Grondbeginselen Voorbeeldclausules

Grondbeginselen. De basis van deze Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx is de geesteswetenschap van Xxxxxx Xxxxxxx (1861-1925). En in het bijzonder zijn voordrachten over de landbouw zoals gebundeld in de ‘landbouwcursus’ uit 1924. De ideeën en methoden van de biodynamische landbouw komen hieruit voort, evenals de principes van de antroposofische voeding. Behalve de gebruikelijke kwantitatieve aspecten worden ook kwalitatieve dimensies van het levende, emotionele en geestelijke meegewogen. Demeter-producten worden vooral gebruikt als levensmiddel, maar ook voor de verzorging van en als kleding van de mens. Daarom staat de mens in het middelpunt en is de mens de maatstaf voor de productievoorschriften. Het doel van de verwerking tot Demeter-producten is het in stand houden en, indien mogelijk, versterken van die kwaliteiten die voortkomen uit de biodynamische landbouwme- thode. Kwaliteit, ecologische en sociale verantwoordelijkheid zijn grondbeginselen van de Demeter voorwaarden. Demeter producten zijn altijd biologisch gecertificeerd. Productgroepen die niet onder biologische regelgeving vallen, bijvoorbeeld cosmetica en textiel, kunnen aanvullende certificering of ten minste biologische certificering voor de grondstoffen van agrarische oorsprong vereisen. Alle nationale en internationale wettelijke voorschriften met betrekking tot productie, verwerking, etikettering van levensmiddelen, landbouwgrondstoffen, gewasbescherming, veredeling, handel en veevoeder zijn van toepassing. Indien nationale of internationale wetten of richtlijnen over verwerking, productie, distri- butie, opslag of etikettering in strijd zijn met deze voorwaarden, dan dient de nationale of internatio- nale wetgeving voorrang te krijgen. Iedere onderneming is verantwoordelijk voor de eigen aanduidin- gen ten opzichte van bovengenoemde regelgeving. Deze Demeter Voorwaarden omvatten of interpre- teren bovengenoemde regelgevingen niet, ze vormen een aanvulling.
Grondbeginselen. In het kader van de versterking van de samenwerking inzake preventie en bestrijding van illegale migratie zorgen de aangezochte staat en de verzoekende staat ervoor dat bij de toepassing van deze overeenkomst op personen die onder het toepassingsgebied ervan vallen, de mensenrechten worden geëerbiedigd en de verplichtingen en verantwoordelijkheden in acht worden genomen die voortvloeien uit de voor de partijen geldende internationale instrumenten, en met name uit: — de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948; — het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 1950; — het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 1965; — het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966; — het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 1984; — het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het protocol daarbij van 1967. De aangezochte staat zorgt er met name voor dat, met inachtneming van zijn verplichtingen uit hoofde van die internationale instrumenten, de rechten van de op zijn grondgebied overgenomen personen worden beschermd.
Grondbeginselen. De samenwerking tussen ACS en EG, die gegrondvest is op een bindende rechtsregeling en gezamenlijke instellingen, wordt geleid door de internationaal overeengekomen agenda voor de doeltreffendheid van hulp, met als uitgangspunten eigen inbreng, onderlinge afstemming, harmonisatie, resultaatgericht beheer en wederzijdse verantwoording, en wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende grondbeginselen: - gelijkheid van de partners en hun inbreng in de ontwikkelingsstrategieën: ter uitvoering van de doelstellingen van het partnerschap bepaalt iedere ACS-staat de ontwikkelings- strategie voor zijn economie en zijn samenleving in volledige soevereiniteit, daarbij alle in artikel 9 genoemde essentiële en fundamentele elementen in aanmerking nemende; het partnerschap stimuleert de inbreng van de betrokken landen en volkeren in de eigen ontwikkelingsstrategie; de ontwikkelingspartners van de EU stemmen hun programma's af op deze strategieën; - deelname: naast de centrale overheid als belangrijkste partner, staat het partnerschap open voor de parlementen van de ACS-staten, de plaatselijke overheden in de ACS-staten en andere actoren, teneinde de integratie in de hoofdstroom van het politieke, economische en maatschappelijke leven te bevorderen van alle geledingen van de samenleving, waaronder de particuliere sector en organisaties van het maatschappelijk middenveld; - een centrale rol voor dialoog, de naleving van wederzijdse verplichtingen en verant- woording: de verplichtingen die de partijen in het kader van hun dialoog zijn aangegaan vormen een kernpunt van hun partnerschaps- en samenwerkingsbetrekkingen; de partijen werken nauw samen bij het bepalen en uitvoeren van de noodzakelijke donor- afstemming en harmonisatie, teneinde bij deze processen een sleutelrol voor de ACS-staten te waarborgen; - differentiëring en regionalisering: de regelingen en prioriteiten voor samenwerking worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de behoeften, de prestaties en de ontwikkelingsstrategie voor de lange termijn van de partner. De minst ontwikkelde landen krijgen een bijzondere behandeling. Rekening wordt gehouden met de kwets- baarheid van niet aan zee grenzende en insulaire landen. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan regionale integratie, ook op continentale schaal.".
Grondbeginselen. In artikel 2, dat de grondbeginselen van de EU-ACS samenwerking vastlegt, wordt een verwijzing toegevoegd naar de internationaal overeengekomen agenda betreffende effectiviteit van de hulp. Tevens wordt in dit artikel een grotere nadruk gelegd op de noodzaak voor EU donoren hun programma’s af te stemmen op de ontwikkelingsstrategieën opgesteld door de ACS landen zelf. In het verlengde daarvan wordt een bepaling toegevoegd die stelt dat de verdragspartijen nauw dienen samen te werken bij het uitvoeren van donorafstemming en harmonisatie, teneinde een sleutelrol voor de ACS landen zelf in deze processen te waarborgen. Tenslotte wordt aan de parlementen van ACS landen en plaatselijke overheden expliciet een rol toebedeeld in het partnerschap tussen de EU en de ACS landen. Hetzelfde geldt voor integratie op continentale schaal, een referentie naar de Afrikaanse Unie.
Grondbeginselen. 1. Bijlage I omvat alle met uitsterven bedreigde soorten die door de handel worden of zouden kunnen worden getroffen. De handel in specimens van deze soorten moet aan bijzonder strenge voorschriften worden onderworpen teneinde hun voortbestaan niet verder in gevaar te brengen en zij moet slechts in buitengewone gevallen worden toegestaan.
Grondbeginselen. Het Nederlandse Rode Kruis onderschrijft onvoorwaardelijk de zeven grondbeginselen van het Rode Kruis, vastgesteld door de Internationale Rode Kruis Conferentie in Wenen 1965. Dit zijn:
Grondbeginselen. 2.1 Een Bestuurslid wordt geacht, zowel in de hoedanigheid van Bestuurslid als anderszins, zodanig op te treden dat de belangen van het Jeugdfonds Sport & Cultuur en de aan haar gelieerde leden, worden gediend.
Grondbeginselen. 3. Om de integriteit en onpartijdigheid van de geschillenbeslechtingsprocedure te verzekeren, geldt voor iedere kandidaat en ieder panellid dat zij:
Grondbeginselen. Een schermer kan zich contractueel verbinden aan een firma of een instituut dat in staat is om hem bij te staan - met inbegrip van financieel - in zijn voorbereidingen, maar alleen met de duidelijke schriftelijke toestemming van zijn bond.