Reisurenvergoeding Voorbeeldclausules

Reisurenvergoeding. 1. Indien een werknemer door een werkgever te werk wordt gesteld op een werkobject dat buiten zijn woonplaats is gelegen, is de werknemer verplicht voor de reis van de woonplaats naar object vice versa gebruik te maken van een door de werkgever aan te wijzen vervoermiddel, mits dit aan de door de wet gestelde eisen voldoet, hetgeen, indien dit vervoermiddel een auto is, moet blijken uit een erkend veiligheidsvignet of een ander bewijs van onderhoud, niet ouder dan zes maanden. 2. De duur van de reis, welke wordt gemaakt met een: a. door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel; b. eigen vervoermiddel; zal door de werkgever aan de werknemer worden vergoed tegen het geldende garantie-uurloon, behoudens de eerste 45 minuten per dag. In afwijking hiervan zullen de eerste 15 minuten per dag niet worden vergoed aan de werknemer, die optreedt als bestuurder van een vervoermiddel als genoemd in sub a of b. De reisuren gaan in vanaf het huisadres van de werknemer. Hieruit volgt dat het arrest van de Hoge Raad der Nederland van 22 november 2013 (NJB 2013/2515) niet langer doorwerkt in de XXX XXXXXXX en meer specifiek niet in de reisurenregeling. 3. Onder 'duur van de reis' bedoeld in lid 2 wordt verstaan het tijdsverloop tussen het vertrek van het vervoermiddel naar het werk en de aankomst op het werk, eventueel met een tussenstop op het bedrijfsadres van de werkgever, alsmede het tijdsverloop terug van het werk naar de plaats van vertrek. De duur van de reis wordt door de werkgever en werknemer in onderling reëel overleg vastgesteld, zulks met inachtneming van de af te leggen route. Indien de werknemer op eigen initiatief verhuist naar een adres dat verder van het bedrijfsadres van de werkgever is gelegen, wordt de daaruit voorkomende verlenging van de reistijd van het woonadres naar het bedrijfsadres niet meegeteld bij het bepalen van de reisuren. 4. Indien de totale duur van de arbeidstijd, rusttijd en reistijd, gerekend van het ogenblik van vertrek van een vervoermiddel als genoemd in lid 1 tot het ogenblik van terugkomst daarvan per dag, (incidenteel) meer bedraagt dan 12 uur zal de normale arbeidstijd met het meerdere moeten worden gekort. Over de rusttijd wordt geen loon uitbetaald.
Reisurenvergoeding. Onder reisuren wordt verstaan de uren gedurende welke wordt gereisd van de tijdelijke verblijfplaats in Nederland tot het werk en terug. Zij moeten worden vergoed indien de arbeid in een andere dan de tijdelijke verblijfgemeente van de werknemer plaatsvindt. Daarbij dient de werkgever de bepalingen van dit artikel in acht te nemen.
Reisurenvergoeding. 1. Indien een werknemer door een werkgever te werk wordt gesteld op een werkobject dat buiten zijn woonplaats is gelegen, is de werknemer verplicht voor de reis van de woonplaats naar object vice versa gebruik te maken van een door de werkgever aan te wijzen vervoermiddel, mits dit aan de door de wet gestelde eisen voldoet, hetgeen, indien dit vervoermiddel een auto is, moet blijken uit een erkend veiligheidsvignet of een ander bewijs van onderhoud, niet ouder dan zes maanden. 2. De duur van de reis, welke wordt gemaakt met een: a. door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel; b. eigen vervoermiddel; zal door de werkgever aan de werknemer worden vergoed tegen het geldende garantie-uurloon, behoudens de eerste 60 minuten per dag. In afwijking van het in het voorgaande bepaalde zal de gehele duur van de reis aan de werknemer, die optreedt als bestuurder van een vervoermiddel als genoemd sub a of b, worden vergoed. 3. Onder 'duur van de reis' bedoeld in lid 2 wordt verstaan het tijdsverloop tussen het vertrek van het vervoermiddel naar het werk en de aankomst op het werk, alsmede het tijdsverloop terug van het werk naar de plaats van vertrek. De duur van de reis wordt door de werkgever en werknemer in onderling reëel overleg vastgesteld, zulks met inachtneming van de af te leggen route. 4. Indien de totale duur van de arbeidstijd, rusttijd en reistijd, gerekend van het ogenblik van vertrek van een vervoermiddel als genoemd in lid 1 tot het ogenblik van terugkomst daarvan per dag, (incidenteel) meer bedraagt dan 12 uur zal de normale arbeidstijd met het meerdere moeten worden gekort. Over de rusttijd wordt geen loon uitbetaald.
