Common use of Raad van Toezicht Clause in Contracts

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties Werknemersorganisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.waarin

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit;; ‌‌‌ d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft stichting kent een Raad raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft beslotentoezicht bestaande uit zoveel personen als de stichting aangeslotenen kent, vermeerderd met één of twee onafhankelijke leden, waaronder de voorzitter. De in deze akte aan de Raad raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door toezicht bepaalt het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldaantal onafhankelijke leden. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring De onafhankelijke leden zijn stemhebbend lid van de Raad raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldtoezicht. 2. De Raad Xxxxxx aangeslotene is bevoegd tot benoeming van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot één lid van de Raad raad van Toezicht worden benoemdtoezicht. Het te benoemen lid dient een afgevaardigde van de betreffende aangeslotene te zijn die de functie heeft van statutair bestuurder dan wel een bestuurlijk mandaat heeft. Eén onafhankelijk lid wordt benoemd door de raad van toezicht op bindende voordracht van de ondersteuningsplanraad. De Raad voordracht en de benoeming vinden plaats op basis van Toezicht is zodanig samengesteld dat vooraf openbaar gemaakte profielschetsen. De ondersteuningsplanraad wordt in de leden ten opzichte gelegenheid gesteld advies uit te brengen omtrent de door de raad van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opererentoezicht vast te stellen profielschets. 3. Leden De onafhankelijke voorzitter kan niet zijn een persoon in dienst van de Raad stichting of een aangeslotene, dan wel in de afgelopen vier jaar in dienst is geweest van Toezicht worden op basis de stichting of een aangeslotenen, dan wel een persoon die een bestuurlijke of toezichthoudende taak verricht bij de stichting of een aangeslotene, dan wel in de afgelopen vier jaar een zodanige taak heeft verricht. De onafhankelijk voorzitter kan tevens geen ouder zijn van een bindende voordracht leerling op een school. Lid van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden raad van toezicht kunnen niet zijn personen die lid zijn van de Raad ondersteuningsplanraad, de medezeggenschapsraad en/of het directieberaad. 4. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Xxxxxxx van Toezicht een vacature of ingeval van ontstentenis of belet van een lid van de Stichting PAWW worden na raad van toezicht vormen de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling overblijvende leden een rechtsgeldige raad van een Raad van Toezichttoezicht. 5. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht orgaan dat bevoegd was tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad raad van Toezicht waarvoor het recht toezicht is tevens bevoegd tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet diens schorsing of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaanontslag. 46. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd Indien een lid van de Raad raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van toezicht is geschorst, dient het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet betreffende orgaan binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden na ingang van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden schorsing te besluiten tot ontslag dan wel tot opheffing of handhaving van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezichtschorsing. 7. Het lidmaatschap Een lid van de Raad raad van Toezicht eindigttoezicht defungeert: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5overlijden; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluitdoordat hij geen afgevaardigde meer is; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswetontslag. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW Het Fonds heeft een Raad van Toezicht indien (hierna te noemen de “Raad”) die toezicht houdt op de uitoefening door de Beheerder van zijn taak met betrekking tot het Bestuur tot instelling van een Fonds en het door de Beheerder gevoerde beleggings- en beheerbeleid. Ook kan de Raad van Toezicht heeft beslotende Beheerder met advies bijstaan. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuurbestaat uit ten minste één natuurlijk persoon, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring niet zijnde bestuurders of commissarissen van de Raad van Toezicht vereistBeheerder, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldde Bewaarder of de Juridisch Eigenaar. 