Common use of RENTE EN AFLOSSING Clause in Contracts

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,9% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente van 4,5% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling jaarlijks een deel van de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%)aflossen. Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks jaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,54,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 45,00 45,00 45,00 135,00 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 - - 1.000,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 3.5 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,93,9% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.6 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.7 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.8 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs. 6.9 Alle betalingen van Rente en of Aflossing zullen gelijktijdig geschieden zowel op deze Obligatielening als op de Toekomstige Obligatielening, steeds pro rata het uitstaande bedrag.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is – met inachtneming van hetgeen is bepaald in dit Artikel – over het niet afgeloste deel van de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief en eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5Obligatiehouder van 4,5% op jaarbasis, over het deel van te rekenen vanaf de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende InstellingIngangsdatum. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks achteraf in beginsel jaarlijks op de Rente- en Aflossingsdatum, voor het eerst in 2023, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Uitgevende Instelling zal aan het einde van de Looptijd aan Obligatiehouders een Extra rente uitkeren van 2,0% over de Initiële Hoofdsom (€20,00 per Obligatie). 6.3 Onderstaand De Obligatielening heeft een looptijd van 4 jaar (48 maanden) vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd dient de Hoofdsom, alsmede de daarover verschuldigde Rente geheel te zijn de halfjaarlijkse afgelost door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalenInstelling. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,94,6% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.5 Onderstaand zijn de jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Rente (4,5%) 45,00 45,00 39,39 33,52 162,91 Extra rente - - - 20,00 20,00 Aflossing - 124,70 130,31 744,99 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.6 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum datum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.7 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling en de Uitgevende Instelling het passeren van deze wijziging heeft bevestigd. 6.8 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente van 6,5% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar kwartaal dient te zijn voldaan. Aan het einde van de Looptijd heeft een Obligatiehouder, conform het schema in paragraaf 3.3.3 (Schema van Rente- en Aflossingsbetalingen) in totaal €1.121,88 per Obligatie ontvangen op een investering van €1.020,00. Het gemiddelde effectieve rendement op jaarbasis is voor een Obligatiehouder, na aftrek van Transactiekosten, bedraagt 5,5%. 6.2 Obligatiehouders kunnen aan het einde van de Looptijd in aanmerking komen voor een éénmalige Bonusrente van 5,0% over de Hoofdsom van de Obligatielening onder de voorwaarde dat de geprognotiseerde omzet voor het boekjaar 2024, zoals in het kasstroomoverzicht in paragraaf 6.4 (Financiële kasstroom prognose van de Uitgevende Instelling) opgenomen, wordt behaald. Als aan de voorwaarde voldaan is zal de uitbetaling van de Bonusrente plaatsvinden bij Aflossing van de Obligatielening. Dit betekent dat voor één Obligatie de mogelijke Bonusrente €50,00 zal bedragen. De totale ontvangsten van één Obligatie bij uitkering van de Bonusrente bedraagt €1.171,88 op een investering van €1.020,00. Het effectieve rendement inclusief de mogelijke Bonusrente bedraagt 7, 9% 6.3 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling jaarlijks een deel van de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%)aflossen. Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks op kwartaalbasis achteraf plaatsvinden plaatsvinden, voor het eerst op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum eerste Werkdag drie kwartalen na de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaanIngangsdatum. 6.3 6.4 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse per kwartaal door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 1 1 16,25 - 16,25 2 16,25 - 16,25 3 16,25 100,00 116,25 4 14,63 100,00 114,63 2 1 13,00 100,00 113,00 2 11,38 100,00 111,38 3 9,75 100,00 109,75 4 8,13 100,00 108,13 3 1 6,50 100,00 106,50 2 4,88 100,00 104,88 3 3,25 100,00 103,25 4 1,63 100,00 101,63 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. In dit overzicht is geen rekening gehouden met de mogelijke Bonusrente. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,95,5% op jaarbasis. Dit is inclusief de verplichting van het uitkeren van de Bonusrente. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.6 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.7 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over het niet afgeloste deel van de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief en eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt Obligatiehouder van 5,5% op jaarbasis, over het deel van te rekenen vanaf de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende InstellingIngangsdatum. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks achteraf in beginsel jaarlijks op de Rente- en Aflossingsdatum, voor het eerst in 2023, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd looptijd van drie 4 jaar (346 maanden) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd dient de Hoofdsom, alsmede de daarover verschuldigde Rente geheel te zijn afgelost door de Uitgevende Instelling. De Aflossingsbetaling geschiedt, met uitzondering van het eerste jaar van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden in beginsel jaarlijks op de Rente- en Aflossingsdatum, voor het eerst in 2024, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,9% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.4 Onderstaand is een schema van de jaarlijkse Rente- en Aflossingsbetalingen gedurende de Looptijd en uit hoofde van één Obligatie weergegeven. Rente (5,5%) 55,00 55,00 48,13 41,25 199,38 Aflossing - 125,00 125,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.5 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling en de Uitgevende Instelling het passeren van deze wijziging heeft bevestigd.