GEVAARLIJKE PRODUCTEN Voorbeeldclausules

GEVAARLIJKE PRODUCTEN. De Spooroperator is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de juiste RID-etikettering.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. Ken de risico’s van de producten waarmee u werkt. - Bezorg de veiligheidsinformatiebladen (MSDS-fiches) vooraf aan de preventiedienst. - Gebruik steeds de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. De Leverancier dient gevaarlijke Producten te verpakken, markeren en vervoeren overeenkomstig de van toepassing zijnde nationale en internationale voorschriften. De begeleidende documenten (VIB, MSDS, SDS) dienen niet alleen de risicocategorie, maar ook eventuele verdere bijzonderheden te vermelden die vereist worden door de van toepassing zijnde transportvoorschriften.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. Het gebruik van gevaarlijke (giftige, brandbare, ontplofbare) producten op de werf moet van tevoren aangekondigd worden aan de aanbestedende overheid en de veiligheidscoördinator van de werf. De aannemer zorgt ervoor dat een lijst van alle producten die gebruikt worden op de werf beschikbaar is met vermelding van de maximale hoeveelheid aanwezig op de werf. Het gebruik, opslaan, labelen en inventariseren moet gebeuren volgens de van kracht zijnde voorschriften Alle producten moeten bewaard worden in hun originele verpakking die voorzien is van het originele etiket met gevaarsymbolen. Vloeistoffen moeten in een lekbak of opvangbak geplaatst worden. Het gebruikershandboek en de veiligheidsdocumentatie moeten op de werf aanwezig zijn. Mensen die werken met chemische stoffen (o.a. brandstof) moeten weten hoe zij met deze materialen moeten omgaan, welke PBM zij moeten gebruiken, hoe het opslaan gebeurt enz. en zij moeten de veiligheidsfiche van het materiaal gelezen hebben voor gebruik.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. § 1. Het is verboden om gevaarlijke producten (licht ontvlambare, ontvlambare, corrosieve, giftige, schadelijke, irriterende, voor het milieu belastende, enz…) in het bedrijf Rogiers binnen te brengen, zonder dit te vermelden op de werkvergunning.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. 9.1. De opslag van gevaarlijke producten op het terrein dient te voldoen aan VLAREM II hoofdstuk 5.17. De hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke producten dient tot het minimum beperkt te worden.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de onderaannemer vermeld staan. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving en in afspraak met de aannemer te gebeuren. Een kopie van de veiligheids- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte gevaarlijke producten moet aan de aannemer overhandigd worden. De steekkaart omvat o.a. naam van de fabrikant, fysische eigenschappen, bijzondere kenmerken, gevaren, preventie, blusstoffen/eerste hulp/evacuatie. Indien de werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse van de onderneming. Met de aannemer worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. 12.1 Alle producten op de bouwplaats dienen reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in het VGM plan van de aannemers vermeld worden.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. § 1. Het is verboden om gevaarlijke producten (licht ontvlambare, ontvlambare, corrosieve, giftige, schadelijke, irriterende, voor het milieu belastende, enz…) in het bedrijf Aircaplan binnen te brengen, zonder dit te vermelden op de werkvergunning.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN. Alle producten met gevaarlijke eigenschappen moeten voorzien zijn van een etiket conform de geldende regelgeving. De nodige aandacht moet worden besteed aan de wijze waarop deze worden opgeslagen. Indien de opgeslagen hoeveel de dagelijks verbruikbare hoeveelheid overtreft, moet de locatie en de voorwaarden voor de opslag in overleg met de opdrachtgever worden bepaald. Binnen de gebouwen en op de terreinen van UCLL kan men geconfronteerd worden met allerlei risico’s, o.a. risico’s verbonden aan het gebruik van gevaarlijke producten, niet-ioniserende straling (laser, UV, e.d.), biologische agentia (werken met bacteriën), elektriciteit,… Voor de aanduiding van de hiermee verbonden risico’s wordt gebruik gemaakt van de gangbare pictogrammen. Niet in gebruik zijnde gasflessen moeten steeds buiten de gebouwen opgeslagen worden, voorzien van een beschermkap en beveiligd tegen omvallen. Bij gebruik van gassen moeten de, voor het gas en de toepassing, geschikte toebehoren worden gebruikt.