Fictieve dienstbetrekking Voorbeeldclausules

Fictieve dienstbetrekking. Als aan de hiervoor beschreven criteria voor een “echte” dienstbetrekking niet wordt voldaan, wordt de relatie tussen stichting/vereniging en medewerker met een dienstbetrekking gelijk gesteld als43: - de medewerker persoonlijk arbeid verricht; - op doorgaans tenminste 2 dagen per week (ongeacht het aantal per dag gewerkte uren) en - het bruto-inkomen dat de medewerker wekelijks van de stichting/vereniging ontvangt (in geld of natura) tenminste bedraagt 40% van het bruto minimum loon en - de arbeidsverhouding langer dan één maand duurt. Naast de hiervoor beschreven dienstbetrekking van de zogeheten “gelijkgestelde” bestaan nog meer fictieve dienstbetrekkingen44, bijvoorbeeld de dienstbetrekking van een stagiair. Het gaat buiten het bestek van deze notitie om alle vormen van een fictieve dienstbetrekking te beschrijven.
Fictieve dienstbetrekking. Vrijwilliger
Fictieve dienstbetrekking. ● Er wordt feitelijk persoonlijk samengewerkt; ● Xxxxxx dan dertig dagen; ● Gedurende tenminste 2 dagen per week; ● Tegen tenminste 40% van het WML per week (2017: € 144) ● Niet als ondernemer → Uitgesloten in de modelovereenkomsten. Niet uitgesloten? → toetsen op deze criteria.
Fictieve dienstbetrekking. Als de inkomsten uit de arbeidsrelatie geen winst uit een onderneming of loon uit een privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn, dienen de voor de feitelijk zelf verrichte arbeid betaalde arbeidsbeloningen te worden getoetst aan de volgende criteria van de fictieve dienstbetrekking: – de arbeidsverhouding moet zijn aangegaan voor een periode van ten minste 30 dagen, – de arbeid wordt doorgaans op ten minste 2 dagen per week verricht, – de arbeidsbeloning bedraagt doorgaans over een week ten minste 2/5 van het bedrag genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. In de praktijk zal al naar gelang het loonbetalingstijdvak een toetsingsperiode van een maand of vier/vijf weken worden gehanteerd. Als aan alle criteria is voldaan, is sprake van een fictieve dienstbetrekking. Een door de opdrachtgever ingenomen standpunt met betrekking tot de kwalificatie van de arbeidsrelatie als fictieve dienstbetrekking zal voor het resterende deel van het kalenderjaar gehandhaafd blijven tenzij structurele wijzigingen van de werkzaamheden en/of beloningen aanleiding geven hiervan af te wijken. Wijzigingen als gevolg van vervanging bij ziekte en vakantie worden ten aanzien van de vervanger niet als structureel aangemerkt indien de vervanging een periode van 6 (zes) aanééngesloten weken niet overschrijdt. De positie van de vervangen opdrachtnemer blijft in dit geval ongewijzigd.
Fictieve dienstbetrekking. 1.3.1 Stel vast dat van de opdrachtnemers een overeenkomst van opdracht aanwezig is en dat is getoetst dat de feiten en omstandigheden hiermee in overeenstemming zijn. 1.3.2 Stel vast dat de procedures m.b.t. de volgende punten worden nageleefd voor opdrachtnemers die werkzaamheden uitvoeren in fictieve dienstbetrekking *2): – opname in de salarisadministratie; – aanwezigheid kopie legitimatiebewijs en eventueel een kopie van een geldige verblijfs- en tewerkstellingsvergunning; – tijdig indienen van de eerstedagsmelding. (Zie Annex 1 punt 3.1) *2) Voor een fictieve dienstbetrekking zijn de volgende cumulatieve criteria van belang: 1. de arbeidsverhouding moet zijn aangegaan voor een periode van ten minste 30 dagen, 0.xx arbeid wordt doorgaans op ten minste 2 dagen per week verricht, 0.xx arbeidsbeloning bedraagt doorgaans over een week ten minste 2/5 van het bedrag genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Als aan alle criteria is voldaan, is sprake van een fictieve dienstbetrekking.
Fictieve dienstbetrekking. Als er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, kan de arbeidsrelatie tussen Eindklant en opdrachtnemer (en zelfs de hulpen van de opdrachtnemer) een fictieve dienstbetrekking zijn. Dat betekent dat u de dienstbetrekking behandelt als een echte dienstbetrekking en dat u voor het inhouden en betalen van loonheffingen dezelfde regels moet toepassen als bij echte dienstbetrekkingen. (bron:xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxx/xxxxxx/XX/xxxxxxxxxxxxxxx_0_xxxxxx _of_er_een_dienstbetrekking.html)
