Recht op partnerpensioen Voorbeeldclausules

Recht op partnerpensioen. 1. Bij overlijden van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde heeft de partner recht op partnerpensioen, tenzij het partnerschap is aangegaan op of na de dag waarop de deelnemer , gewezen deelnemer of gepensioneerde de AOW-leeftijd heeft bereikt. 2. Het pensioen gaat in op de dag volgende op de dag van overlijden. Diensttijd tot 1 januari 2018 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx X0, X0 xx X0, X0 zijn tevens van toepassing.
Recht op partnerpensioen. 1. Bij overlijden van de gepensioneerde op of na 65 jaar heeft de partner recht op partnerpensioen, tenzij het partnerschap is aangegaan op of na de dag waarop de deelnemer of gepensioneerde 65 jaar is geworden. Het pensioen gaat in op de dag volgende op de dag van overlijden. 2. Voor zover omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 17.6.9 heeft plaatsgevonden heeft de partner geen recht op partnerpensioen. Tijd vóór 1 juni 2001 De op grond van de Amp-wet, de vroegere militaire pensioenwetten in de zin van die wet en de op grond van het Nabestaandenreglement militairen zoals dat reglement luidde op 31 mei 2001 of het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen zoals dat besluit luidde op 31 mei 2001 in uitzicht gestelde of toegekende pensioenen worden omgezet in een aanspraak of recht op pensioen ingevolge dit hoofdstuk, tenzij de aan het uitzicht of recht op pensioen ten grondslag liggende diensttijd kan worden vergolden met een pensioen ingevolge het Besluit bijzondere militaire pensioenen. Gepensioneerde met pensioenaanspraken geheel opgebouwd vóór 1 januari 1996 Bij overlijden van de gepensioneerde heeft de partner recht op partnerpensioen als: de overledene zijn pensioenaanspraken geheel heeft opgebouwd vóór 1 januari 1996, en het partnerschap is aangegaan vóór het ontslag. Reservist 1. Aan het pensioen van de reservist, zoals dat op 1 juni 2001 bij toetreden tot het ABP is omgezet, is geen recht op partnerpensioen verbonden. 2. Reservist is degene die op grond van artikel E3, eerste lid, van de Amp- wet of daarmee overeenkomende bepalingen in vroegere militaire pensioenwetten in de zin van die wet recht op pensioen heeft.
Recht op partnerpensioen. Vóór pensionering: 1. Na overlijden van de deelnemer heeft de partner recht op partnerpensioen. Het partnerpensioen vóór pensionering is verzekerd op risico basis. 2. Het partnerpensioen bedraagt 60% van het ouderdomspensioen waarop de deelnemer op de datum van pensionering recht zou hebben. 3. Indien de deelnemer op de dag van zijn overlijden gelijktijdig meer dan één partner heeft, worden de rechten van de partners evenredig beperkt alsof er sprake is van één partner.
Recht op partnerpensioen. 1. Na het overlijden van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde heeft diens partner met ingang van de dag volgende op het overlijden recht op een partnerpensioen. 2. In afwijking van het eerste lid bestaat geen recht op een partnerpen- sioen indien: a. het huwelijk is gesloten of de aan- melding als partner heeft plaatsgevon- den op of na de dag waarop de deelne- mer, gewezen deelnemer of gepensioneerde de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; b. de pensioengeldige tijd van de over- ledene geheel is gelegen voor 1 januari 1996 en de huwelijksvoltrekking, onderscheidenlijk de aanmelding als partner heeft plaatsgevonden na het ontslag van de overledene.
Recht op partnerpensioen. 1. De nabestaande partner heeft recht op partnerpensioen met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de deelnemer is overleden. 2. De gewezen partner van een deelnemer kan aan deze Regeling geen rechten ontlenen.
Recht op partnerpensioen. 1. Recht op partnerpensioen heeft: a. de partner van een overleden deelnemer; b. de partner van een overleden gewezen deelnemer of gepensioneerde mits het huwelijk of het geregistreerd partnerschap was ingegaan vóór de ingangsdatum pensioen, of wanneer het een samenlevingsverband betreft zal dit vóór de ingangsdatum pensioen en voor de overlijdensdatum van de deelnemer door het fonds erkend moeten zijn. 2. Indien de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde op de dag van zijn overlijden gelijktijdig meer dan één partner heeft, worden de rechten van de partners evenredig beperkt alsof er sprake is van één partner.
Recht op partnerpensioen. 1. Bij overlijden van de deelnemer of gepensioneerde vóór 67 jaar heeft de partner recht op partnerpensioen. 2. Geen recht op partnerpensioen heeft de partner van de gepensioneerde waaraan als gewezen deelnemer met toepassing van artikel 7.4 ouderdomspensioen is toegekend. 3. Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 67 jaar, heeft de partner recht op partnerpensioen als de gewezen deelnemer een deel van het ouderdomspensioen, met toepassing van artikel 7.15, heeft omgezet in partnerpensioen. 4. Het pensioen gaat in op de dag volgende op de dag van overlijden. Xxxxxxx deelnemer met pensioen- aanspraken geheel opgebouwd vóór 1 januari 1996 Bij overlijden van de gewezen deelnemer heeft de partner recht op partnerpensioen als: - de overledene zijn pensioenaanspraken geheel heeft opgebouwd vóór 1 januari 1996, en - het partnerschap is aangegaan voor het ontslag. Gewezen deelnemer met pensioen- aanspraken opgebouwd vóór 1 juli 1999 Bij overlijden van de gewezen deelnemer heeft de partner met inachtneming van overgangsbepaling A recht op partnerpensioen over de pensioenaanspraken opgebouwd vóór 1 juli 1999. Xxxxxxxxx, gewezen deelnemer of gepensioneerde met pensioenaanspraken bij overlijden tussen 65 jaar en 67 jaar opgebouwd vóór 1 januari 2015 1. Bij overlijden van de deelnemer, gewezen deelnemer en gepensioneerde heeft de partner recht op partnerpensioen bij overlijden op of na 65 jaar over de pensioenaanspraken opgebouwd vóór 1 januari 2015. 2. Voor zover omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 7.13 heeft plaatsgevonden heeft de partner geen recht op partnerpensioen. 3. Bij overlijden van de gepensioneerde die zijn pensioenaanspraken geheel heeft opgebouwd vóór 1 januari 1996 heeft de partner slechts recht op partnerpensioen als het partnerschap is aangegaan voor het ontslag.
Recht op partnerpensioen. 1. Bij overlijden van de deelnemer of gepensioneerde op of na 67 jaar heeft de partner recht op partnerpensioen, tenzij het partnerschap is aangegaan op of na de dag waarop de deelnemer of gepensioneerde 67 jaar is geworden. Het pensioen gaat in op de dag volgende op de dag van overlijden. 2. Voor zover omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 7.13 heeft plaatsgevonden heeft de partner geen recht op partnerpensioen. Gepensioneerde met pensioenaanspraken geheel opgebouwd vóór 1 januari 1996 Bij overlijden van de gepensioneerde die zijn pensioenaanspraken geheel heeft opgebouwd vóór 1 januari 1996 heeft de partner slechts recht op partnerpensioen als het partnerschap is aangegaan voor het ontslag. Xxxxxxx deelnemer of gepensioneerde die op 1 januari 2015 65 jaar of ouder is en waarbij het partnerschap is aangegaan op of na de dag waarop de gewezen deelnemer of gepensioneerde 65 jaar is geworden Artikel 9.2 is niet van toepassing.

