiologen tussen de 15 en 20 patiënten op een dagdeel.’ (…) ‘Ten aanzien van zijn medisch-inhoudelijk functioneren bestaan op basis van verschillende onaf- hankelijke onderzoeken een consistent beeld van serieuze tekortkomingen waardoor zijn handelen niet voldoet aan de professionele standaard’ Bovenstaande conclusies en de huidige situatie dat de collega’s uit uw vakgroep aangeven zorgver- lening door u niet verantwoord te achten door de situatie en de omstandigheden dat geen commu- nicatie meer plaatsvindt, maken dat het BC. het onverantwoord acht u nog langer in te zetten om zorg te verlenen. (…) Desgevraagd geeft u aan niet vrijwillig uw werkzaamheden te zullen staken, u ziet daar geen aanleiding toe. Reden waarom de onderhavige non-actiefstelling u wordt opgelegd.
Aanwijzing. 1. Het bevoegd gezag wijst op iedere school na overleg met de directie, het schoolteam en de medezeggenschapsraad ten minste één persoon aan als interne contactpersoon ten behoeve van de leerlingen en hun ouders bij klachten over machtsmisbruik. Waar mogelijk worden ook de leerlingen, bijvoorbeeld middels de leerlingenraad, betrokken bij de keuze van de interne contactpersonen. 2. De directie zorgt voor laagdrempelige bereikbaarheid van de interne contactpersoon. 3. Het bevoegd gezag zorgt voor faciliteiten voor de interne contactpersoon om zich te professionaliseren voor zijn functie.
Aanwijzing. 1. Het bevoegd gezag wijst na overleg met de directie, het schoolteam, de medezeg- genschapsraad ten minste één persoon aan als externe vertrouwenspersoon ten behoeve van de leerlingen en ouders. 2. De externe vertrouwenspersoon is deskundig op het gebied van de problematiek van machtsmisbruik jegens jeugdigen en op het gebied van communicatie. 3. De directie is medeverantwoordelijk voor een adequate bereikbaarheid van de externe vertrouwenspersoon.
Aanwijzing. Het aanwijzen van medewerkers gebeurt volgens de volgende volgorde: i. degenen die voor tenminste 50% van hun tijd voor/met het betreffende bezit werken; als er meer medewerkers zijn die voor tenminste 50% van hun tijd voor/met het betreffende bezit werken dan er fte over gaan, dan wordt op basis van afspiegeling bepaald wie over gaat (per leeftijdscategorie gaat degene met de minste dienstjaren als eerste over). ii. als met de 50% groep nog niet alle afgesproken formatie is gevuld: degenen die voor tenminste 25% van hun tijd voor/met het betreffende bezit werken (zo nodig op basis van afspiegeling zoals hierboven onder c.i. beschreven). In de bijlage is de plaatsingsvolgorde schematisch weergegeven.
Aanwijzing. Het bevoegd gezag wijst na overleg met de directie, het schoolteam, de medezeg- genschapsraad ten minste één persoon aan als vertrouwenspersoon bij klachten ten behoeve van de volwassenen binnen of betrokken bij de (onderwijs)instelling.
Aanwijzing. 1. De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen. 2. Uit de overige leden van het dagelijks bestuur, bedoeld in artikel 13, eerste lid, worden een of meerdere plaatsvervangend voorzitters aangewezen.
Aanwijzing. De toezichthoudende autoriteit kan een ieder die niet voldoet aan een ingevolge deze wet op hem rustende verplichting een aanwijzing geven om binnen een door de toezichthoudende autoriteit gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen.