Deelname levensloopregeling Voorbeeldclausules

Deelname levensloopregeling. De werknemer die wil deelnemen aan de levensloopregeling kan, binnen de wettelijk bepaalde grenzen, aangeven uit het bruto jaarloon te sparen, dan wel de gekapitaliseerde waarde van zijn gespaarde tijd, zoals vakantie en flexibele en meeruren e.d. (met uitzondering van de uren van P 3) in te zetten. De afspraken tussen werkgever en werknemer over deelname worden schriftelijk vastgelegd.
Deelname levensloopregeling. 1 De medewerker kan vanaf 1 januari 2006 jaarlijks deelnemen aan de levensloop- regeling. Bij de inleg houdt de medewerker rekening met het fiscaal toegestane bedrag. 2 De afspraken over deelname aan de levensloopregeling worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de medewerker. De overeen- komst vermeldt de uitvoerder van de levensloopregeling. De medewerker heeft de keuze tussen deelname aan de collectieve UMC levensloopregeling uitgevoerd door Xxxxxx Xxxxxxxxxx of een levensloopregeling van een andere aanbieder. 3 De medewerker kan naast de werkgeversbijdrage, bedoeld in artikel 18.4.1, geld inleggen uit zijn bruto salaris, de vakantie-uitkering en/of de eindejaarsuitkering. De werkgever houdt het geldbedrag dat de medewerker zelf wenst in te leggen in de levensloopregeling in op zijn salaris, vakantie-uitkering en/of eindejaarsuitkering. De werkgever maakt de inleg over naar de door de medewerker gekozen uitvoerder van de levensloopregeling. 4 De medewerker is verplicht aan de werkgever kenbaar te maken of hij aanspraken uit een levensloopregeling bij een of meer vorige werkgevers heeft. Als dit het geval is, zal hij de werkgever jaarlijks schriftelijke informatie verstrekken over de uitvoerder(s) van deze regeling(en) en over de omvang van de levensloopaan- spraken per 1 januari van het jaar waarin de medewerker deelneemt aan de levensloopregeling. 5 Op het moment dat de werkgever constateert dat de jaarlijkse inleg het fiscaal toegestane maximum overschrijdt, wordt het meerdere niet overgemaakt naar de uitvoerder van de levensloopregeling. Het meerdere zal alsnog aan de medewerker worden uitbetaald.

Related to Deelname levensloopregeling

  • Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.

  • Belangenverstrengeling 1. Werknemer zal zich ervan onthouden: - direct of indirect deel te nemen aan ten behoeve van werkgever door derden uit te voeren aannemingen, leveringen of werken; - direct of indirect in verband met zijn functie geschenken met handelswaarde provisie of beloning aan te nemen van personen of rechtspersonen waarmee werknemer door of vanwege zijn functie in aanraking komt; - andere werknemers uit de onderneming van de werkgever te verplichten tot het verrichten van persoonlijke diensten aan werknemer; - goederen en bedrijfsmiddelen van de werkgever te gebruiken voor eigen doeleinden zonder een schriftelijke toestemming van de werkgever. 2. Overtreding van deze regel kan sancties voor de werknemer opleveren en al naar gelang de aard en de ernst van de overtreding aanleiding geven tot een ontslagaanvraag op basis van verwijtbaar handelen of nalatigheid door de werknemer of een reden voor ontslag op staande voet opleveren.

  • Ploegentoeslag De werknemer die in ploegendienst werkt krijgt een toeslag van 14% van zijn maandsalaris of van zijn vierwekensalaris.

  • Inbeslagname Zolang het motorrijtuig in beslag genomen of gevorderd is door enige overheid.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.

  • Vervroegde aflossing 8.1. Tijdens de looptijd van de Overeenkomst Lening mag de Geldnemer niet gedeeltelijk vervroegd aflossen. De Geldnemer mag de Overeenkomst Lening tijdens de looptijd alleen in één keer in zijn geheel vervroegd aflossen met bijbetaling van een bedrag gelijk aan 12 maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de Lening. Daarvan komt de Investeerders 10 maanden rente en Xxxxxxxxxxxxxx.xx 2 maanden rente toe. 8.2. Indien de resterende looptijd van de Lening minder dan 10 maanden bedraagt, is de Geldnemer bij vervroegde gehele aflossing van de Lening een bijbetaling verschuldigd aan de Investeerders die gelijk is aan het aantal resterende maanden van de looptijd van de Lening maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de lening. Bij de berekening van dit bedrag wordt het aantal resterende maanden van de Lening naar beneden afgerond (als voorbeeld: een resterende looptijd van 4 maanden en 15 dagen, geldt bij de berekening van het verschuldigde bedrag als een looptijd van 4 maanden). Xxxxxxxxx is daarnaast aanvullend altijd een bijbetaling van 2 maal de maandrente verschuldigd aan Xxxxxxxxxxxxxx.xx. 8.3. In geval van overlijden van de Geldnemer [(in dit geval niet zijnde een Medegeldnemer), zijnde een natuurlijk persoon,] mogen de erven de Lening (inclusief de hoofdsom en de opgebouwde rente tot het moment van overlijden) ineens geheel aflossen. Gedeeltelijke aflossing is niet toegestaan. 8.4. Xxxxxxxxxxxxxx.xx brengt voor vervroegde aflossing administratiekosten in rekening bij de Geldnemer. Het tarief van de administratiekosten staat vermeld op het Tarievenblad Geldnemer.

  • Levensloop 1. Na het genieten van levensloop heeft de werknemer het recht om terug te keren in zijn oude functie. 2. De periode van genoten levensloop telt mee voor het bepalen van de duur van de diensttijd. 3. Tijdens het genieten van levensloop zal de pensioenopbouw op de reguliere wijze worden voortgezet.

  • Veiligheidsmaatregelen Memoriseer de Veiligheidscode en noteer deze nergens in een makkelijk herkenbare vorm op om het even welke drager. Deel deze niet mee aan eender welke derde, ook niet aan familieleden, uw bank of politie. - Noteer in geen geval uw Veiligheidscode in of op het Toestel, zelfs niet in codevorm. - Wees discreet bij het invoeren van uw Veiligheidscode. - Kies onmiddellijk een andere Veiligheidscode wanneer u vermoedens hebt dat het vertrouwelijk karakter niet meer gegarandeerd is en verwittig de Bank (zie punt 5). - Laat het Toestel en de middelen voor activatie, inloggen en ondertekening niet onbeheerd achter (bv. werkplek, voertuig, hotel of andere feitelijk voor het publiek toegankelijke ruimten). - Sluit de sessie af met knop “afmelden” zodra een sessie beëindigd is en laat het Toestel tijdens een sessie niet onbewaakt achter, ongeacht de reden. - Laat je Xxxxxxx niet gebruiken door derden zolang je aangemeld bent in de Dienst. - Zorg ervoor dat je enige gebruiker bent van het Toestel wanneer je de functie lezen van digitale vingerafdruk of gezichtsherkenning activeert en registreer enkel je eigen vingerafdruk of gezicht.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.