Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 10.1 Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv-begeleider van de instelling. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.
10.2 Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of conflict is dat het leerbedrijf de afspraken in deze overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student in overleg met de bpv-begeleider van de instelling de mogelijkheden bespreken.
10.3 Als partijen er in onderling overleg niet uitkomen, kan de student een klacht indienen via de klachtenregeling van de onderwijsinstelling. De procedure voor het indienen van een klacht staat in de onderwijsovereenkomst die de student met de onderwijsinstelling heeft afgesloten.
10.4 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de instelling.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 10.1. Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv-begeleider van de instelling. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.
10.2. Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of conflict is dat het leerbedrijf de afspraken in deze overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student in overleg met de bpv-begeleider van de instelling de mogelijkheden bespreken.
10.3. Als partijen er in onderling overleg niet uitkomen, kan de student een klacht indienen via de klachtenregeling van de onderwijsinstelling. De procedure voor het indienen van een klacht staat in de onderwijsovereenkomst die de student met de onderwijsinstelling heeft afgesloten.
10.4. Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de instelling.
10.5. Het leerbedrijf richt zich bij problemen of conflicten tijdens de bpv zich in eerste instantie tot de bpv- begeleider. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen. Wanneer het leerbedrijf vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost dan kan het leerbedrijf een klacht indienen via op de website (xxx.xxxxxxxxx.xx) te downloaden formulieren.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 1. Bij problemen of conflicten in verband met de beroepspraktijkvorming richt de student zich tot de praktijkbegeleider en/of de onderwijsbegeleider Deze trachten in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.
2. Als de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost kan hij zich - al dan niet in overleg met de onderwijsbegeleider en/of praktijkbegeleider - wenden tot de onderwijsinstelling en zo nodig gebruik maken van de klachtenregeling.
3. Als er sprake is van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld, kan de student zonder tussenkomst van de in lid 1 en lid 2 genoemde instanties, een klacht indienen overeenkomstig de in het leerbedrijf van kracht zijnde klachtenregeling op dit gebied. Als de student geen gebruik kan maken van een klachtenregeling inzake seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld, uitgaande van het leerbedrijf dan wel uitgaande van een andere organisatie of onderwijsinstelling, waarbij het leerbedrijf zich heeft aangesloten, dan geldt de klachtenregeling van Scalda.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 15.1 Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de deelnemer zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider en/of de onderwijsbegeleider. Deze trachten in gezamenlijk overleg met de deelnemer tot een oplossing te komen.
15.2 Wanneer de deelnemer vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan de deelnemer een klacht indienen bij de onderwijsinstelling of een medewerker die daarvoor het meest geschikt wordt geacht.
15.3 De deelnemer heeft er recht op dat zijn klacht serieus wordt behandeld. De aangesproken persoon spreekt met de deelnemer af wanneer hij terugkomt op de klacht of verwijst de deelnemer door naar de klachtenprocedure van de onderwijsinstelling.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 14.1. Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv-begeleider van SVO vakopleiding food. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.
14.2. Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of conflict is dat het leerbedrijf de afspraken in deze overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student in overleg met de bpv-begeleider van SVO vakopleiding food de mogelijkheden bespreken.
14.3. De student kan een klacht indienen via de klachtenregeling van SVO vakopleiding food. De procedure voor het indienen van een klacht staat in de onderwijsovereenkomst die de student met de onderwijsinstelling heeft afgesloten.
14.4. Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van SVO vakopleiding food.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 1. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student of het BPV-bedrijf zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider en/of de schoolbegeleider. Er wordt getracht in gezamenlijk overleg met de student of BPV-bedrijf tot een oplossing te komen.
2. Wanneer de student of het BPV-bedrijf vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost, kan men zich wenden tot de schooldirecteur. Tegen de beslissing van de schooldirecteur kan een klacht worden ingediend bij de onderwijsdirecteur. Ook kan de zaak worden voorgelegd aan de Klachten- en bezwarenadviescommissie ROC Mondriaan.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 15.1 Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider van het leerbedrijf en/of de bpv-begeleider van de onderwijsinstelling. Deze trachten in gezamenlijk overleg met de student tot een oplossing te komen.
15.2 Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan de student een klacht indienen bij de onderwijsinstelling of een medewerker die daarvoor het meest geschikt wordt geacht.
15.3 De student heeft er recht op dat zijn klacht serieus wordt behandeld. De aangesproken persoon spreekt met de student af wanneer hij terugkomt op de klacht of verwijst de student door naar de klachtenprocedure van de onderwijsinstelling.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student zich tot de praktijkopleider en/of de BPV-begeleider. Deze proberen in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen. Indien de student vindt dat het probleem of conflict niet naar haar/zijn tevredenheid is opgelost, kan zij/hij zich -al dan niet in overleg met de BPV-begeleider en/of praktijkopleider- wenden tot de leidinggevende van de opleiding. Als de betrokken partijen er niet uit komen, geldt artikel 17.5. van deze beroepspraktijkvormingsovereenkomst.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming. 1. Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider van het praktijkbedrijf of de onderwijsbegeleider van de onderwijsinstelling. Deze proberen samen met de student tot een oplossing te komen
2. Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost kan de student een klacht indienen volgens de klachtenregelingen van de onderwijsinstelling. De procedures tot het indienen van een klacht staat in de onderwijsovereenkomst die de student met de onderwijsinstelling heeft afgesloten.
3. Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de instelling.
4. Grote incidenten en/of bpv-klachten die structureel van aard zijn meldt de instelling bij SBB.
Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv‐begeleider van de instelling. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.