Beleidsoverleg Voorbeeldclausules

Beleidsoverleg. 5.1 De Staat en INVEST INTERNATIONAL komen overeen tenminste twee keer per kalenderjaar beleidsoverleg te doen plaatsvinden door of namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën en FMO enerzijds en INVEST INTERNATIONAL anderzijds, waarin het door INVEST INTERNATIONAL gevoerde en te voeren beleid zal worden besproken.
Beleidsoverleg. De Staat en FMO komen overeen tenminste 2 (twee) keer per kalenderjaar beleidsoverleg te doen plaatsvinden door of namens de minister van Financiën en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking enerzijds en FMO anderzijds, waarin het door FMO gevoerde en te voeren beleid zal worden besproken en waarin de Criteria zo nodig kunnen worden gewijzigd door de Staat en FMO.
Beleidsoverleg. 1. Partijen stellen een orgaan (verder: beleidsorgaan) in voor overleg over: a. beleid en regelgeving van de Rijksoverheid resp. de gemeente die relevant zijn voor de uitvoering van de havenmeesterbevoegdheden en -taken van de havenmeester van Rotterdam en HbR NV, waaronder het gebruik dat de minister van Verkeer en Waterstaat resp. de gemeente Rotterdam maakt van de in artikel 5, derde lid, bedoelde aanwij- zingen; b. het beleid van de havenmeester van Rotterdam en HbR NV bij de uitoefening van de havenmeesterbe- voegdheden en -taken en de daarvoor relevante bedrijfsvoering met inbegrip van de inzet van financiële, personele en materiële middelen; c. de jaarlijkse beleidsvorming en ver- antwoording door de havenmeester van Rotterdam en HbR NV over de uitoefening havenmeesterbevoegdhe- den en -taken door middel van het daarop betrekking hebbende meerja- renbeleidsplan, de begroting, jaarver- slag en jaarrekening; d. een voornemen van de minister van Verkeer en Waterstaat of de gemeente Rotterdam om een algeme- ne aanwijzing te geven omtrent het minimumniveau van personele en materiële voorzieningen als bedoeld in artikel 6, derde lid, dan wel om toepassing te geven aan de taakver- waarlozingsregeling als bedoeld in artikel 7; e. de melding van HbR NV van het voornemen tot het aangaan van een samenwerking of deelneming als bedoeld in artikel 13, tweede lid; f. nieuwe of onvoorziene omstandig- heden die een partij aanleiding geven tot het doen van een voorstel tot wij- ziging van dit convenant, als bedoeld in artikel 20; g. de evaluatie van de uitvoering van dit convenant, als bedoeld in artikel 22; h. onderwerpen of voorstellen die het in artikel 16 bedoelde operationele overlegorgaan voorlegt; i. overige onderwerpen waarover een partij overleg op beleidsmatig niveau gewenst acht. 2. Het beleidsorgaan kan voorstellen doen aan de minister van Verkeer en Waterstaat resp. de gemeente Rotterdam met betrekking tot voor de uitvoering van de havenmeesterbe- voegdheden en -taken relevant beleid of regelgeving. 3. Het beleidsorgaan bestaat uit: a. een door de minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen lid; b. een door de gemeente Rotterdam aan te wijzen lid; c. een door de directie van HbR NV aan te wijzen lid; d. het hoofd van de divisie RPA ( de havenmeester van Rotterdam). 4. De leden van het beleidsorgaan wijzen uit hun midden een roulerend voorzitter aan. 5. Het beleidsorgaan vergadert ten minste tweemaal per jaar en verder zo dikwijls als een van de lede...
Beleidsoverleg. In dit overlegorgaan komen beleids- aangelegenheden van elk van de par- tijen aan de orde die relevant zijn voor de uitvoering van de havenmees- terbevoegdheden en -taken, die door de minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Rotterdam aan de havenmeester van Rotterdam zijn opgedragen. Het beleidsorgaan is een overlegorgaan, geen bestuursorgaan of besluitvor- mend orgaan. Partijen nemen dus elk vanuit hun eigen verantwoordelijkhe- den aan het overleg deel. Het conve- nant voorziet wel in de mogelijkheid om gezamenlijk voorstellen te doen ten aanzien van onderwerpen die staatsrechtelijk tot de primaire com- petentie van de minister van Verkeer en Waterstaat of de gemeente beho- ren. Dit betekent dat aan de uiteinde- lijke bevoegdheid van de minister of van de gemeente geen afbreuk kan worden gedaan. Met het beleidsoverleg willen partijen gestalte geven aan de nodige afstem- ming van beleid en regelgeving met betrekking tot de Rijks- en gemeente- lijke havenmeestertaken en het daar- voor relevante bedrijfsbeleid van HbR NV. Het beleidsorgaan zal zich bezighouden met de voorbereiding van, respectievelijk de advisering over het te voeren nautisch beleid binnen de regio Rijnmond. Dit beleid staat ten dienste van de bevordering van de veiligheid en de vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer van, naar en binnen de regio Rijnmond, waarbij de bevoegdheden van de minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeen- te Rotterdam ter zake in hun onder- linge samenhang dienen te worden gehanteerd en bezien. In dit overleg komen ook die zaken aan de orde die het beleid van de havenmeester betreffen bij de uitoefe- ning van de opgedragen bevoegdhe- den en taken, inclusief de daarvoor relevante bedrijfsvoering. Dit houdt in dat ook de jaarlijkse verantwoor- ding van de havenmeester over de uitvoering van de opgedragen bevoegdheden en taken aan de orde komt in het beleidsorgaan. Het geven van een aanwijzing of het willen inroepen van de taakverwaar- lozingsbepaling zal alleen kunnen plaatsvinden, als hierover in het beleidsoverleg tussen partijen is gesproken. Evaluatie en wijzigingen van dit convenant zijn eveneens onderwerp voor het beleidsoverleg. Het voornemen van HbR NV tot het aangaan van een samenwerkingsver- band met of een deelneming in ande- re bedrijven zal, indien het belang daarvan de waarde van vijf miljoen euro te boven gaat, aan dit overleg moeten worden gemeld. Gezien de aard van deze onderwerpen zijn partijen op directeursniveau ver- tegenwoordi...

Related to Beleidsoverleg

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Beleid Om de gestelde doelen, zoals bedoeld in Hoofdstuk 1 te verwezenlijken voert het bestuur een beleid, dat nader is uitgewerkt in hoofdstuk 7 van deze ABTN, waarbij de actualiteit steeds in het oog wordt gehouden.

  • Onderhoudswerkzaamheden Overeenkomsten tot het verrichten van onderhoud worden tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders is overeengekomen aangegaan voor onbepaalde tijd en kunnen door beide partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een termijn van drie maanden.

  • Leefbaarheid NPRZ Woonbron levert in het kader van NPRZ een bijdrage aan het woon- en leefmilieu in de wijk Carnisse. Vanuit de positie van ‘betrokken buurman, want Xxxxxxxx bezit in Carnisse slechts een klein aantal huurwoningen. In 2024/2025 komt dit onder meer tot uitdrukking in: • Woonbron en gemeente werken samen in de aanpak rondom goed Verhuurderschap. De gemeente zet de Verhuurdervergunning woonruimte als pilot in. Xxxxxxxx draagt bij aan informatievoorziening over de handhaving, signalering en de afspraken rondom opvang van slachtoffers van schrijnende huisvestingssituaties. • Woonbron heeft in de Eilandenbuurt circa 85 woningen aangekocht. Gemeente en Woonbron hebben afgesproken een eerste fase aanpak te richtten op verduurzaming hiervan. Een 2e fase, gericht op woningdifferentiatie, blijven we verkennen, o.a. vanuit mogelijkheden van het volkshuisvestingsfonds. • Het project Urkersingel (sloop/nieuwbouw) waaraan Woonbron deelneemt is vergevorderd. Xxxxxxxx heeft hier conform de SOK-afspraken de optie tot het uitnemen van 44 middenhuurwoningen. • Aanpalend aan de gemeentelijke aanpak in de Fazantstraat zet Woonbron in op een aanpak van portieken met Woonbronbezit via de VvE’s. • Woonbron verkent of zij de nieuwbouwontwikkeling in de Texelsestraat op zich kan nemen. • Woonbron verkent met de betreffende ontwikkelaar een deel sociale nieuwbouw op de Parnassialocatie Hart van Zuid. De gemeente zal zich hiervoor actief en ondersteunend opstellen. • De huurders van sociale huurwoningen denken proactief mee aan uitdagingen van de wijk en oplossingen daarvoor in een klankbordgroep samen met de projectleider sociaal van Woonbron. • Woonbron heeft de afgelopen jaren al 27 mln euro gealloceerd in Carnisse in grotendeels activiteiten die te maken hebben met de particuliere voorraad. Woonbron zal naar voren toe niet meer geld voor de particuliere voorraad reserveren.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Onmiddellijke opeisbaarheid U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken. a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Wij geven een voorbeeld: Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaalrekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren. b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.

  • Deelbaarheid 11.1. Indien één of meer bepalingen van deze Overeenkomst niet rechtsgeldig blijkt en/of blijken te zijn zal de Overeenkomst voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die niet geldend zijn overleggen, teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.

  • Toepasbaarheid I. De voorwaarden maken deel uit te maken van iedere overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, tenzij hiervan uitdrukkelijk schriftelijk is afgeweken. De voorwaarden zijn bij het aangaan van de overeenkomst bekend bij beide partijen.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Rijbevoegdheid Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig: a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten. Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.