Fictieve dienstbetrekking. Belangrijk is op te merken dat in de Wet op de loonbelasting naast de dienstbetrekking ook het begrip “fictieve” dienstbetrekking is ingevoerd. Als een “echte” dienstbetrekking kan worden uitgesloten dan kan er nog wel sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking op grond waarvan sprake is van inhoudings- plicht voor de loonheffingen. Overigens kunnen partijen bij aanvang van de over- eenkomst overeenkomen dat zij de fictieve dienstbetrekking wensen uit te sluiten. In de door de Belastingdienst aangeboden voor- beeldovereenkomsten is een dergelijke bepa- ling ook standaard opgenomen. In plaats van de VAR kunnen opdrachtnemer en opdrachtgever met ingang van 1 mei 2016 werken met een door de Belastingdienst vooraf goedgekeurde modelovereenkomst. Het kenmerk van een dergelijke overeen- komst is dat één van de benodigde criteria voor een dienstbetrekking ontbreekt en een bepaling kan worden opgenomen dat de fictieve dienstbetrekking wordt uitgesloten. Er is dan geen sprake van een (fictieve) dienstbetrekking en inhoudingsplicht voor de loonheffingen wordt uitgesloten. De Belastingdienst heeft inmiddels op haar website een groot aantal modelovereen- komsten gepubliceerd waarvan gebruik kan worden gemaakt. Belangrijk is op te merken dat van deze overeenkomsten geen gebruik hoeft te worden gemaakt. Werken opdracht- gever en opdrachtnemer op basis van een goedgekeurde overeenkomst dan kunnen zij erop vertrouwen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Dit is anders als ach- teraf blijkt dat de feiten en omstandigheden waaronder partijen samenwerken afwijken van datgene wat in de overeenkomst is opgenomen. Maakt u gebruik van een goedge- keurde (model)overeenkomst van de Belastingdienst? Toets dan periodiek of de wijze van samenwerking in overeenstem- ming is met datgene wat is opgenomen in de overeenkomst! Van belang is goed voor ogen te houden dat door de wetgever tijdens de parlementaire behandeling nadrukkelijk is opgemerkt dat het werken met een voorbeeldovereenkomst specifiek is bedoeld voor die situaties waarbij vooraf onduidelijk is hoe de arbeidsrelatie getypeerd moet worden. Naar de mening van de wetgever is in de meeste situaties reeds vooraf duidelijk of er wel óf geen sprake is van een dienstbetrekking. Dan is het gebruik van een voorbeeldovereenkomst niet nodig. Als een onderwijsinstelling een zelfstandige schilder inhuurt voor het schilderen van het schoolgebouw dan is reeds aan de voorzijde voldoende duidelijk dat van een dienstbe- trekking ...
Fictieve dienstbetrekking. Als geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, kan er wel sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking, waardoor toch loonheffingen moeten worden ingehouden en betaald. Ook voor informatie over de fictieve dienstbetrekkingen verwijs ik u naar de toelichting bij de modelovereenkomst.
Fictieve dienstbetrekking. Wat verder in deze ‘driehoek’ speelt, is de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking voor tussenkomstsituaties. Uitgaande van de situatie dat de opdrachtgever, intermediair en ZP’er de toepasselijkheid van deze fictieve dienstbetrekking willen voorkomen, is van belang dat duidelijk is dat de ZP’er werkzaamheden verricht als zelfstandige cq. ondernemer. De intermediair mag redelijkerwijs aannemen (bewijsvermoeden) dat hiervan sprake is als wordt vastgelegd, in aanvulling op de afgesloten overeenkomst de volgende gegevens van de ZP’er: ⮚ Uittreksel Kamer van Koophandel ⮚ BTW nummer En afspraken heeft gemaakt over: ⮚ De aansprakelijkheid van de ZP’er jegens de opdrachtgever dientengevolge de uitvoering van de opdracht; ⮚ Geen onredelijke beperking middels een concurrentie- of relatiebeding; ⮚ Xxxx beperking in het verwerven van andere opdrachten gedurende de looptijd van de opdracht; Indien de Belastingdienst beoordeelt dat er daadwerkelijk sprake is van een echte of een fictieve dienstbetrekking, wordt de intermediair door de Belastingdienst aangemerkt als zijnde ‘werkgever’ en krijgt de intermediair een naheffing van loonheffing en premie werknemersverzekeringen. De intermediair neemt in deze situatie feitelijk gezien het risico volledig over van de inhurende organisatie, de opdrachtgever.

Related to Fictieve dienstbetrekking

  • Toelage onregelmatige dienst 1 Aan de werknemer niet behorend tot het onderwijsgevend personeel voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die regelmatig of vrij regelmatig in opdracht van de werkgever arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur, wordt een toelage toegekend. 2 De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur en wel: a 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur; b 40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur; c 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; d 65% voor de uren op niet-werkdagen, met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij schaal 6. 3 Voor de in het tweede lid onder a genoemde uren wordt de toelage slechts toegekend indien de werknemer zijn werkzaamheden is begonnen vóór 07.00 uur of heeft beëindigd na 20.00 uur.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Einde dienstverband Het dienstverband eindigt:

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Onzekerheidsvereiste Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade, op vergoeding waarvan jegens MS Xxxxx respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis of een handelen of nalaten waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde of een derde was ontstaan of naar de normale gang van zaken nog zou ontstaan.

  • Verkeersongeval Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.

  • Veiligheidsmaatregelen Memoriseer de Veiligheidscode en noteer deze nergens in een makkelijk herkenbare vorm op om het even welke drager. Deel deze niet mee aan eender welke derde, ook niet aan familieleden, uw bank of politie. - Noteer in geen geval uw Veiligheidscode in of op het Toestel, zelfs niet in codevorm. - Wees discreet bij het invoeren van uw Veiligheidscode. - Kies onmiddellijk een andere Veiligheidscode wanneer u vermoedens hebt dat het vertrouwelijk karakter niet meer gegarandeerd is en verwittig de Bank (zie punt 5). - Laat het Toestel en de middelen voor activatie, inloggen en ondertekening niet onbeheerd achter (bv. werkplek, voertuig, hotel of andere feitelijk voor het publiek toegankelijke ruimten). - Sluit de sessie af met knop “afmelden” zodra een sessie beëindigd is en laat het Toestel tijdens een sessie niet onbewaakt achter, ongeacht de reden. - Laat je Xxxxxxx niet gebruiken door derden zolang je aangemeld bent in de Dienst. - Zorg ervoor dat je enige gebruiker bent van het Toestel wanneer je de functie lezen van digitale vingerafdruk of gezichtsherkenning activeert en registreer enkel je eigen vingerafdruk of gezicht.

  • Erfdienstbaarheden Het goed wordt verkocht met alle actieve en passieve, zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden waarmee het bezwaard of bevoordeeld kan zijn. De verkoper is ertoe gehouden de hem bekende conventionele erfdienstbaarheden te vermelden, behalve deze die zichtbaar zijn. De koper heeft geen verhaal voor andere erfdienstbaarheden, die hij zal moeten dulden, zelfs als hij ze niet kende. De verkoper verklaart geen erfdienstbaarheden te hebben gevestigd lastens het verkochte goed en geen kennis te hebben van zichtbare erfdienstbaarheden.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.