Loonstijging Voorbeeldclausules

Loonstijging. Per 1 juli 2017 worden de salarisbedragen structureel verhoogd met 1,65%. - In juli 2017 ontvangen alle werknemers, in dienst op 1 juli 2017, een eenmalige uitkering van bruto 0,65% van 12 keer het voor hem geldende salaris op 1 juli 2017, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, maar exclusief ORT. - Per 1 juli 2018 worden de salarisbedragen structureel verhoogd met 2%. - In januari 2019 ontvangen alle werknemers, in dienst op 1 januari 2019, een eenmalige uitkering van bruto 0,5% van 12 keer het voor hem geldende salaris op 1 januari 2019, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, maar exclusief ORT. - Het bodembedrag van de vakantietoeslag (artikel 7.3.C) wordt per 1 juli 2017 verhoogd met 1,65% en per 1 juli 2018 verhoogd met 2%.
Loonstijging. Per 1 januari 2016 worden de salarisbedragen structureel verhoogd met 1,85%. Deze loonstijging in 2016 staat ook in relatie tot het jaar 2015. Het bodembedrag van de vakantietoeslag (artikel 7.3.C) wordt per 1 januari 2016 verhoogd met 1,85%.
Loonstijging. De salarissen stijgen als volgt: - (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2020: met 3% (zoals verwerkt in ‘Salaristabel 2020’); - (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2021: met 2% (zoals verwerkt in ‘Salaristabel 2021’); - per 1 juli 2022: met 2% (zoals verwerkt in bijlage 1). Vrijwel alle werkgevers hebben vooruitlopend op de totstandkoming van de eerder beoogde cao voor de sectoren openbare bibliotheken en kunsteducatie (cao X) de salarissen van hun werknemers over 2020 en 2021 onverplicht met 3% respectievelijk 2% verhoogd en uitbetaald aan hun werknemers. Uitgangspunt is dat samenloop/cumulatie wordt voorkomen en de op grond van de cao OB 2020-2022 verschuldigde salarisverhogingen zo nodig met eerder gedane betalingen worden verrekend. In de cao OB wordt in het artikel over loonontwikkeling in het hoofdstuk over ‘functiewaardering, salaris, eindejaarsuitkering en eenmalige uitkering’ een bepaling opgenomen met navolgende strekking: “De werkgever die al dan niet vooruitlopend op inwerkingtreding van een nieuwe cao in 2020 en/of 2021 onverplicht aan de werknemers in zijn organisatie collectief algemeen structurele salarisverhogingen heeft toegekend en betaald, kan deze verhoging(en) verrekenen met de in het kader van deze cao overeengekomen collectieve algemeen structurele salarisverhogingen, als vastgelegd in lid [..] van dit artikel en in Bijlage [..] Salarisregeling Openbare bibliotheken.”
Loonstijging a. Per 1 juli 2024 worden de bruto maandsalarissen structureel verhoogd met 4%. Bij de hiervoor genoemde verhoging vormt de salaristabel per 1 januari 2024 het uitgangspunt. b. Per 1 juli 2025 worden de bruto maandsalarissen structureel verhoogd met 3,75%. c. Per 1 januari 2026 worden de bruto maandsalarissen structureel verhoogd met 1%. d. Het wettelijk minimumloon (WML) wordt per 1 januari en per 1 juli van elk kalenderjaar periodiek verhoogd. Daarom worden de onderste treden van de laagste schalen per 1 juli 2024, respectievelijk per 1 januari 2025, per 1 juli 2025 en per 1 januari 2026 gebracht op het niveau van het per die datum geldende wettelijk minimumloon (WML). Voor zover van toepassing gebeurt dit na de structurele salarisverhoging met de hiervoor sub a, b en c genoemde percentages. e. De werkgever die al dan niet vooruitlopend op inwerkingtreding van een nieuwe cao in 2024 onverplicht aan de werknemers in zijn organisatie collectief algemeen structurele salarisverhogingen heeft toegekend en betaald, kan deze verhoging(en) verrekenen met de in het kader van deze cao OB overeengekomen collectieve algemeen structurele salarisverhogingen, als hiervoor sub a t/m d bedoeld. De salaristabellen per 1 juli 2024, per 1 juli 2025 en per 1 januari 2026 zijn opgenomen in bijlage 1.
Loonstijging. In december 2019 ontvangen alle werknemers, in dienst op 1 december 2019, een eenmalige uitkering van bruto €800, naar rato van de omvang van het dienstverband. - Per 1 januari 2020 worden de salarisbedragen structureel verhoogd met 4%. - In juni 2020 ontvangen alle werknemers, in dienst op 1 juni 2020, een eenmalige uitkering van bruto €200, naar rato van de omvang van het dienstverband. - Het bodembedrag van de vakantietoeslag (artikel 7.3.C) wordt per 1 januari verhoogd met 4%.
Loonstijging. De salarissen stijgen als volgt: - (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2020: met 3% (zoals verwerkt in salaristabel 2020); - (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2021: met 2% (zoals verwerkt in salaristabel 2021); - per 1 juli 2022: met 2% (wordt verwerkt in salaristabel 2022). Vrijwel alle werkgevers hebben vooruitlopend op de totstandkoming van de eerder beoogde cao voor de sectoren openbare bibliotheken en kunsteducatie (cao X) de salarissen van hun werknemers over 2020 en 2021 reeds onverplicht met 3% respectievelijk 2% verhoogd en uitbetaald aan hun werknemers.
Loonstijging. Een verhoging van de eindejaarsuitkering met ingang van 1 januari 2024 van 3% naar 4% voor alle medewerkers die in dienst zijn op of na 1 juli 2024. • Een structurele loonsverhoging van 1,5% met ingang van 1 november 2024.
Loonstijging. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel de lonen stijgen in 2021 Per 1 juli 2021 Structurele loonsverhoging van 2,25 procent • Het individuele salaris van medewerkers wordt per 1 juli 2021 verhoogd met 2,25 procent. Corporatiemedewerkers in de salarisschalen C tot en met H en O, wiens salaris op of boven het eindniveau van nieuwkomers ligt, krijgen te maken met een aanpassingsbedrag op de structurele loonsverhoging van 1 juli 2021. Deze afspraak is door CAO-partijen in de XXX Xxxxxxxxxxxx 2017-2018 gemaakt (artikel 4.4.3 CAO). Nieuwkomers (op of na 1 augustus 2018 in dienst) krijgen geen aanpassing op hun structurele loonsverhoging. Uiterlijk in mei wordt door Xxxxx een rekentool op Xxxxx.xx gepubliceerd waarmee het salaris (ook voor medewerkers die te maken krijgen met een aanpassingsbedrag) berekend kan worden. • De bereikbaarheidsdienstvergoeding in de CAO Woondiensten wordt verhoogd met 2,25 procent per 1 juli 2021.

Related to Loonstijging

  • Loonsverhoging De loonmarge is het percentage dat de lonen mogen stijgen bovenop de automatische indexering. Tweejaarlijks krijgen de sociale partners de mogelijkheid om hierover te onderhandelen. De hoogte van het percentage wordt bepaald door de loonnormwet. Deze wet moet voorkomen dat de lonen in België sneller stijgen dan de lonen in onze buurlanden. Voor 2023-2024 bedraagt de loonmarge nul procent. Dit betekent dat we niet konden onderhandelen over een stijging van de lonen bovenop de automatische indexering.

  • Afwijking Individuele afwijkingen, met inbegrip van aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de consument worden vastgelegd.

  • Risicowijziging Verzekeringnemer is verplicht zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen de hierna genoemde termijnen, verzekeraar in kennis te stellen van wijzigingen, zoals hierna is aangegeven, tenzij verzekeringnemer aannemelijk maakt dat hij van het optreden van die wijziging niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.

  • Wijziging De Reiziger die de Reis heeft geboekt kan de Organisator Schriftelijk verzoeken de Overeenkomst te wijzigen. De Organisator is hier niet toe gehouden. De Organisator stelt de Reiziger op de hoogte van de nieuwe reissom. Indien de Reiziger akkoord gaat met de kosten van de wijziging zijn de nieuwe reissom en wijzigingskosten verschuldigd. Indien de nieuwe reissom lager uitvalt dan de oorspronkelijke reissom, wordt het verschil verrekend met de verschuldigde wijzigingskosten.

  • Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

  • Verpakking Wij hebben het recht boven de verkoopprijs de kosten van emballage in rekening te brengen, indien extra verpakking noodzakelijk blijkt te zijn. Standaardverpakking is in de prijs inbegrepen.

  • Overwerktoeslag Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix overwerktoeslag van bijlage A2 van toepassing.

  • Prijsbepaling Deze opdracht is een opdracht tegen globale prijs. De opdracht tegen globale prijs is een opdracht waarin een forfaitaire prijs alle prestaties van de opdracht of van elk van de posten dekt.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.

  • Risicobeperking a. Indien concrete omstandigheden of ontwikkelingen, zoals aard en omvang van het schadeverloop, verzekeraar tot het oordeel brengen dat toekomstige schade kan worden voorkomen of beperkt door het nemen van risicobeperkende maatregelen door verzekeringnemer, heeft verzekeraar het recht het nemen van deze maatregelen voor te schrijven. b. Verzekeringnemer is verplicht om in redelijkheid zorg te dragen voor en/of bij te dragen aan het nemen van de door verzekeraar aangegeven maatregelen.