Hoogte van het wachtgeld. 1 Het wachtgeld is gedurende de eerste 3 maanden gelijk aan het laatstgenoten salaris en bedraagt vervolgens gedurende de volgende 3 maanden 90%, gedurende de daarop volgende 3 maanden 80%, gedurende de volgende 15 maanden 75% en vervolgens maximaal 12 maanden 70% van het salaris. Onder salaris wordt hierbij verstaan het bruto-inkomen dat wordt afgeleid van de som van het bruto maandsalaris en de overige bestanddelen, die als loon worden aangemerkt in de dagloonregelen WW. Gedurende de wachtgeldperiode bedraagt het wachtgeld nooit minder dan 80% van het minimumloon als bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
2 Indien de wachtgeldgerechtigde een overbruggingsuitkering geniet als bedoeld in het reglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, wordt deze uitkering aangevuld tot de hoogte van het wachtgeld als omschreven in dit artikel.
3 Algemene loonstijgingen zoals afgesproken in deze CAO (met uitzondering van periodieke stijgingen), welke door de wachtgeldgerechtigde zouden zijn genoten indien betrokkene in dienst zou zijn gebleven, zullen bij de berekening van het wachtgeld in aanmerking worden genomen. Alsdan worden voor de berekening van het bruto-inkomen de op dat moment geldende premiehoogten in acht genomen.
4 Indien tengevolge van de al dan niet geleidelijke vermindering van de individuele werkzaamheden de toepassing van het in de voorafgaande leden bepaalde tot voor de wachtgeldgerechtigde ongunstige resultaten zou leiden, wordt in zijn voordeel van die bepalingen afgeweken.
Hoogte van het wachtgeld. Het in artikel 3 bedoelde wachtgeld bedraagt:
Hoogte van het wachtgeld. 1. Het in artikel 3 bedoelde wachtgeld bedraagt:
a. gedurende de eerste zes maanden 93% van de bezoldiging;
b. gedurende de daaropvolgende zes maanden 83% van de bezoldiging;
c. gedurende de resterende periode 73% van de bezoldiging.
2. Het voortgezette wachtgeld als bedoeld in artikel 4 bedraagt 1 3/4% van de bezoldiging per jaar diensttijd met dien verstande dat het wachtgeld gedurende de eerste twaalf maanden ten minste 40% van de bezoldiging bedraagt.
Hoogte van het wachtgeld. Hoogte wachtgeld – Berekeningsgrondslag
1. De hoogte van het wachtgeld is de eerste zes maanden gelijk aan je laatst verdiende salaris. Na deze periode wordt de hoogte van het wachtgeld afgebouwd en bedraagt het vervolgens de volgende drie maanden 80% van je salaris, de daarop volgende twee jaar 75% van je salaris en vervolgens 70% van je salaris. De berekeningsgrondslag voor het wachtgeld is gelijk aan je laatstverdiende salaris vermeerderd met vakantiebijslag en structurele eindejaarsuitkering. Indien de hoogte van je salaris wisselde, wordt het gemiddelde salaris per maand over de laatste twaalf volle kalendermaanden voor het einde van het dienstverband als berekeningsgrondslag genomen. Als deel van de berekeningsgrondslag geldt ook het bedrag dat je voorafgaand aan je ontslag over een periode van twaalf volle kalendermaanden gemiddeld als toelage inconveniënte uren hebt ontvangen. Gedurende de wachtgeldperiode bedraagt het wachtgeld nooit minder dan 80% van het wettelijk minimumloon.
2. Als je een Flexpensioen ontvangt, die verplicht tot uitkering komt, vanuit de pensioenregeling Pensioenfonds Zorg en Welzijn dan wordt deze uitkering aangevuld tot de hoogte van het wachtgeld.
Hoogte van het wachtgeld. 35c.1 De hoogte van het wachtgeld ingevolge deze regeling is zodanig dat het tezamen met de uitkering ingevolge de Werkloosheidswet gedurende de eerste zes maanden gelijk is aan het laatstgenoten brutosalaris inclusief vakantiebijslag, gedurende de volgende drie maanden 80%, gedurende de volgende twee jaar 75% en vervolgens 70% van het bruto- salaris, voor zover van toepassing volgens artikel 35b.1.