Reisurenvergoeding. Werknemers die tijdelijk werkzaamheden moeten uitvoeren op een andere dan de organieke standplaats ontvangen een reisurenvergoeding. Deze vergoeding bedraagt 100% van het normale uurloon, voor elk reisuur, met dien verstande dat deze vergoeding met 2 maal een half uur per dag wordt gekort ter compensatie van de benodigde tijd voor woon-werk verkeer. Op zon- en feestdagen worden alle reisuren vergoed vanaf het moment van vertrek.
Reisurenvergoeding. 1. Indien een werknemer door een werkgever te werk wordt gesteld op een werkobject dat buiten zijn woonplaats is gelegen, is de werknemer verplicht voor de reis van de woonplaats naar object vice versa gebruik te maken van een door de werkgever aan te wijzen vervoermiddel, mits dit aan de door de wet gestelde eisen voldoet, hetgeen, indien dit vervoermiddel een auto is, moet blijken uit een
Reisurenvergoeding. Indien een werknemer, uit hoofde van zijn functie, in opdracht van de werkgever zijn werkzaamheden moet verrichten op een andere plaats dan waar hij als regel zijn arbeid verricht, ontvangt hij voor de tijd die hij per dag als gevolg van het reizen onderweg is een vergoeding van 0,53% van het maandsalaris per uur, met dien verstande dat voor de heenreis en voor de terugreis elk, over het eerste half uur geen vergoeding wordt gegeven. Overnachtingen gelden niet als reistijd. Xxxxxxxx binnen de tijdstippen waarop gewoonlijk de werkzaamheden aanvangen, dan wel eindigen, worden nimmer als reisuren vergoed.
Reisurenvergoeding. Integraal van toepassing, met uitzondering van de verwijzingen naar de chauffeurstoeslag in lid 2 en lid 4. Met ‘de werknemer’ wordt de vakkracht bedoeld.
Reisurenvergoeding. De Arbocatalogus Platte Daken is raadpleegbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx.xx.
Reisurenvergoeding. 1. Indien een werknemer door een werkgever te werk wordt gesteld op een werkobject dat buiten zijn woonplaats is gelegen, is de werknemer verplicht voor de reis van de woonplaats naar object vice versa gebruik te maken van een door de werkgever aan te wijzen vervoermiddel, mits dit aan de door de wet gestelde eisen voldoet, hetgeen, indien dit vervoermiddel een auto is, moet blijken uit een erkend veiligheidsvignet of een ander bewijs van onderhoud, niet ouder dan zes maanden. 2. De duur van de reis, welke wordt gemaakt met een: a. door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel; b. eigen vervoermiddel; zal door de werkgever aan de werknemer worden vergoed tegen het geldende garantie-uurloon, behoudens de eerste 90 minuten per dag. In afwijking van het voorgaande bepaalde zullen de eerste 30 minuten per dag niet worden vergoed aan de werknemer, die optreedt als bestuurder van een vervoermiddel als genoemd in sub a of b.
Reisurenvergoeding. Integraal van toepassing. Met ‘de werknemer’ wordt de uitzendkracht bedoeld.