Related to Recht op partnerpensioen

  • Recht op uitkering De aanspraak op uitkering en/of vergoeding wordt door de verzekeraar beoordeeld aan de hand van gegevens van door hem aan te wijzen medische en andere deskundigen.

  • Geschillenbeslechting en toepasselijk recht 15.1 Op alle overeenkomsten en rechtshandelingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is Nederlands recht van toepassing. 15.2 Partijen zullen slechts een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen om middels mediation het geschil te beslechten. 15.3 De rechter in de vestigingsplaats van opdrachtnemer is, met uitsluiting van anderen, bevoegd van geschillen kennis te nemen. 15.4 Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie van de algemene voorwaarden of de versie zoals deze gold ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst. 15.5 Opdrachtnemer heeft het recht de algemene voorwaarden te wijzigen en de gewijzigde Algemene Voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing te verklaren. 15.6 Indien opdrachtnemer de gewijzigde algemene voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing verklaart, zal opdrachtnemer de wijzigingen tijdig bekend maken. Zij zullen 31 dagen na de schriftelijke bekendmaking van de wijziging in werking treden tenzij op de bekendmaking een latere datum wordt vermeld. Indien opdrachtgever een wijziging in de algemene voorwaarden niet wenst te accepteren kan hij de overeenkomst tegen de datum waarop de gewijzigde voorwaarden van kracht worden, opzeggen. Opdrachtgever dient alsdan de opzegging zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee (2) weken na de schriftelijke bekendmaking van de wijzing schriftelijk aan opdrachtnemer te vermelden.

  • Alle afspraken op schrift Wij streven er naar onze afspraken over de prijs, eigenschappen van het te leveren product, levertijd, tijdstip van betaling e.d. zoveel mogelijk schriftelijk vast te leggen. Ook aanvullende afspraken (bijvoorbeeld over hard- en software die bij een pc/notebook extra bij een standaardconfiguratie of in afwijking van een standaardconfiguratie wordt geleverd) worden schriftelijk vastgelegd. Afspraken m.b.t. reparaties worden eveneens schriftelijk vastgelegd.

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.

  • Rolomschrijving en taakafspraken Inzetten bij Defensie zijn doorgaans voor langere tijd (1 tot maximaal 4 jaar). Voor deze functie moet een B- screening worden doorlopen met een gemiddelde duur van 6-8 weken.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Geschillen, toepasselijk recht 1. De rechter in de vestigingsplaats van gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft gebruiker het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 2. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten. 3. Op elke overeenkomst tussen de pedagoog en de cliënt als opdrachtgever is Nederlands recht van toepassing.

  • Geschillenregeling en toepasselijk recht 14.1 Op de overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • Toepasselijk recht en geschillen 1. Op alle rechtsbetrekkingen waarbij Xxxxxxxxx partij is, is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing, ook indien aan een verbintenis geheel of gedeeltelijk in het buitenland uitvoering wordt gegeven of indien de bij de rechtsbetrekking betrokken partij aldaar woonplaats heeft. De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag wordt uitgesloten. 2. De rechter in de vestigingsplaats van Gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft. Niettemin heeft Xxxxxxxxx het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 3. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten.