Nationale wetgeving Voorbeeldclausules

Nationale wetgeving. Elke Partij ziet er op toe dat uiterlijk op de datum waarop deze Overeenkomst voor haar in werking treedt, haar wetten, verordeningen en administratieve procedures alsmede de regels, procedures en praktij- ken die door haar aanbestedende diensten worden toegepast in overeen- stemming zijn met de bepalingen van deze Overeenkomst.
Nationale wetgeving. De contractant verbindt zich ertoe alle verplichtingen die uit hoofde van het nationale recht uit zijn bezigheid voortvloeien (b.v. voorschriften betreffende belastingen, werktijden, ziekteverzekering, sociale zekerheid) na te komen. Het Europees Parlement kan in geen geval als werkgever van de contractant worden beschouwd en aanvaardt dan ook geen van de civiele, fiscale of andere verplichtingen van een werkgever. De contractant is als enige verantwoordelijk voor het nakomen van dergelijke verplichtingen. De contractant is ertoe gehouden zijn wettelijke aansprakelijkheid te dekken door middel van een verzekering. Een kopie van de desbetreffende verzekeringspolis dient aan het Europees Parlement te worden verstrekt. De contractant verbindt zich ertoe zich te houden aan de nationale bepalingen op fiscaal en sociaal gebied die op hem van toepassing zijn. De contractant neemt alle noodzakelijke maatregelen (verzekeringen en andere maatregelen) om zijn personeel te beschermen tegen de risico's van ongevallen en ziekte gedurende de uitvoering van het contract.
Nationale wetgeving. Het Belgische mariene gebied (vanaf de gemiddelde laag laagwaterspringlijn; GLLWS) is federale bevoegdheid. Het gebied wordt opgedeeld in de 12 mijlszone (of territoriale wateren); de 24-mijlszone (of de aansluitende zone) en de aangrenzende exclusieve economische zone (= Belgisch Continentaal Plat). In België heeft voormalig minister voor de Noordzee, Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx, sinds het aantreden van de federale regering in juli 2003 de eerste stappen gezet naar de ontwikkeling van een duurzaam maritiem beleid met zijn Masterplan Noordzee. Het Masterplan is een visie op een leefbare toekomst. Het is een visie met als sleutelwoord duurzaam beheer: het verzoenen van de verschillende economische activiteiten en tegelijkertijd de natuurwaarden behouden. Het Masterplan is een gefaseerde en gezoneerde aanpak van het Belgisch deel van de Noordzee in overleg met alle betrokkenen. Dit beleid is verder gezet door zijn opvolger, Xxxxxx Xxxxxxx, onder het motto ‘Noordzee – Noordzeven’ (alluderend op de zeven krachtlijnen: zeewindenergie, zeevisserij, zeevaart, zeehaven, zeenatuur, zeerecreatie en zeewetgeving). Relevant voor de windenergiesector is de toekenning van een zone voor de bouw en exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen volgens het KB 17/05/2004. Sinds de huidige regering Xxxxxxx X, is de ministerpost voor de Noordzee afgeschaft en valt de bevoegdheid over de Noordzee rechtstreeks onder de eerste minister. Door de oprichting van het Coördinatiepunt voor Geïntegreerd Beheer van Kustgebieden wordt ook het duurzaam beheer van het kustgebied in België gestimuleerd. De kustzone vanaf de GLLWS landinwaarts is regionale (Vlaamse) bevoegdheid o.a. wat betreft milieubescherming. Dat heeft als gevolg dat het toepassingsgebied van dit MER zich beperkt tot de mariene zones (dus gerekend vanaf de gemiddelde laagwaterspringlijn). We wensen er echter op te wijzen dat de afbakening van de milieueffecten van activiteiten niet noodzakelijk samenvalt met de bevoegdheidsgrenzen. Eventuele milieu-impact op land (onder Vlaamse bevoegdheid) wordt in principe niet behandeld in dit MER. Voor de mariene zones zijn een aantal nationale wetten geldig. Deze worden in de volgende paragrafen beknopt beschreven. Een eerste belangrijke wet is de wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het Continentaal Plat (publicatie Belgisch Staatsblad 8/10/1969). Delen van deze wet werden...
Nationale wetgeving. Het Koninklijk Besluit van 09/03/2003 gewijzigd door de koninklijke besluiten van 17/03/2005, 13/05/2005 en 10/12/2012 betreffende de beveiliging van liften. De risicoanalyse neemt de verschillende veiligheidsaspecten in acht die zijn opgesomd in bijlage I van dit KB .

Related to Nationale wetgeving

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • Schadegeval in het buitenland Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.

  • Afwijking Individuele afwijkingen, met inbegrip van aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de consument worden vastgelegd.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Bewaartermijnen en vernietiging Persoonsgegevens 1. Onderwijsinstelling zal Verwerker adequaat informeren over (wettelijke) bewaartermijnen die van toepassing zijn op de Verwerking van Persoonsgegevens door Verwerker. Verwerker zal de Persoonsgegevens niet langer Verwerken dan overeenkomstig deze bewaartermijnen. 2. Onderwijsinstelling verplicht Verwerker om de in opdracht van Onderwijsinstelling Verwerkte Persoonsgegevens bij de beëindiging van de Verwerkersovereenkomst te (doen) vernietigen, tenzij de Persoonsgegevens langer bewaard moeten worden, zoals in het kader van (wettelijke) verplichtingen, dan wel op verzoek van de Onderwijsinstelling. De Onderwijsinstelling kan op eigen kosten een controle laten uitvoeren of vernietiging heeft plaatsgevonden. 3. Verwerker zal Onderwijsinstelling (schriftelijk of elektronisch) bevestigen dat vernietiging van de Verwerkte persoonsgegevens heeft plaatsgevonden. 4. Verwerker zal alle Subverwerkers die betrokken zijn bij de Verwerking van de Persoonsgegevens op de hoogte stellen van een beëindiging van de Verwerkers-overeenkomst en zal waarborgen dat alle Subverwerkers de Persoonsgegevens (laten) vernietigen.

  • Verkeersongeval Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Wetswijziging Verzekeraars hebben het recht, indien gedurende de geldigheidsduur van de verzekering het aansprakelijkheidsrisico wordt of zal worden verzwaard door wetgeving in formele of materiële zin, de verzekering te herzien met ingang van een door verzekeraars te bepalen datum, met inachtneming van een termijn van ten minste twee (2) maanden. De verzekeringnemer heeft het recht de herziening van de overeenkomst te weigeren binnen dertig (30) dagen nadat hem daarvan mededeling is gedaan.

  • Vrijwillige aansluiting Ondernemingen, verwant met de verblijfsrecreatie, zoals bedoeld in artikel 1 lid 30, en niet vallend onder een andere cao, kunnen desgevraagd in aanmerking komen voor vrijwillige aansluiting bij het geheel van regelingen en fondsen voortvloeiend uit de cao. De bedrijven die vrijwillig zijn aangesloten, verplichten zich de cao’s integraal toe te passen op alle bij hun in dienst zijnde werknemers, mits het bestuur van het Pensioenfonds Recreatie met de vrijwillige aansluiting heeft ingestemd (de voorwaarden staan vermeld in het Reglement van het Pensioenfonds) Recreatie.