Argumenten van partijen. 98 De Commissie betoogt dat de beroepen in de zaken T-425/04 en T-444/04 en het ver- zoek tot nietigverklaring van artikel 1 van de bestreden beschikking in zaak T-450/04 niet-ontvankelijk zijn wegens het ontbreken van procesbelang.
Argumenten van partijen. Argumenten van Portielje 29 Portielje betoogt dat zij geen onderneming is in de zin van het communautaire me- dedingingsrecht, omdat zij geen economische activiteit uitoefent. Dienaangaande zet zij uiteen dat zij niet op een markt van goederen of diensten opereert en zij louter fiduciair aandelen houdt die voorheen in handen waren van de familiale aandeelhou- ders zelf. Deze aandelen kunnen niet op enigerlei markt voor verhandeling worden aangeboden en Portielje doet evenmin enigerlei aanbod om aandelen van derden te beheren. Bijgevolg is de „stichting” Portielje niet onderworpen aan vennootschaps- belasting of omzetbelasting in Nederland. Hieruit volgt volgens Xxxxxxxxx dat er geen moeder-dochterverhouding bestaat tussen haarzelf en Xxxxxxxx.
Argumenten van partijen. 149 Gosselin merkt op dat de Commissie in punt 379 van de beschikking uitdrukkelijk erkent dat het dossier geen documenten bevat die de tenuitvoerlegging van de mededingingsbeperkende overeenkomsten door Xxxxxxxx gedurende een periode van meer dan drie volle jaren, te weten van 30 oktober 1993 tot 14 november 1996, staven. 150 Dit ontbreken van bewijsmateriaal kan volgens Xxxxxxxx niet worden verholpen door de bewering dat er sprake is van één enkele voortgezette inbreuk, of dat Xxxxxxxx zich op geen enkel tijdstip van deze inbreuk heeft gedistantieerd. Wat de eerste bewering betreft, betoogt Xxxxxxxx dat die omstandigheid de Commissie niet ontslaat van haar bewijslast om de duur van haar deelname aan de inbreuk concreet te bewijzen. Wat de tweede bewering betreft, betoogt Xxxxxxxx dat de in de beschikking aangehaalde rechtspraak, volgens welke de betrokken onderneming zich openlijk en onmiskenbaar van het kartel dient te distantiëren, steeds betrekking heeft op „klassieke” kartels, in het kader waarvan multilaterale bijeenkomsten hebben plaatsgevonden waarop de mededingingsbeperkende doelstellingen expressis verbis aan bod zijn gekomen. Deze rechtspraak is bijgevolg niet toepasselijk op Gosselin, die aan geen enkele kartelver- gadering heeft deelgenomen. Ten slotte stelt Xxxxxxxx dat een periode van drie jaar bijzonder lang is, zodat niet kan worden gesproken van een bewezen continuïteit met betrekking tot haar deelname.
Argumenten van partijen. 196 In de eerste plaats stellen verzoeksters dat, indien de argumenten die zij in dat ver- band in het kader van de vorige middelen hebben aangevoerd, zouden worden afge- wezen, artikel 2, sub e, van de beschikking nietig dient te worden verklaard wegens schending van het beginsel van gelijke behandeling op grond dat de Commissie bij de vaststelling van de geldboete op geen enkele wijze rekening houdt met het objectieve en kwalitatieve onderscheid tussen haar gedrag en dat van de verhuisondernemin- gen die deelnamen aan het „klassieke” kartel (Xxxxxx Xxxxxx, Interdean, Transworld en Ziegler).
Argumenten van partijen. 138 Team Relocations betoogt dat zij de enige rechtspersoon is die aansprakelijk kan wor- den gesteld voor de gedraging van bepaalde van haar werknemers. Het bedrag van de geldboete bedraagt evenwel meer dan 60 % van haar totale omzet. Noch Amertrans- euro noch Trans Euro noch Team Relocations Ltd zijn aansprakelijk voor deze prak- tijken. Haar moedermaatschappijen waren op geen enkel ogenblik op de hoogte van de incidentele overeenkomsten inzake commissies en schaduwbestekken en er was ook geen reden voor hen om het bestaan ervan te vermoeden. Indien het Gerecht van oordeel zou zijn dat de Commissie een deel van de door Team Relocations gepleegde inbreuk mocht toerekenen aan haar moedermaatschappijen, stelt Team Relocations niettemin dat het in de specifieke omstandigheden van het concrete geval niet in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel om het plafond van 10 % vast te stellen op basis van de geconsolideerde omzet van Amertranseuro.