2. De Raad Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de vergadering van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid Participanten op voorstel van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse Beheerder [en algemene leiding onder goedkeuring van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste overige leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaaktRaad], dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken zijn functie ontheffen. 3. In geval van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan vacatures in de oproeping mededeling gedaanRaad wordt daarin voorzien door de zittende leden van de Raad of – indien geen leden in functie zijn - door de vergadering van Participanten. 4. Leden Van een wijziging in de samenstelling van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur zullen de Participanten onverwijld in kennis worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijngesteld. 5. Leden De Raad kan de Beheerder in het kader van zijn toezichthoudende taken aanwijzingen geven met betrekking tot het door de Beheerder te voeren beleid. De Beheerder is niet gehouden deze aanwijzingen op te volgen. Voorts heeft de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaardie bevoegdheden die in deze voorwaarden omschreven staan. De Raad verleent hetzij op verzoek van Toezicht stelt de Beheerder, hetzij uit eigener beweging advies aan de Beheerder omtrent het door de Beheerder te voeren beheer- en beleggingsbeleid. De Raad fungeert als Compliance Officer voor en namens het Fonds voor eventuele voorgenomen transacties in onroerend goed door directie en personeel van de Beheerder. 6. De Beheerder is verplicht aan de Raad terstond alle door deze gewenste inlichtingen te verstrekken. De Raad heeft te allen tijde recht op inzage van alle boeken en bescheiden het Fonds betreffende. De Raad kan één of meer personen uit zijn midden of een rooster vast deskundige derde aanwijzen om deze bevoegdheden uit te oefenen. 7. De Raad is op geen enkele wijze aansprakelijk voor het door de Beheerder gevoerde beheer en beleid. 8. Het is de Beheerder niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de Raad: • fondsvermogen te beleggen in Participaties van het Fonds indien daardoor het bezit aan Participaties groter wordt dan vijfentwintig procent (25%) van het totaal aan uitstaande Participaties; • ter royement aangeboden Participaties in te kopen indien en voor zover daardoor het dan nog uitstaande aantal Participaties daalt tot beneden vijfenzeventig procent (75%) van het totaal aantal Participaties, dat voorziet te eniger tijd gedurende de voorafgaande twaalf maanden heeft uitgestaan; • inschrijvingen te honoreren indien daardoor het belang van de Participant direct, dan wel naar het oordeel van de Beheerder indirect, boven de tien procent (10%) van het totaal aantal uitstaande Participaties uitstijgt; • ter royement aangeboden Participaties in periodiek aftreden te kopen indien en voor zover daardoor het belang van een Participant direct, dan wel indirect naar het oordeel van de Beheerder, boven de tien procent (10%) van het totaal aan uitstaande Participaties uitstijgt. 9. De Beheerder en de leden van de Raad van Toezicht vergaderen tenminste tweemaal per jaar en is bevoegd zodanig rooster te wijzigenvoorts zo dikwijls als de Raad nodig oordeelt. 10. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid De leden van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemdkunnen uit hun midden een gedelegeerde aanwijzen, verstre- ken is. Een aftredend lid van die de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van in de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van door de leden van de Raad van Toezicht. 7met algemene stemmen vast te stellen omstandigheden vertegenwoordigt. Het lidmaatschap De leden van de Raad nemen besluiten met volstrekte meerderheid van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswetstemmen. 811. De bezoldiging van de leden van de Raad wordt vastgesteld door de vergadering van Toezicht Participanten op voorstel van de Beheerder. 12. De Raad is bevoegd, doch niet bovenmatig en wordt verplicht, een vergadering van Participanten, als bedoeld in artikel 15 bijeen te roepen indien de Raad zulks in het bedrijfsplan geregeldbelang van de Participanten nodig acht. Indien de Raad van de in de vorige zin omschreven bevoegdheid gebruik maakt, stelt de Raad de agendapunten vast, die ter vergadering behandeld zullen worden.

Raad van Toezicht. 1. De Het bestuur van de Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling staat onder toezicht van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige 3 leden, die worden benoemd door de Deelnemers. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid Ieder van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor Deelnemers heeft het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsenbenoemen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd Xxxx Xxxxxxxxx is vrij voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster zichzelf te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend bepalen wie hij als lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat wenst voor te benoemen. Bij het ontstaan van een vacature binnen de termijn waarvoor hij is Raad van Toezicht zal de Deelnemer die het desbetreffende lid van de Raad van toezicht destijds heeft benoemd, verstre- ken ister vervanging zo spoedig mogelijk een nieuwe vertegenwoordiger als lid van de Raad van Toezicht benoemen. De kosten van de vertegenwoordigers van de Raad van Toezicht zullen door die Deelnemer worden gedragen, namens wie de plaats wordt vervuld. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van geschorst en ontslagen door de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap Deelnemer wiens vertegenwoordiger als lid van de Raad van Toezicht eindigtfungeert. Een lid van de Raad van Toezicht defungeert: a. 1. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5benoemd; b. 2. door zijn vrijwillig aftreden; c. 3. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 ontslag verleend door de Deelnemer die het Bestuur; het desbetreffende lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluitvan de Raad van toezicht destijds heeft benoemd; d. 4. door zijn ondercuratelestelling ondercuratele stelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één een of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. 5. door zijn overlijden; f. 6. doordat hij failliet wordt verklaard verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt om tot toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging Raad van Toezicht heeft tot taak het houden van toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de Stichting. De Raad van Toezicht staat het Bestuur terzijde met raad. Voorts is de Raad van Toezicht belast met: x. xxxxxxxxx, schorsing en ontslag van de Bestuurder. De Bestuurder en de Directeur van de VO zijn in beginsel dezelfde persoon Deze Bestuurder kan ook extern, buiten de organisaties van partijen, aangetrokken worden. De Raad van toezicht benoemt, schorst en ontslaat de Bestuurder op bindende voordracht van de leden van de Stuurgroep wier organisaties deelnemen in de stichting.; Daarnaast heeft de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt een eigenstandig recht om de Bestuurder te ontslaan, na daartoe voorafgaand verkregen toestemming van de leden van de Stuurgroep wier organisaties deelnemen in het bedrijfsplan geregeld.de Stichting

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties Werknemersorganisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. Raad van toezicht - Samenstelling. Kwaliteiten en onverenigbaarheden. Artikel 12. 1. De Stichting PAWW heeft raad van toezicht bestaat uit een Raad door de raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling toezicht te bepalen aantal van ten minste drie (3) natuurlijke personen en kent een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. Binnen de raad van toezicht kan voorts een portefeuilleveredeling worden overeengekomen door middel van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldreglement. 2. De Raad raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht toezicht is zodanig dusdanig samengesteld dat de meerderheid van zijn leden in dienst is van de overheid, niet zijnde een veiligheidsregio, dan wel zijn voorgedragen op aanbeveling van een overheid, zodat te allen tijde sprake is van overheidstoezicht op de stichting in de zin van artikel 3:6 lid 2(a) van de Wet op het financieel toezicht. 3. De leden van de raad van toezicht dienen ten opzichte van elkaar, de dagelijkse het bestuur en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch te kunnen opereren. 34. Leden van de raad van toezicht mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit (rechts)handelingen met de stichting en mogen niet (on)middellijk in privé betrokken zijn bij betalingen aan, ten behoeve van of door de stichting. 5. De raad van toezicht zal zodanig zijn samengesteld dat a. ten minste een van de leden beschikt over aantoonbare actuariële kennis; b. ten minste een van de leden beschikt over aantoonbare kennis en ervaring op het gebied van (integraal) risicomanagement; c. ten minste een van de leden beschikt over aantoonbare kennis en ervaring in het verzekeringswezen. 6. Tot lid van de raad van toezicht kunnen niet worden benoemd en lid van de raad van toezicht kunnen niet zijn: a) personen die belast zijn met het bestuur, de dagelijkse leiding of de algemene gang van zaken van de stichting dan wel van een andere met de stichting verbonden rechtspersoon, anders dan een veiligheidsregio; b) personen die werkzaamheden verrichten voor de stichting dan wel voor een met de stichting verbonden rechtspersoon, anders dan die uit hoofde van de toezichthoudende functie; c) personen die zitting hebben in een ondernemingsraad of klachtencommissie van de stichting dan wel van een met de stichting verbonden rechtspersoon; d) personen die een zodanige andere functie bekleden dan het lidmaatschap van de raad van toezicht die kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van die andere functie met het belang van de stichting dan wel tot ongewenste vermenging van belangen. Raad van Toezicht toezicht - Benoeming. Voordracht. Vergoeding. Artikel 13. 1. De leden van de raad van toezicht worden door de raad van toezicht benoemd op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties raad van commandanten en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemddirecteuren veiligheidsregio’s. De eerste leden van de Raad raad van Toezicht toezicht van de Stichting PAWW worden na stichting zijn bij de hiervoor beschreven bindende voordracht door akte van oprichting van de stichting benoemd. 2. De voorzitter van de raad van toezicht wordt in functie benoemd. De plaatsvervangend voorzitter van de raad van toezicht wordt uit het Bestuur benoemd bij midden van de raad van toezicht benoemd. 3. Gaat de raad van commandanten en directeuren veiligheidsregio’s niet over tot het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling doen van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad raad van Toezicht waarvoor toezicht binnen een periode van twaalf weken nadat zij hiertoe door het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaaktbestuur is uitgenodigd, dan wordt daarvan in kan de oproeping mededeling gedaanraad van toezicht zelf een persoon voordragen voor de benoeming. 4. Leden Benoeming, daaronder begrepen een herbenoeming, vindt plaats aan de hand van een door de Raad raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst toezicht vast te stellen algemene en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijnspecifieke profielschets. 5. Leden De algemene profielschets vermeldt of verwijst naar de bij deze statuten vastgestelde eisen die aan leden van de Raad raad van Toezicht toezicht en de raad als geheel zijn gesteld en beschrijft de gewenste samenstelling, deskundigheid en competenties waaraan de raad van toezicht als geheel dient te voldoen en stelt ook eigentijdse professionaliteitseisen aan het gedrag van leden van de raad van toezicht. De specifieke profielschets beschrijft voorts de gewenste deskundigheid en competenties waaraan een te werven lid van de raad van toezicht dient te voldoen. 6. De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.vier

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties Werknemersorganisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet.. ‌‌‌‌ 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties Werknemersorganisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.tijdig

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. 10.1 De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid controleert het bestuur van de Raad van Toezicht worden benoemdstichting. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat Zij adviseert het bestuur, gevraagd en ongevraagd, over zaken die betrekking hebben op de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse inhoud en algemene leiding het functioneren van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk stich- ting conform artikel 10 en kritisch kunnen opereren11 van de statuten. 3. Leden 10.2 Twee van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste drie leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De uit de groepering of organisa- tie die door de Raad van Toezicht stelt als belanghebbende partij wordt gezien, dat wil zeggen een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden grote mate van affiniteit met de luchtvaart hebbend of daarin werkzaam (geweest) zijn. 10.3 Ieder lid van de Raad van Toezicht is bevoegd een of meer leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster voor de functie van voorzitter of vicevoorzitter voor te wijzigen. Vaststelling dragen. 10.4 De Raad van Toezicht deelt het bestuur binnen een maand mede van een benoeming, een wijzi- ging in de verdeling van de functies of wijziging terugtreding van de in de lid 1 bedoelde functionarissen. 10.5 De Raad van Toezicht vergadert minimaal een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid keer per jaar samen met het bestuur. 10.6 Buiten de reguliere vergaderingen vergadert de Raad van Toezicht zo dikwijls als de voorzitter van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat dat noodzakelijk oordeelt en voorts wanneer de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid meerderheid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na daartoe schriftelijk een eenduidig verzoek van indient bij de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden voorzitter van de Raad van Toezicht, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien aan het verzoek niet binnen vier weken gevolg wordt gegeven, zijn de verzoekers zelf bevoegd de vergadering bijeen te roepen. Een ver- gadering als in de vorige zin bedoeld voorziet zelf in haar leiding en wijst een persoon aan die be- last is met het notuleren. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. 10.7 De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig worden per e-mail uitgenodigd voor de vergadering. Hierbij worden de plaats en het aanvangstijdstip aangegeven en wordt in het bedrijfsplan geregeldde agenda gedeeld met de te be- handelen onderwerpen. 10.8 De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden geleid door de voorzitter van de Raad van Toezicht. Indien deze niet ter vergadering aanwezig is, wordt de vergadering geleid door een ander lid van de Raad van Toezicht, welke vooraf door de Voorzitter is aangewezen.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van een Raad transparant intern toezicht met betrekking tot het functioneren van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door (het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door bestuur van) het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldfonds. 2. Met de uitvoering van het intern toezicht is belast een door het bestuur bij schriftelijk besluit in te stellen raad van toezicht. De Raad raad van Toezicht toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige ledendeskundigen. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid De leden van de Raad raad van Toezicht toezicht worden benoemdbenoemd door het bestuur, na bindende voordracht door het verantwoordingsorgaan. De Raad raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat toezicht stelt een functieprofiel vast voor de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen raad van toezicht na advies door het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opererenverantwoordingsorgaan. 3. Leden van de Raad raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een periode van maximaal vier jaar. 4) jaar. Het bestuur stelt – gehoord de raad van toezicht – een Reglement van de raad van toezicht vast met daarin een vastlegging van de samenstelling van de raad van toezicht, de werkwijze en andere zaken omtrent de raad van toezicht. Het Reglement van de raad van toezicht mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten. Het bestuur is bevoegd het Reglement van de raad van toezicht - gehoord de raad van toezicht - te wijzigen. 5. De Raad raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet toezicht heeft het recht van goedkeuring voor bepaalde bestuursbesluiten, zoals vastgelegd in periodiek aftreden de Pensioenwet alsmede in het Reglement van de leden raad van toezicht. Als deze goedkeuring van de Raad raad van Toezicht toezicht bij een bestuursbesluit ontbreekt en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid het bestuur naar mening van de Raad raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid toezicht niet aannemelijk heeft kunnen maken dat het bestuur dit heeft gedaan in het belang van de Raad deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden dan wel dat dit voortvloeit uit een aanwijzing van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemdDNB, een last onder dwangsom of rechtstreeks uit een wettelijk voorschrift, dan roept de raad van toezicht op tot een gezamenlijke vergadering van het bestuur en de raad van toezicht om deze kwestie te bespreken. Indien in of na de bespreking geen oplossing voor de kwestie is of wordt bereikt, kunnen de raad van toezicht of het bestuur een geschillencommissie verzoeken een bindend advies uit te brengen. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. De raad van toezicht en het bestuur benoemen ieder één lid. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek derde lid wordt benoemd door de in de vorige volzin bedoelde leden. Dit derde lid zal de voorzitter van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijncommissie zijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad raad van Toezicht toezicht eindigt: a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5zittingsduur; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, het verliezen van de onafhankelijkheid; met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; onafhankelijkheid wordt hier bedoeld dat het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over op geen enkele wijze, anders dan uit hoofde van het voorgenomen besluitlidmaatschap van de raad van toezicht, betrokken is bij (het functioneren van) het fonds; d. door zijn ondercuratelestelling overlijden of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg verklaring van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteldvermoedelijk overlijden; e. door zijn overlijdenontslag door het bestuur, na het horen van het betreffende lid en de andere leden van de raad van toezicht en na een bindend advies van het verantwoordingsorgaan; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing indien het bestuur kiest voor een andere vorm van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswetintern toezicht. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien Beëindiging en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteldschorsing lidmaatschap. 2. 10.1 De Raad raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of en ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad raad van Toezicht toezicht en kan decharge verlenen aan de leden van de raad van toezicht. Het bepaalde in artikel 9 lid 4 is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van overeenkomstige toepassing op het besluit tot schorsing of wijziging in ontslag. 10.2 De raad van toezicht kan een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad raad van Toezicht tegen toezicht ontslaan wegens verwaarlozing van zijn wil defungeert voordat taak of bij onvoldoende functioneren, wegens onverenigbaarheid van functies of belangen, wegens andere gewichtige redenen of ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid van de termijn waarvoor hij raad van toezicht redelijkerwijs niet van de stichting kan worden gevergd. Alvorens een dergelijk besluit tot ontslag te nemen, wordt het desbetreffende lid de gelegenheid geboden om in een vergadering van de raad van toezicht te worden gehoord. Het desbetreffende lid neemt bij de besluitvorming geen deel aan de stemming en wordt evenmin meegerekend bij het vaststellen van het vereiste quorum. 10.3 De raad van toezicht kan een lid schorsen indien het betreffende lid in een zodanige mate tekort schiet in de uitoefening van zijn taak dat een tijdelijke ontheffing uit zijn functie noodzakelijk is benoemd, verstre- ken isin het belang van de stichting en de daarmee verbonden organisatie. De schorsing vervalt van rechtswege indien de raad van toezicht niet binnen één maand na de schoring overgaat tot ontslag op een van de gronden als in lid 2 is genoemd. Het desbetreffende lid neemt bij de besluitvorming geen deel aan de stemming en wordt evenmin meegerekend bij het vaststellen van het vereiste quorum. 