Arbeidsovereenkomsten. 1. De werknemer ontvangt een schriftelijke of digitale mede door de werkgever ondertekende en gedateerde arbeidsovereenkomst, waarin met uitzondering van de aanzegtermijn tenminste dient te worden opgenomen: a. naam en adres van de werkgever en de werknemer; b. de plaats(en) en/of het verzorgingsgebied waar het werk wordt verricht; c. de functie van de werknemer en/of de aard van het werk; d. de functie-indeling en de salarisschaal; e. de datum van indiensttreding en de duur van de overeenkomst; f. de proeftijd en de in acht te nemen opzegtermijnen; g. het salaris en de wijze en het moment van uitbetaling; h. de gemiddelde arbeidsduur per dag, per week of per maand; i. de aanspraak op vakantiedagen; j. de deelname aan een pensioenregeling (voor zover van toepassing). 2. De werkgever en de werknemer verklaren beide in de arbeidsovereenkomst dat deze CAO onverkort van toepassing is. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt afgesloten voor de duur die de werkgever en werknemer overeenkomen. Het begin en einde van de arbeidsovereenkomst zijn bepaald. Het dienstverband voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken. Dit geldt zonder dat voorafgaande opzegging én zonder dat toestemming van het UWV is vereist. 4. De totale duur van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel een keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bedraagt tot en met 31 december 2019 maximaal 24 maanden. De totale duur van een arbeidsovereenkomst dan wel een keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bedraagt vanaf 1 januari 2020 maximaal 36 maanden tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld in lid 6 van dit artikel. Onderbrekingen worden met een maximum van zes maanden meegeteld voor het bepalen van de totale duur van een keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. 5. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan maximaal twee keer worden verlengd en eindigt dan telkens zonder dat voorafgaande opzegging en zonder dat toestemming van het UWV is vereist. Wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, na twee keer te zijn verlengd wordt voortgezet, dan wordt deze vierde arbeidsovereenkomst van rechtswege te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. 6. De totale duur van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel een keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met een werknemer die de AOW- gerechtigde leeftijd heeft bereikt, bedraagt maximaal 48 maanden. Onderbrekingen worden met een maximum van zes maanden meegeteld voor het bepalen van de totale duur van een keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. 7. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een werknemer die de AOW- gerechtigde leeftijd heeft bereikt, kan maximaal vijf keer worden verlengd en eindigt dan telkens zonder dat voorafgaande opzegging én zonder dat toestemming van het UWV is vereist. Wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, na vijf keer te zijn verlengd wordt voortgezet, dan wordt deze zevende arbeidsovereenkomst van rechtswege te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. 8. De in lid 4 en 6 bedoelde onderbrekingen kunnen vanaf 1 januari 2020 worden ingekort tot ten hoogste drie maanden voor alle functies die: a. als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden (seizoensarbeid) binnen het werkgebied van de werkgever vallen en; b. gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en; c. niet aansluitend door dezelfde werknemer kunnen worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. 9. Voor werknemers waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan op of na 1 juli 2015 in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) krachtens artikel 7.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs geldt de ketenregeling niet. 10. Voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden of korter geldt geen proeftijd. Voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van meer dan zes maanden alsmede voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt een proeftijd van maximaal twee maanden. 11. De werkgever is verplicht minimaal één maand voor de afloop van een arbeidsovereenkomst met een looptijd van zes maanden of langer, de werknemer schriftelijk te informeren of de arbeidsovereenkomst zal worden verlengd en onder welke voorwaarden. Bij niet-tijdige aanzegging is de werkgever een gefixeerde schadevergoeding verschuldigd. Deze vergoeding wordt naar rato berekend met een maximum van één bruto maandsalaris dat de werknemer feitelijk in de voorafgaande maand heeft ontvangen. De werknemer dient deze vergoeding na afloop van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever te claimen. Voor de aanspraak op deze vergoeding geldt een vervaltermijn van twee maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst. 12. Voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt voor zowel de werkgever als de werknemer een opzegtermijn van één maand per vijf volledige dienstjaren, met een maximum van drie maanden. De minimale opzegtermijn bedraagt één maand. De opzegging dient schriftelijk en tegen het einde van de maand te geschieden. 13. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de dag dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt of zoveel eerder als een vroegpensioenregeling van toepassing is. Er geldt geen opzegtermijn.
Appears in 7 contracts
Samples: Cao Voor De Foodservice en De Groothandel in Levensmiddelen (Fsgil), Cao Voor De Foodservice en De Groothandel in Levensmiddelen (Fsgil), Cao Voor De Foodservice en De Groothandel in Levensmiddelen (Fsgil)