Pensioengevend inkomen. Het pensioengevend inkomen bedraagt 12 maal het maandsalaris plus vakantietoeslag met een maximum pensioengevend inkomen van 5 maal de franchise. Peildatum voor het pensioengevend inkomen is 1 januari.
Pensioengevend inkomen. Het pensioengevend inkomen bedraagt 12 maal het maandsalaris plus vakantietoeslag. Het pensioengevend inkomen bedraagt maximaal € 81.670 (2015) Peildatum voor het pensioengevend inkomen is 1 januari. Het bedrag van het maximum pensioengevend inkomen wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met de cao-loonontwikkeling van het verzekeringsbe- drijf over het voorgaande kalenderjaar.
Pensioengevend inkomen. De inkomensbestanddelen die meetellen voor de opbouw van uw pensioen. Dit inkomen is wettelijk gemaximeerd. De maximering geldt niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen.
Pensioengevend inkomen. De pensioengrondslag van de pensioenregeling SPF bestaat uit een vast en variabel deel. De vaste pensioengevende inkomensbestanddelen SPF zijn:
1. functieloon als bedoeld in de arbeidsvoorwaarden
2. vakantiebijslag
3. eindejaarsuitkering
Pensioengevend inkomen. De optelsom van de maandinkomens in een kalenderjaar.
Pensioengevend inkomen. Het pensioengevend inkomen bestaat uit: • het salaris inclusief 8% vakantietoeslag, en; • indien van toepassing, de volcontinutoeslag en de arbeidsmarkttoeslag. Het maximaal pensioengevend inkomen bedraagt € 112.189 (2021). Dit is in de fiscale wetgeving het maximale bedrag waarover bruto pensioen mag worden opgebouwd. Bij wijziging van dat bedrag zal het maximaal pensioengevend inkomen in de pensioenregeling ook worden aangepast. Als jouw arbeidsduur lager is dan de fulltime arbeidsduur, dan wordt dit maximumbedrag naar rato aangepast. Het pensioengevend inkomen is nooit hoger dan dit maximum.
Pensioengevend inkomen. Het (gedeelte van het) jaarinkomen van de verzekerde, dat op grond van de pensioenbrief bepalend is voor de hoogte van de te verzekeren pensioenaanspraken.
Pensioengevend inkomen. 1. Tot het pensioengevend inkomen behoren alle inkomensbestanddelen in geld die een werknemer uit hoofde van zijn dienstverhouding van zijn werkgever ontvangt, met uitzondering van:
a. alle inkomensbestanddelen die op grond van fiscale wetgeving niet kunnen worden aangemerkt als pensioengevend;
b. alle inkomensbestanddelen die het karakter hebben van een onkostenvergoeding;
c. een gratificatie in verband met een ambtsjubileum;
d. vergoedingen voor variabel overwerk, tenzij in de desbetreffende rechtspositieregeling, collectieve arbeidsovereenkomst, individuele aanstelling- of individuele arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk is bepaald dat deze pensioengevend zijn;
e. winstuitkeringen en bonussen die, wat de hoogte betreft, uitzonderlijk zijn, voor zover in de desbetreffende rechtspositieregeling, collectieve arbeidsovereenkomst, individuele aanstelling- of individuele arbeidsovereenkomst is vastgelegd dat zij voor het geheel, dan wel voor een bepaald gedeelte niet pensioengevend zijn;
f. de werkgeversbijdrage van 0,8 procent die ingevolge het Hoofdlijnenakkoord van 5 juli 2005 beschikbaar is voor levensloop, tenzij in de desbetreffende rechtspositieregeling, collectieve arbeidsovereenkomst, individuele aanstelling- of individuele arbeidsovereenkomst anders is bepaald. Als de werkgeversbijdrage meer bedraagt dan het hiervoor vermelde percentage, dan behoort het meerdere wel tot het pensioengevend inkomen, tenzij in de desbetreffende rechtspositieregeling, collectieve arbeidsovereenkomst, individuele aanstelling- of individuele arbeidsovereenkomst anders is bepaald. Het bepaalde in de vorige volzinnen is van toepassing ongeacht of de werkgeversbijdrage voor levensloop wordt aangewend of voor verhoging van het inkomen.
2. Het pensioengevend inkomen bedraagt niet meer dan is toegestaan op basis van artikel 18ga van de Wet op de Loonbelasting 1964 voor de opbouw van aanspraken op ouderdomspensioen en het daarvan afgeleide partnerpensioen en wezenpensioen. In bijlage A bij dit reglement is dit bedrag opgenomen. Vóór 1 juli 2005 ontvangen variabele inkomensbestanddelen Tot 1 juli 2005 worden alleen de volgende variabele inkomensbestanddelen tot het pensioengevend inkomen gerekend: a. de tot een jaarbedrag herleide gratificaties in verband met bijzondere prestaties, bonussen, tijdelijke bindingstoelagen en arbeidsmarkttoelagen, persoonlijke functioneringstoelagen, waarnemingstoelagen waarbij de werkgever jaarlijks over de hoogte en de toekenning kan beslissen, indien...
Pensioengevend inkomen. Voor een voltijdmedewerker is het pensioengevend inkomen gelijk aan het jaarsalaris tot het maximum pensioengevend salaris in de pensioenregeling. Voor een deeltijdmedewerker is het pensioengevend inkomen gelijk aan het voltijdjaarsalaris tot het maximum pensioengevend salaris in de pensioenregeling vermenigvuldigd met de deeltijdfactor, te weten de arbeidsduur van de medewerker gedeeld door 40. Xxxx uit hoofde van onbetaald verlof, ouderschapsverlof en seniorenverlof zijn niet van invloed op de deeltijdfactor.
Pensioengevend inkomen. Het (gedeelte van het) jaarinkomen van de verzekerde, dat op grond van het pensioenreglement bepalend is voor de hoogte van de te verzekeren vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.