10.4 Een lid van de raad van toezicht treedt periodiek af volgens een rooster van aftreden dat door de raad van toezicht met inachtneming van zijn benoemingstermijn wordt opgemaakt. Een aftredend lid is eenmaal voor de periode van ten hoogste vier (4) jaar herbenoembaar in dezelfde of een andere functie binnen de Raad raad van Toezicht toezicht, met dien verstande dat een lid voor een al dan niet aaneengesloten totale periode van maximaal acht (8) jaar zitting kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek hebben in de raad van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijntoezicht. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. 10.5 Het lidmaatschap van de Raad raad van Toezicht eindigttoezicht eindigt voorts: a. a) door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5overlijden; b. b) door zijn vrijwillig aftredenschriftelijke ontslagneming; c. c) door verlies van het vrije beheer over zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluitvermogen; d. d) zodra sprake is van strijdigheid met artikel 9 lid 10 van deze statuten; e) door zijn ondercuratelestelling ontslag door de rechtbank op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek. 10.6 In geval van belet of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg ontstentenis van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad raad van Toezicht toezicht zijn de overige leden van de raad van toezicht of is het enig overblijvende lid van de raad van toezicht tijdelijk met de taken van de raad van toezicht belast. Bij belet of ontstentenis van alle leden van de raad van toezicht kunnen door de rechtbank van de statutaire vestigingsplaats van de stichting, op verzoek van hetzij een afgetreden lid van de raad van toezicht, hetzij de raad van bestuur (hetzij de ondernemingsraad, hetzij de bewonersraad), met in achtneming van het in deze statuten bepaalde, een of meerdere leden van de raad van toezicht worden benoemd die vervolgens onverwijld maatregelen ter aanvulling van de nieuwe raad van toezicht zullen nemen. Indien de rechtbank zich niet bovenmatig en wordt bevoegd verklaart, dan is de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in het bedrijfsplan geregeldZorg & Welzijn (NVTZ) te Utrecht bevoegd.

Raad van Toezicht. 1. De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. 2. De Raad van Toezicht bestaat uit drie (3) onafhankelijke deskundige leden. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de Stichting PAWW, waaronder begrepen het Bestuur onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. 3. Leden van de Raad van Toezicht worden op basis van een bindende voordracht van de Centrale Werkgeversorganisaties en Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk door het Bestuur benoemd. De eerste leden van de Raad van Toezicht van de Stichting PAWW worden na de hiervoor beschreven bindende voordracht door het Bestuur benoemd bij het in lid 1 bedoelde besluit tot instelling van een Raad van Toezicht. Het Bestuur deelt de Centrale Werknemers- organisaties respectievelijk de Centrale Werkgeversorganisaties tijdig mede wanneer in de Raad van Toezicht een plaats moet worden vervuld waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht voor de betreffende organisaties geldt. Binnen een door het Bestuur vast te stellen redelijke termijn na die mededeling maken de voordragende organisaties voor de te vervullen plaats een voordracht op. Een tijdig opgemaakte voordracht is bindend. Is een voor- dracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is het Bestuur in de benoeming vrij. De oproeping tot een vergadering van het Bestuur, waarin de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht waarvoor het recht tot het opmaken van een bindende voordracht geldt onderwerp van behandeling zal zijn, vermeldt de voordracht. Is een voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan wordt daarvan in de oproeping mededeling gedaan. 4. Leden van de Raad van Toezicht kunnen door het Bestuur worden geschorst en ontslagen na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemers- organisaties gezamenlijk. Daarnaast is de Raad van Toezicht bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen. Een besluit tot schorsing of ontslag kan alleen genomen worden met algemene stemmen – de stem van de betrokkene niet meegerekend – in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de Raad van Toezicht en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in een zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van de Raad van Toezicht tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstre- ken is. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan eenmaal aansluitend worden herbenoemd. Het Bestuur is na een eenduidig verzoek van de Centrale Werkgeversorganisaties en de Centrale Werknemersorganisaties gezamenlijk bevoegd om op grond van gewichtige redenen bij een benoeming af te wijken van deze maximale zittingstermijn. 6. De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor zijn samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de Stichting PAWW, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht. 7. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt:: ‌‌‌ a. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens een rooster als bedoeld in lid 5; b. door zijn vrijwillig aftreden; c. door zijn ontslag, met inachtneming van lid 4 verleend door het Bestuur; het lid wiens ontslag wordt overwogen wordt gehoord over het voorgenomen besluit; d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld; e. door zijn overlijden; f. doordat hij failliet wordt verklaard of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in de Faillissementswet. 8. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is niet bovenmatig en wordt in het bedrijfsplan geregeld.