Collectieve waardeoverdracht. 1. De Werkgever kan het Fonds verzoeken om de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten van alle gerechtigden dan wel van bepaalde groepen van gerechtigden over te dragen (i) binnen het Fonds maar naar een andere Collectiviteitkring of (ii) aan een andere pensioenuitvoerder. Het Fonds werkt daar aan mee indien dat naar zijn mening in overeenstemming is met artikel 105 lid 2 van de Pensioenwet en de waardeoverdracht aldus plaatsvindt dat de volgende groepen daar naar het oordeel van het Fonds geen nadeel door ondervinden: (a) de groep van achterblijvende gerechtigden onder de Eigen Collectiviteitkring van het Fonds, (b) de groep van overgaande gerechtigden onder de Eigen Collectiviteitkring en (c) bij een overdracht naar een andere Collectiviteitkring: de vóór de overdracht bestaande groep van gerechtigden van die andere Collectiviteitkring. Werkt het Fonds aan de waardeoverdracht mee, dan zullen Partijen en de eventuele opvolgende pensioenuitvoerder dienaangaande een overeenkomst aangaan, waarbij – indachtig de in de vorige zin benoemde uitgangspunten – in ieder geval (doch niet uitsluitend) het volgende geldt:
a. de overdracht vindt plaats in overeenstemming met de geldende bepalingen van de Pensioenwetgeving ten aanzien van collectieve waardeoverdrachten en met de ter zake geldende bepalingen in de ABTN;
b. de Werkgever vergoedt het Fonds de door het Fonds gemaakte werkelijke kosten voor zover die kosten redelijkerwijs verband houden met de overdracht;
c. indien en voor zover het Fonds een verzekeringstechnisch nadeel in de zin van Bijlage 2 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 lijdt binnen de Eigen Collectiviteitkring als gevolg van de overdracht, wordt voornoemd verzekeringstechnisch nadeel overeenkomstig algemeen aanvaarde actuariële grondslagen, vastgesteld door het Fonds. Het Fonds doet dat door te beoordelen (i) of de waardeoverdracht voor de Eigen Collectiviteitkring tot een verzekeringstechnisch nadeel leidt en (ii) wat het gevolg van de waardeoverdracht is binnen de Eigen Collectiviteitkring voor het kosten- en premieniveau, het draagvlak van het Fonds en de gemiddelde duur van de pensioenverplichtingen. Een aldus door het Fonds vastgesteld nadeel voor het Fonds als gevolg van de waardeoverdracht wordt verrekend door correctie van de overdrachtswaarde als genoemd onder sub d. De Werkgever wordt in gelegenheid gesteld om de berekening van het verzekeringstechnisch nadeel te toetsen;
d. de over te dragen waarde ...
Collectieve waardeoverdracht. In de overeenkomst die u nu heeft wordt collectieve waardeoverdracht op een andere manier berekend dan in de nieuwe regeling. Zie voor informatie over de collectieve waardeoverdracht van uw oude regeling de uitvoeringsovereenkomst en de bijlage ‘Overrente Aandeel winstdeling’.
Collectieve waardeoverdracht. In onderstaande leden wordt met een collectieve waardeoverdracht datgene bedoeld, zoals vastgelegd is in artikel 83 van de Pensioenwet.
Collectieve waardeoverdracht. Als naar het oordeel van het bestuur het aantal deelnemers te beperkt is en/of de hoogte van de uitvoeringskosten niet meer in een redelijke verhouding staat tot de ingelegde gelden, heeft het bestuur de bevoegdheid de uitvoering van de netto-regeling, inclusief de onderliggende beleggingen, over te dragen aan een verzekeraar van haar keuze (collectieve waardeoverdracht). Door deelname aan deze netto-regeling geeft de deelnemer aan tegen deze (eventuele) waardeoverdracht geen bezwaar te hebben.
Collectieve waardeoverdracht. 1. Bij een verzoek van een (niet) aangesloten werkgever tot collectieve waardeoverdracht krachtens artikel 83 (en 90) Pensioenwet, beslist het bestuur van het fonds of de overdracht kan worden geëffectueerd, met inachtneming van de geldende voorwaarden en termijnen krachtens de Pensioenwet. Het fonds kan aanvullende voorwaarden stellen aan de collectieve waardeoverdracht.
2. Uitgangspunt van het fonds is dat een collectieve waardeoverdracht niet mag leiden tot verslechtering van de financiële positie van het fonds.
Collectieve waardeoverdracht. HNPF zal meewerken aan een verzoek tot collectieve waardeoverdracht van de voor overdracht in aanmerking komende waarde van de onder deze uitvoeringsovereenkomst begrepen pensioenaanspraken en ingegane pensioenen.
Collectieve waardeoverdracht. 1. Bij beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst heeft de werkgever de mogelijkheid om de waarde van de tot het tijdstip van beëindiging opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten en het opgebouwde pensioenkapitaal van de deelnemers, gewezen deelnemers en/of pensioengerechtigden over te laten dragen aan een volgens de Pensioenwet toegelaten instelling (waaronder een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij).
2. De hoogte van de over te dragen waarde en de wijze waarop de overdracht zal plaatsvinden wordt bepaald op basis van overleg tussen de werkgever en SBZ Pensioen.
3. Indien er geen overeenstemming wordt bereikt over een gehele of gedeeltelijke collectieve waardeoverdracht is SBZ Pensioen gerechtigd om voor de uitvoering van de resterende pensioenaanspraken en -rechten een jaarlijkse vergoeding aan de werkgever in rekening te brengen. Deze vergoeding zal worden gebaseerd op de feitelijke kosten.
4. Er zijn tussen partijen ten tijde van ondertekening van deze uitvoeringsovereenkomst nog geen afspraken gemaakt over een eventuele collectieve waardeoverdracht van de vorige pensioenuitvoerder naar SBZ Pensioen. Eventuele afspraken hierover zullen apart worden vastgelegd.
Collectieve waardeoverdracht. 1. Het pensioenfonds is op verzoek van de werkgever bevoegd tot collectieve waardeoverdracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 83 Pensioenwet. Het pensioenfonds beoordeelt of een verzoek van de werkgever in het belang is van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, overige aanspraakgerechtigden en de werkgever.
2. De kosten van een eventuele collectieve waardeoverdracht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, komen voor rekening van de werkgever. Het pensioenfonds informeert de werkgever vooraf over de hoogte van de kosten.
Collectieve waardeoverdracht. 1. Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst kan de werkgever het bestuur verzoeken om collectieve waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenrechten naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de werkgever.
2. Het bestuur zal dit verzoek in beginsel toekennen, tenzij: ▪ door de overdracht het draagvlak van SPNG naar de mening van bestuur zodanig wordt aangetast dat dit ten nadele van de overige belanghebbenden zal uitwerken; en/of ▪ De Nederlandsche Bank zich tegen de overdracht uitspreekt.
3. Bij een collectieve waardeoverdracht zal voldaan moeten worden aan alle ter zake geldende wettelijke vereisten en voorschriften.
4. De overdrachtwaarde zal in beginsel worden vastgesteld op de door SPNG gehanteerde grondslagen en op basis van een dekkingsgraad van 100% (Oj). Indien er op het moment van de beoogde overdracht sprake is van een onderdekking, zal de overdrachtwaarde worden vastgesteld rekening houdend met die onderdekking door vermenigvuldiging van de waarde Oj met de actuele dekkingsgraad Dj (Dj is maximaal 100%). De aldus vastgestelde overdrachtwaarde zal nog worden gekort met 2% van de overdrachts- waarde Oj op basis van een dekkingsgraad van 100% ter compensatie van het door de uittreding ontstane draagvlakverlies én overig verzekeringstechnisch nadeel voor SPNG. Indien de werkgever over de periode tot 1 januari 2003 rentestandskortingen heeft ontvangen over de aan SPNG verschuldigde premies, zal er een additionele korting op de overdrachtswaarde worden toegepast op basis van de volgende methodiek: De additionele korting wordt berekend over de overdrachtswaarde Oj, zoals hiervoor omschreven, voor aftrek van de eventuele korting voor onderdekking en de 2% korting ter compensatie van het ontstane draagvlakverlies. De additionele korting Rj is gelijk aan de som van de verleende percentages rentestandskorting (Kj) van de voorgaande 10 jaren, waarbij elk percentage rentestandskorting wordt vermenigvuldigd met de breuk (10-t)/10. In formule is de uiteindelijke korting dan gelijk aan: Rj = Oj x ∑ Kj-t x (10-t)/10 (voor t=0 tot en met t=9) De collectieve overdrachtswaarde (OWj) is dan (in formule) gelijk aan: OWj = Oj x Dj – Oj x 2% - Rj Indien op het moment van overdracht sprake is van herverzekering geldt hierbij het volgende. Met de voornoemde dekkingsgraad wordt dan bedoeld het minimum van de bij of krachtens de normen van de Pensioenwet bepaalde dekkingsgraad en de verhouding tussen de bezittingen en technische voorzieningen conform de met de herverzeker...
Collectieve waardeoverdracht. 20.1 Het Pensioenfonds is in beginsel bereid, na 5 jaar gerekend vanaf de inwerkingtreding van deze uitvoeringsovereenkomst, medewerking te verlenen aan een verzoek van de Werkgever tot collectieve Waardeoverdracht (zowel inkomend als uitgaand). Indien dit verzoek binnen 5 jaar vanaf de inwerkingtreding van deze uitvoeringsovereenkomst wordt gedaan, is het Pensioenfonds tevens in beginsel bereid medewerking te verlenen aan dit verzoek, met inachtneming van de aanvullende kosten als bedoeld in artikel 22.8. Het Pensioenfonds hanteert – naast de wettelijke eisen – een beleidskader ten aanzien van collectieve Waardeoverdrachten, waaraan het Pensioenfonds de verzochte Waardeoverdracht zal toetsen. Het beleidskader wordt door het Pensioenfonds vastgesteld en kan van tijd tot tijd wijzigen.
20.2 Bij beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst dragen de Werkgevers de bevoegdheid tot het verzoeken om collectieve overdracht van de bestaande Pensioenaanspraken in het geval van mogelijk toekomstige wijzigingen van de standaard Pensioendatum over aan het Belanghebbendenorgaan.