Oproepkrachten Voorbeeldclausules

Oproepkrachten. 1. Onder oproepkracht zoals bedoeld in dit artikel wordt verstaan degene die op door de werkgever te bepalen wisselende arbeidstijden incidenteel werkzaamheden verricht die vallen binnen de taak van de desbetreffende eenheid. 2. Oproepkrachten waarvan de werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben, hebben indien zij geen arbeid verrichten, geen recht op loondoorbetaling. Het betreft hier uitsluitend: a. zaalwachten; b. horecafuncties; c. surveillanten; d. enquêteurs; e. taal-, sport- en muziekdocenten; f. correctoren; x. xxxxx- en voorlichtingsmedewerkers; h. personenchauffeurs; i. garderobemedewerkers; en j. studenten (niet zijnde student-assistent) die uitsluitend administratieve en organisatorische werkzaamheden verrichten.
Oproepkrachten. 1. Voor oproepkrachten gelden in beginsel alle artikelen van deze CAO, met uitzondering van:
Oproepkrachten. Als u een arbeidsovereenkomst als oproepkracht heeft, dan heeft u over uw arbeidsduur met uw werkgever in ieder geval afspraken gemaakt over het aantal uren dat u minimaal betaald krijgt en het aantal uren waarvoor u maximaal kunt worden opgeroepen.
Oproepkrachten. Op basis van artikel 628a BW geldt het volgende: Indien een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeen- gekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd, heeft de werk- nemer voor iedere periode van minder dan drie uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij drie uur arbeid zou hebben verricht.
Oproepkrachten. Personen, die op individuele (oproep) basis rechtstreeks door werkgever voor werkzaamheden worden opgeroepen.
Oproepkrachten. Als u een wisselend maandinkomen heeft omdat u een arbeidsovereenkomst als oproepkracht heeft en u niet werkt omdat u vakantie of verlof heeft of ziek bent en in deze cao is bepaald dat uw maandinkomen geheel of gedeeltelijk wordt doorbetaald, wordt daarbij uitgegaan van uw gemiddelde maandinkomen in de laatste drie maanden. Daarvan wordt ook uitgegaan in geval van een jubileumuitkering en een overlijdensuitkering. Als u nog geen drie maanden in dienst bent wordt uitgegaan van het gemiddelde in de periode sinds u in dienst bent. De bedragen die in deze cao staan vermeld zijn bruto bedragen. Of uw werkgever daar bij uitbetaling aan u loonbelasting, werknemerspremies of pensioenpremies op moet inhouden, volgt uit wettelijke voorschriften en het ABP-pensioenreglement. Aanpassing bedragen in de cao‌ In deze cao staat bij veel bedragen in de bepalingen dat daar momenteel het volgende bedrag of de volgende bedragen voor gelden. Als er “momenteel” voor een bedrag of bedragen staat, dan houdt dat in dat de bedragen periodiek op een vooraf bepaalde wijze worden aangepast. U kunt in paragraaf 24.7 lezen welke bedragen dat zijn en op welke wijze de bedragen worden aangepast en wanneer. Daarnaast zijn de volgende toelagen, aanvullingen op uw salaris en uitkeringen die u ontvangt gekoppeld aan de loonsverhogingen die in de CAO Rijk zijn afgesproken: • de vaste toelage onregelmatige dienst • de PAS-aanvulling • de doorbetaling van uw (voormalige) maandinkomen bij langdurige ziekte • een aanvulling op het salaris vanwege functieverlichting • de VWNW-salarisgarantie en de VWNW-salarissuppletie • de SBF-uitkering en de uitkering overgangsrecht substantieel bezwarende functies (inclusief de doorwerking van de eenmalige cao-uitkering). De aanvullingen op uw WW-uitkering die u op basis van deze cao ontvangt zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de WW-uitkering. De aanpassing van deze aanvullingen vindt plaats op het tijdstip waarop en met hetzelfde percentage waarmee WW-uitkeringen worden aangepast.
Oproepkrachten. Oproepkrachten (artikel 2 sub j) met een nulurencontract zijn niet verplicht om aan de oproep van de werkgever gehoor te geven.
Oproepkrachten. 1. De werkgever is verplicht, indien zich werkzaamheden voordoen die een beroep op de arbeid van de oproepkracht rechtvaardigen, het verrichten van deze werkzaamheden aan de oproepkracht aan te bieden. 2. De oproepkracht is in beginsel verplicht de werkzaamheden - na daartoe opgeroepen te zijn - te verrichten. 3. Een oproep tot arbeid kan door de werkgever worden afgezegd en door de oproepkracht worden geweigerd tot uiterlijk twaalf uur vóór de aanvang van de feitelijke werkzaamheden. In geval van niet tijdige afzegging door de werkgever bestaat aanspraak op loon als ware de werkzaamheden feitelijk vervuld.
Oproepkrachten. 1. Onverkort andere ter zake gemaakte afspraken tussen werkgever en de werknemersorganisatie(s) en met inacht- neming van het gestelde in artikel 3.1, zal werkgever slechts gebruik maken van oproepkrachten, indien: a. er voorzienbaar (gezien bv. duur, frequentie en/of onregelmatigheid) zodanige inzetbehoeften bestaan, dat het niet verantwoord is hiervoor andere medewerkers aan te trekken; b. dit noodzakelijk is om de gevolgen van onvoorziene gevallen en calamiteiten op te vangen; c. medewerkers van de vereiste kwalificatie niet op een andere wijze kunnen worden aangetrokken; d. door afkeuring(en) of langdurige arbeidsongeschiktheid van medewerkers(s) tijdelijk een tekort aan medewer- kers met de vereiste kwalificatie(s) bestaat. 2. Werkgever zal bij gebruikmaking van in lid 1 bedoelde krachten er voor zorgdragen dat promoties van reeds in dienst zijnd personeel niet worden belemmerd. 3. Werkgever zal de werknemersorganisatie(s) jaarlijks na vaststelling van de begroting inzicht geven in de prognose van het aantal benodigde medewerkers.
Oproepkrachten. Artikel 2:5:9