Organisatorische aspecten. 4.1. Alle optredende storingen en schades dienen direct aan de Hertek B.V. gemeld te worden. Na melding zal Hertek B.V. er zorg voor dragen dat een spoedig herstel gewaarborgd is.
4.2. De cliënt zal minimaal één persoon aanstellen die conform NEN2654-1, uitgave 2002, opgeleid is als “Beheerder Brandmeldinstallaties’’. De beheerder is verantwoordelijk voor het beheer van de brandmeldinstallatie en is als zodanig de contactpersoon voor Hertek B.V.. De cliënt zal de naam van de beheerder opgeven aan Hertek B.V.. Eventuele wijzigingen dienen gemeld te worden tijdens kantooruren.
4.3. De cliënt zal Hertek B.V. tijdens kantooruren in kennis stellen van; alle aangebrachte wijzigingen en aanpassingen aan de installatie, wijzigingen van adres of naamsgegevens van de cliënt of de door hem aangestelde beheerder.
4.4. De cliënt stelt tijdens preventief & correctief onderhoud een complete, actuele set bijgewerkte installatietekeningen ter beschikking.
4.5. Alle niet door Hertek B.V. uitgevoerde werkzaamheden, wijzigingen, aansluitingen en hulpapparaten verplaatsingen en overige wijzigingen moeten door de onderhouder worden gecontroleerd en geaccepteerd.
4.6. Indien nodig zal de cliënt de onderhouder kosteloos een hulpkracht ter beschikking stellen. Verder zal de cliënt voor zijn kosten, zorg dragen voor de aanwezigheid van het benodigde, veilige en goedgekeurde klimmateriaal en de eventuele verplaatsing daarvan.
4.7. De cliënt zal het personeel van Hertek B.V. en door Hertek B.V. ingeschakelde derden, voor het uitvoeren van de opgedragen werkzaamheden, inspecties en noodzakelijke steekproefwerkzaam- heden voor certificeringen en instandhouding van erkenningen, toegang verschaffen tot de projectlocatie en alle apparatuur betrekking hebbend op deze overeenkomst. Een goede en veilige bereikbaarheid van alle apparatuur van de betreffende installatie dient gewaarborgd te zijn in alle ruimten die, in verband met de werkzaamheden, moeten worden betreden. De cliënt zal kosteloos alle medewerking en faciliteiten verlenen die voor een vlot verloop van de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk zijn.
Organisatorische aspecten. De drie intergemeentelijke samenwerkingsverbanden lokaal woonbeleid (IGS-en) Roeselare, Izegem en Tielt vormen de motor van de uitvoering van het intergemeentelijk toewijzingsreglement Proef-wonen. Ze staan samen in voor de algemene coördinatie: de organisatie van de teams Proef-wonen en de jaarlijkse Regionale Stuurgroep, het adequaat opvolgen van vragen en signalen rond concrete dossiers en structurele punten, ... • De drie multidisciplinaire teams proef-wonen (één team per wooncluster: regio Roeselare, Tielt en Izegem) spelen een cruciale rol: Ze staan in voor de selectie van kandidaten en goedkeuring- en evaluatie van de leertrajecten(elk traject wordt minstens om de 6 maanden geëvalueerd). Ze zijn samengesteld uit een vaste kern van woon- en welzijnsactoren: de betrokken SHM’s20, SVK ’s, woonwinkels, één vertegenwoordiger per welzijnssector (incl. OCMW ’s en eerstelijnsgezondheidszorg) en de ‘IGS-contactpersoon’.
Organisatorische aspecten. 1. Alle optredende storingen en schade moeten onverwijld aan de onderhouder worden gemeld. Na melding zal de onderhouder direct zodanige maatregelen nemen, dat een zo spoedig mogelijk herstel gewaarborgd is.
2. Cliënt geeft aan de onderhouder minimaal één opgeleide persoon op welke verantwoordelijk is voor het beheer van de alarminstallatie en tevens de contactpersoon is voor de onderhouder. Wijzigingen moeten direct schriftelijk aan de onderhouder worden opgegeven.
3. Cliënt zal aan het personeel van de onderhouder toegang verschaffen tot alle apparatuur betrekking hebbende op deze overeenkomst. Een goede en veilige bereikbaarheid van alle apparaten moet zijn gewaarborgd in alle ruimten welke in verband met de werkzaamheden moeten worden betreden. Cliënt zal tevens alle medewerking aan een vlot verloop van werkzaamheden verlenen.
4. Tijdens het preventief onderhoud wordt door de cliënt opgegeven welke bouwkundige, organisatorische en/of ruimte wijzigingen hebben plaatsgevonden. De onderhouder zal aan de hand van deze gegevens beoordelen of een installatie aanpassing noodzakelijk is.
5. Na de periodieke controle en het preventief onderhoud wordt door de onderhouder een schriftelijk onderhoudscontrolerapport gemaakt en wordt het logboek bijgewerkt.
