Passende beoordeling Voorbeeldclausules

Passende beoordeling. Op geen van de Natura 2000-gebieden binnen de invloedsfeer van A27/A1 (inclusief netwerkeffecten) is er sprake van negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie door de wegaanpassing. Op habitattypen met een verbeter- of uitbreidingsdoel binnen de N2000- gebieden Oostelijke Vechtplassen, Naardermeer en Veluwe, is er sprake van een verminderde afname ten opzichte van de autonome ontwikkeling van de totale stikstofdepositie. Voor deze gebieden wordt geconcludeerd dat, door de kleine verminderde afname van stikstofdepositie ten opzichte van de autonome ontwikkeling (ten opzichte van de huidige situatie is er een afname) het realiseren van uitbreidings- en verbeterdoelen niet merkbaar wordt vertraagd of bemoeilijkt. Ten opzichte van de huidige situatie kan voor alle drie de N2000-gebieden worden geconcludeerd dat er sprake is van een afname van de stikstofdepositie. De habitattypen met een uitbreidingsdoel van Oostelijke Vechtplassen (H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) en H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden), Xxxxxxxxxxx (X0000 Xxxxxxxxxxxxxxx, H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) en H91D0 *Hoogveenbossen) en de Veluwe (H4030 Droge heiden, H9120 Beuken-eikenbossen met hulst en H9190 Oude eikenbossen) zijn gevoelig voor vermesting. Voor alle genoemde habitattypen is met de huidige achtergrondconcentratie al een overschrijding van de kritische depositiewaarde aanwezig. De stikstofdepositie neemt echter als gevolg van de wegaanpassing niet toe en bovendien is de belangrijkste rol voor het behalen van de gestelde doelen gelegen in kwaliteit en peil van het water en beheermaatregelen. Op basis van de uitgevoerde effectbeoordeling wordt geconcludeerd dat significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden Oostelijke Vechtplassen, Naardermeer en Veluwe zijn uitgesloten, ook in cumulatie met andere plannen en projecten. Door de kleine verminderde afname van stikstofdepositie ten opzichte van de autonome ontwikkeling (ten opzichte van de huidige situatie is er een afname) wordt het realiseren van uitbreidings- en verbeterdoelen niet vertraagd of bemoeilijkt en is er geen sprake van verslechtering. Ten opzichte van de huidige situatie kan voor alle drie de N2000-gebieden worden geconcludeerd dat er sprake is van een afname van de stikstofdepositie. Voor de habitattypen in Natura 2000-gebieden Arkemheen, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Markermeer & IJmeer, Oostvaardersplassen, Veluwe, Binnenveld en Vlijm...
Passende beoordeling. Een passende beoordeling werd opgesteld op basis van het ontwerp van passende beoordeling (BMM, 2024).
Passende beoordeling. Wees u er van bewust dat maatregelen in het kader van NATURA-2000 onderzoek passende beoordeling een andere juridische afdwingbaarheid hebben dan disciplinespecifieke maatregelen in een MER. - Indien een passende beoordeling in het MER wordt geïntegreerd: maak duidelijk dat de compenserende en mitigerende maatregelen die worden voorgesteld in de passende beoordeling DWINGEND van aard zijn. Dit verschil in rangorde dient eveneens duidelijk uit de conclusie en samenvatting in het MER te blijken; Typevoorschriften voor gewestelijke RUP’s (Website RWO – RUP-forum (xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx)) De typevoorschriften voor gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 11 april 2008. De typevoorschriften werden goedgekeurd als bijlage bij het 'Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen'. Het 'Verslag aan de Vlaamse Regering' bij dit besluit kan gehanteerd worden als een handleiding voor het gebruik van deze voorschriften. De inhoud van een RUP is in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) opgenomen onder Art. 2.2.2.§1 (zie ook hoofdstuk 2 van deze handleiding). Zo bevat een ruimtelijk uitvoeringsplan ondermeer ‘stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer’ en tevens (in voorkomend geval) de conclusies van het planmilieueffectenrapport. Hier op verder werkend is rond de inhoud van een RUP het één en ander geregeld in het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen (B.S. 1.08.2008)’ (zie ook hoofdstuk 2 van deze handleiding). Art. 2 stelt “bepalingen over de inrichting van een gebied waaronder voorschriften over de beeldwaarde, de ontsluiting, het verzekeren van duurzaam ruimtegebruik, het garanderen van goed nabuurschap met naastliggende gebieden”. De dossiersamenstelling stedenbouwkundige vergunning is geregeld in het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning (en wijzigingen)’ (zie ook hoofdstuk 2 van deze handleiding). Ondermeer dient “de overeenstemming en de verenigbaarheid van de aanvraag met de wettelijke en ruimtelijke context” te worden aangetoond. In het kader van de stedenbouwkundige vergunning kunnen enkel milderende maatregelen opgelegd worden door de v...

Related to Passende beoordeling

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt.