Geldstromen. Niet-kas wijzigingen Toelichting 20. Voorzieningen (in miljoen EUR) Arbeidsongevallen Geschillen Ziektedagen Andere risico' s Totaal Per 1 januari 2018 32 24 28 56 140 Toevoegingen 2 3 0 19 24 Aanwendingen -2 -1 0 -9 -12 Terugnemingen 0 -4 -1 -3 -9 Op 31 december 2018 31 22 27 63 142 Toevoegingen 0 2 0 22 24 Aanwendingen -2 -1 0 -7 -10 Terugnemingen 0 -5 -10 -7 -22 Actualisatie 0 0 0 2 3 Op 31 december 2019 29 19 17 73 137 De voorziening voor arbeidsongevallen betreft de vergoedingen die Proximus NV desgevallend zou kunnen betalen aan personeelsleden die gewond geraakt zijn (met inbegrip van beroepsziekten) tijdens de uitoefening van hun functie en op de weg van en naar het werk. Tot 31 december 2002 werd de vergoeding volgens de wet van 1967 (openbare sector) op de arbeidsongevallen, gedekt en rechtstreeks uitbetaald door Prxxxxxx. Deze voorziening (gedeelte annuïteiten) is gebaseerd op actuariële gegevens met inbegrip van de sterftetafels, vergoedingspercentages, rentevoeten en andere factoren bepaald door de wet van 1967 en berekend met de hulp van een professioneel verzekeraar. Rekening houdend met de sterftetafel wordt ervan uitgegaan dat het grootste gedeelte van deze kosten zal worden uitbetaald tot 2062. Sinds 1 januari 2003 zijn de contractuele personeelsleden onderworpen aan de wet van 1971 (privésector) en blijven de statutaire personeelsleden onder de toepassing van de wet van 1967 (openbare sector). Zowel voor de contractuele als de statutaire personeelsleden is Proximus sinds 1 januari 2003 gedekt door verzekeringspolissen voor arbeidsongevallen en zal zij dus geen rechtstreekse betalingen meer uitvoeren aan de personeelsleden. De voorziening voor geschillen geeft de beste raming van het management weer voor waarschijnlijke verliezen ten gevolge van hangende geschillen waarvoor de Groep door een derde partij wordt vervolgd of waarvoor zij betrokken is in een juridisch geschil.. De verwachte timing van de bijbehorende uitstroom van kasmiddelen hangt af van de vooruitgang en de duur van de onderliggende gerechtelijke procedures. De voorziening voor ziektedagen is de beste raming van het management van de waarschijnlijke kosten ingevolge de toekenning door Prxxxxxx xan haar statutaire personeelsleden van een recht op cumulatie van niet-opgenomen ziektedagen. In 2016 is deze voorziening gedaald als gevolg van het plan voor vervroegd vertrek. De voorziening voor andere verplichtingen per eind 2018 omvat hoofdzakelijk de geraamde kosten voor de ont...
Geldstromen. De deelnemers worden, na toekenning van de obligaties, verzocht hun deelnamebedrag binnen 5 dagen over te maken op de bankrekening van de Stichting. De Stichting heeft de opdracht de gezamenlijke belangen van de deelnemers te behartigen, en heeft derhalve ook deze collecterende functie.
Geldstromen. Stimuleert mensen Coöperatie Levert diensten Gemeente Regelt begeleiding Klanten
Geldstromen. Traditioneel worden bij de universiteiten drie inkomensbronnen, genaamd geldstromen, onderscheiden. De definities van 2e en 3e geldstroom zijn niet altijd eensluidend. Om eenduidigheid binnen de organisatie van de gehanteerde definities te bewerkstellen is daarom in dit handboek aangehaakt bij de landelijk meest voorkomende definities: • 1e geldstroom Dit betreft de directe rijksbijdrage van de rijksoverheid (ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ministerie van Economische Zaken) voor de publieke financiering van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. De 1e geldstroom bestaat uit een lumpsum- financiering voor de universiteiten. Omdat universiteiten keuzevrijheid hebben is de overheid terughoudend in het uitoefenen van zeggenschap over deze 1e geldstroom. In bepaalde gevallen verstrekt OCW project-/doelsubsidies waarover zij wel zeggenschap wil behouden; de universiteit legt hier periodiek (in het jaarverslag) verantwoording over af. • 2e geldstroom Dit betreft ook rijksbijdragen, maar deze worden indirect aan universiteiten toegekend via een bemiddelende organisatie. Bekende bemiddelende organisaties zijn:
Geldstromen. Het businessmodel kent de geldstromen zoals in bovenstaand schema aangegeven. • Tussen de coöperatie en de leden o Eenmalige inleg bij aanvang project o Jaarlijkse uitkering, tussen de coöperatie en de energieleverancier (stroomverkoop minus kosten van de coöperatie) o Eenmalige uitkering na 15 jaar door verkoop van de panelen (restwaarde) • Tussen de deelnemer en zijn/ haar eigen energieleverancier o De jaarlijkse korting op de Energiebelasting • Tussen de coöperatie en derden o Bij aanvang van het project (installateur zonnedak, netbeheerder en notaris) o Jaarlijkse betaling van kosten (administrateur, verzekeringen, onderhoudskosten) o Jaarlijks de huurbetaling aan Xxxxxxxx • Tussen Greenchoice en de coöperatie o De opbrengst uit stroomverkoop • Tussen Smolders en de coöperatie o De betaling door Xxxxxxxx van de restwaarde van het zonnedak na 15 jaar
Geldstromen