6. Aansluitend op het preventief en correctieve onderhoud wordt, indien gewenst in bijzijn van de cliënt, het volledig operationeel beproefd, inclusief de doormelding naar de meldkamer.
7. De onderhouder beschikt over meet- en controleapparatuur ten behoeve van controle, preventief en correctief onderhoud.
Organisatorische aspecten. De overeenkomst moet inzicht geven in de wijze waarop de afvalbeheerstructuur is georganiseerd. Daarbij kunnen in ieder geval de volgende onderwerpen in aanmerking worden genomen: • Indien van toepassing, de verantwoordelijkheden van de producentenorganisatie in het kader van de afvalbeheerstructuur. • Welke derde partijen bij de afvalbeheerstructuur betrokken worden, bijvoorbeeld voor inzameling, transport, sortering en verwerking van het afgedankte product. Gedacht kan worden aan auto-demontagebedrijven voor de inzameling en verwerking van auto’s, of gemeenten voor de inzameling van verpakkingsafval; • Eventuele minimumvereisten die aan de bij de afvalbeheerstructuur te betrekken derde partijen gesteld worden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de Weeelabex-kwaliteitsstandaard voor verwerking van elektrisch en elektronisch afval. Het is raadzaam deze aspecten in de gegevens bij het verzoek te verduidelijken door middel van een organisatieschema (organogram).
Organisatorische aspecten. 28.3.1 Opdrachtgever geeft aan Opdrachtnemer minimaal één opgeleide persoon door die verantwoordelijk is voor het beheer van de ontruimingsinstallatie en tevens de contactpersoon is voor opdrachtnemer.
28.3.2 Wijzigingen in de persoon of gegevens van deze persoon, dienen onverwijld schriftelijk aan Opdrachtnemer te worden doorgegeven.
28.3.3 Opdrachtgever stelt tijdens het beheer een complete, actuele set bijgewerkte installatieplattegronden aan Opdrachtnemer ter beschikking.
28.3.4 Opdrachtgever zal aan het personeel van Opdrachtnemer als mede de keurende installaties vanuit CI of inspectiebureau toegang verschaffen tot alle apparatuur, betrekking hebbend op deze overeenkomst.
28.3.5 Opdrachtgever waarborgt een goede en veilige bereikbaarheid van alle apparaten in alle ruimten die in verband met de werkzaamheden, uit te voeren door Opdrachtnemer, moeten worden betreden. Opdrachtgever zal tevens alle medewerking aan een vlot verloop van de werkzaamheden verlenen.
28.3.6 Opdrachtgever zal aan Opdrachtnemer, indien nodig, bij de werkzaamheden kosteloos een hulpkracht ter beschikking stellen, denk hierbij aan zorglocaties met zelfstandige woningen, hotels e.d. waar het personeel van Opdrachtnemer niet zonder toestemming de woningen/kamers op kunnen.
28.3.7 De Europese Richtlijn Werken op Hoogte is sinds juli 2006 van kracht en geldt voor iedereen die als werkgever, werknemer, gebouwbeheerder of gebouweigenaar werkzaamheden op hoogte uitvoert of laat uitvoeren. De inhoud van de Europese Richtlijn is opgenomen in het Nederlands Arbo besluit en daarom verplicht. Het personeel van Opdrachtnemer is niet opgeleid om te werken op hoogte en beschikt dan ook niet over de vereiste klimmaterialen. Als er sprake is van “Draagbaar klimmateriaal” moet deze voldoen aan het Besluit draagbaar klimmateriaal. Dit besluit valt onder de Warenwet, en geldt zowel voor particulieren als voor het bedrijfsleven. Ladders en trappen moeten zijn gemerkt met NEN 2484, gevolgd door het symbool van het ladder- of traptype, het aantal sporten of treden per deel, en het aantal delen. Wanneer er draagbaar klimmateriaal benodigd is dient dit vooraf te worden aangegeven of op locatie te worden verstrekt en voorzien te zijn van het juiste keurmerk.
28.3.8 Tijdens het beheer wordt door Opdrachtgever opgegeven welke bouwkundige, organisatorische en/of ruimte wijzigingen hebben plaatsgevonden. Opdrachtnemer zal uitsluitend aan de hand van deze gegevens beoordelen of een installatie-aanpassing noodza...
Organisatorische aspecten. De drie intergemeentelijke samenwerkingsverbanden lokaal woonbeleid (IGS-en) Roeselare, Izegem en Tielt vormen de motor van de uitvoering van het intergemeentelijk toewijzingsreglement Proef- wonen. Ze staan samen in voor de algemene coördinatie: de organisatie van de teams Proef-wonen en de jaarlijkse Regionale Stuurgroep, het adequaat opvolgen van vragen en signalen rond concrete dossiers en structurele punten, ... • De drie multidisciplinaire teams proef-wonen (één team per wooncluster: regio Roeselare, Tielt en Izegem) spelen een cruciale rol:
Organisatorische aspecten. 8.1 De Cliënt verschaft Zonnepark Services Nederland de toegang tot de installaties en apparatuur betrekking hebbend op de Overeenkomst. Een goede en veilige bereikbaarheid van de installaties en apparaten dient gewaarborgd te zijn in alle ruimten, die in verband met werkzaamheden betreden moeten worden. De Cliënt zal ook alle medewerking verlenen aan een vlot verloop van de werkzaamheden.
8.2 De Cliënt verschaft Zonnepark Services Nederland alle beschikbare informatie over de installaties en apparatuur betrekking hebbend op de Overeenkomst.
8.3 De Cliënt zal ervoor zorgdragen dat de meetapparatuur steeds goed en veilig bereikbaar is voor Zonnepark Services Nederland en goed kan worden afgelezen middels een goede internetconnectiviteit. De Cliënt zal er tevens voor zorgdragen dat de meetapparatuur is beschermd tegen beschadiging en tegen verbreking van de verzegeling.
8.4 Indien de installaties en apparatuur niet goed en/of veilig bereikbaar zijn, heeft Zonnepark Services Nederland het recht voor rekening en risico van de Cliënt de belemmeringen weg te nemen dan wel wijzigingen door te voeren. Een en ander doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de Cliënt uit de vorige artikelleden.
8.5 De Cliënt zal ervoor zorgdragen dat Zonnepark Services Nederland haar werkzaamheden kan verrichten in een veilige omgeving.
8.6 De Cliënt zal Zonnepark Services Nederland, indien nodig, bij de werkzaamheden kosteloos een hulpkracht ter beschikking stellen en, indien van toepassing, zorgen voor het benodigde veilige klimmateriaal dan wel een hoogwerker en voor verplaatsing daarvan.
Organisatorische aspecten a. Is er voldoende organisatorisch vermogen (mensen en middelen) voor realisatie in 2020–2022?
b. Is er sprake van een bestaande regionale agenda, visie of programma (etc.)?
c. Op welke manier is aangegeven hoe de regionale governance wordt ingevuld? Is er bijvoorbeeld sprake van PPS/triple-helix samenwerking? Is er al sprake van een bestaande governance-structuur of moet deze met het sluiten van een eventuele Regio Deal nog worden vormgegeven?
Organisatorische aspecten. Tijdens de onderhandelingen hebben langdurige discussies plaatsgevonden over de verdeling onder de deelnemende lan- den van de bijdragen voor het beginkapitaal, dat aanvankelijk op $ 200 min. is gesteld en dat maximaal tot $ 300 min. zal kunnen worden verhoogd. Een van de richtsnoeren bij deze verdeling was het aandeel van de participerende landen in het intercontinentale telefoonverkeer. Uit hoofde van het wezen- lijk grotere aandeel, dat de Verenigde Staten aan de ontwikke- ling van de benodigde apparatuur hebbben bijgedragen en gezien het feit dat zij op dit ogenblik ook de enigen zijn, die een dergelijk systeem kunnen effectueren, zijn correcties aan- gebracht, welke ertoe hebben geleid, dat het Amerikaanse quotum is vergroot ten koste van het Europese. Uiteindelijk zijn de bijdragen aan het kapitaal der voorlopige organisatie bij het begin van haar bestaan gesteld op 30,5 pet. voor Europa, 61 pet. voor de Verenigde Staten en 8,5 pet. voor Australië, Canada en Japan gezamenlijk. De vaststelling van deze percentages was van bijzondere betekenis, aangezien deze zowel de verhouding in de eigendom van het ruimte-onderdeel (artikel III) als het gewicht van de stemmen in de Interim- commissie bepalen (artikel V, lid a). Deze Interimcommissie is verantwoordelijk voor het ont- werpen, het ontwikkelen, de bouw, de totstandbrenging, het onderhoud en de exploitatie van het ruimte-onderdeel van het initiële systeem (artikel IV). Zij is als het beleidsorgaan van de voorlopige wereldorganisatie, die onlangs de naam ,,Intel- sat" gekregen heeft, te beschouwen en heeft ten gevolge van sterke Europese druk meer bevoegdheden gekregen dan de Amerikanen, uitgaande van de commerciële conceptie, aan- vankelijk wilden accepteren. Men heeft de omvang van de commissie beperkt gehouden, teneinde te voorkomen dat een te groot ledental de beraad- slagingen zou verlengen of belemmeren. Xxxxxxx heeft één vertegenwoordiger per deelnemend land of per landengroep, waarvan de kapitaalbijdrage een percentage van minimaal 1,5 pet. bereikt. Ingevolge deze bepaling kunnen ook de kleine landen zich in de commiss;e laten horen. Nederland en België, die aanvankelijk 1, respectievelijk 1,1 pet. aan de kosten van het systeem contribueerden, vormen tezamen een landengroep en nemen jaarlijks bij toerbeurt in de commissie zitting, met dien verstande dat de officiële ver- tegenwoordigcr wordt geassisteerd door een plaatsvervangend gedelegeerde van het land, weiks vertegenwoordiger niet in de commis...
Organisatorische aspecten