Argumenten van partijen. 141 Verzoeksters stellen door de vaststelling van het afwijzend besluit en het gunnings- besluit schade te hebben geleden als gevolg van het verlies van een wezenlijke kans op gunning van de opdracht, de kosten die zijn gemaakt naar aanleiding van de aan- bestedingsprocedure en de procedure voor het Gerecht, en een aantasting van hun reputatie.
Argumenten van partijen. 163 Team Relocations betoogt dat blijkens haar ontwerpen van de rekeningen voor het boekjaar dat op 30 september 2007 werd afgesloten, het bedrag van haar eigen ver- mogen, met uitsluiting van elke geldboete die zij aan de Commissie verschuldigd zou zijn, negatief is, dat uit dit boekjaar een verlies van 363 432 EUR blijkt, en dat haar kasstroom negatief was. Op alle activa van de onderneming rust een onderpand. Zij is niet in staat om een extra financiering te bemachtigen, en kan derhalve de geldboete die de Commissie haar heeft opgelegd, niet betalen. 164 Volgens Team Relocations was de Commissie op de hoogte van haar precaire finan- ciële situatie, zodat de Commissie misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid door een geldboete op te leggen die Team Relocations duidelijk niet kon betalen en die zou leiden tot haar terugtrekking van de markt. Bovendien heeft de Commissie het begin- sel van gelijke behandeling geschonden. In dit verband verzoekt Team Relocations het Gerecht, de geldboete te verlagen met een bedrag waarbij dezelfde beginselen worden toegepast als die welke de Commissie op Interdean heeft toegepast, en zij concludeert dat het Gerecht behage, de Commissie overeenkomstig de artikelen 58 en 65 van het Reglement voor de procesvoering te gelasten, de feiten bekend te maken die zij in aanmerking heeft genomen voor de toekenning van een verlaging van 70 % van de geldboete aan Interdean.
Argumenten van partijen. 64 De Commissie vraagt om verwijdering uit het dossier van enkele documenten van het Comité van toezicht van XXXX. Het gaat om zes bijlagen bij het verzoekschrift.
Argumenten van partijen. 75 In de eerste plaats betoogt Team Relocations dat volgens vaste rechtspraak een geldboete de getrouwe weergave moet zijn van de zwaarte van de inbreuk die daad- werkelijk door elke onderneming is gepleegd (arresten Gerecht van 15 maart 2006, BASF/Commissie, T-15/02, Jurispr. blz. II-497, punt 280; 26 april 0000, Xxxxxxx e.a./ Commissie, T-109/02, T-118/02, T-122/02, T-125/02, T-126/02, T-128/02, T-129/02, T-132/02 en X-000/00, Xxxxxxx. blz. II-947, punt 429, en 12 september 2007, Coats Holdings en Coats/Commissie, T-36/05, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, pun- ten 207 en 209). In casu hadden verschillende specifieke of ongewone omstandig- heden in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van de zwaarte van de door Team Relocations gepleegde inbreuk. In het bijzonder heeft laatstgenoemde vóór 2002 geen enkel schaduwbestek opgesteld of gevraagd en zij heeft nooit deelge- nomen aan de schriftelijke afspraken waarbij de prijzen en andere voorwaarden voor de internationale verhuisdiensten in België werden vastgesteld. De Commissie heeft derhalve niet het bewijs geleverd van de individuele rol van Team Relocations bij de praktijken waarop de beschikking betrekking heeft. Door deze onjuiste beoordeling is het in aanmerking genomen deel van de waarde van de verkopen (17 %), en dus de aan Team Relocations opgelegd geldboete, duidelijk buitensporig.
Argumenten van partijen. 83 De Commissie stelt dat verzoekers’ betoog betreffende de onregelmatigheden die zich tijdens de onderzoeksprocedure zouden hebben voorgedaan, grotendeels prematuur is.