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, Hoofdsom een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5van 4,5% (vier en een half procent) op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie tien (310) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling jaarlijks een deel van de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%)aflossen. Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks jaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 45,00 42,75 40,50 38,25 36,00 33,75 31,50 29,25 27,00 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 348,75 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 50,00 50,00 50,00 50,00 550,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,94,0% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente van 6,0% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie achtenveertig (348) jaar maanden (4 jaar) vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende De Obligatielening wordt geheel afgelost gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling van de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over volgens het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaanschema in Artikel 6.3. 6.3 Onderstaand zijn is een schema van de halfjaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen per half jaar ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1 60,00 - 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 60,00 2 60,00 300,00 700,00 360,00 3 42,00 400,00 300,00 442,00 4 18,00 300,00 - 318,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,95,44% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en/of Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.6 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.7 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,57,25% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie vier (34) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,57,25%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 61.045 61.045 61.045 61.045 244.180 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 - - - 842.000 842.000 Totaal 61.045 61.045 61.045 903.045 1.086.180 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,97,25% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.6 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail met ontvangstbevestiging of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.7 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, Hoofdsom een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5van 4,0% (vier procent) op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (35) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, Looptijd (op de Aflossingsdatum, ) dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 40,00 40,00 38,81 37,57 36,28 192,65 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 - 29,82 31,01 32,25 906,92 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,93,31% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.6 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.7 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.8 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is vanaf de Ingangsdatum over de nog uitstaande (nog niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief en eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5van 4,0% op jaarbasisjaarbasis verschuldigd: De betaling van Rente geschiedt, over het deel met in achtneming van de Hoofdsom beperking voortvloeiende uit Artikel 7 (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt Achterstelling), halfjaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie zes (36) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn. Gedurende De Obligatielening zal gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden Looptijd, telkens op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaanlineair afgelost worden. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 3.5 (Berekening Rekenvoorbeeld effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,93,2% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.4 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse Rente- en Aflossingsbetalingen uit hoofde van één Obligatie weergegeven. ½ 500,00 10,00 41,66 458,33 51,66 1 458,33 9,17 41,66 416,67 50,83 1 ½ 416,67 8,33 41,66 375,00 49,99 2 375,00 7,50 41,66 333,33 49,16 2 ½ 333,33 6,67 41,67 291,67 48,34 3 291,67 5,83 41,67 250,00 47,50 3 ½ 250,00 5,00 41,67 208,33 46,67 4 208,33 4,17 41,67 166,67 45,84 4 ½ 166,67 3,33 41,67 125,00 45,00 5 125,00 2,50 41,67 83,33 44,17 5 ½ 83,33 1,67 41,67 41,67 43,34 6 41,67 0,83 41,67 - 42,50 De totaal aan Obligatiehouders te betalen bedragen worden, afgerond op 2 decimalen, gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. 6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Indien op enig moment de Rente en/of Aflossingsbetalingen aan Obligatiehouders niet (volledig) kan worden voldaan, geldt dat de niet betaalde bedragen worden bijgeschreven op, respectievelijk gehandhaafd als onderdeel van de Hoofdsom. De Uitgevende Instelling zal zodra de kasstroom dat weer toestaat de achterstallige aflossing- en rentebetalingen verrichten. 6.6 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.7 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,58,0% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie vier (34) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende Aan het eind van de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%)aflossen. Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks Aflossingsbetaling zal achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 1 80,00 50,00 950,00 2 76,00 50,00 900,00 3 72,00 50,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 4 68,00 850,00 0,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,97,67% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.6 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.7 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, Hoofdsom een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5van 4,2% (vier en tweetiende procent) op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie vijf (35) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn). Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling jaarlijks een deel van de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%)aflossen. Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks jaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. Het resterende deel van de Obligatielening zal op de Aflossingsdatum in een keer worden afgelost. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 21,00 19,97 18,89 17,77 16,60 94,22 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 24,60 25,63 26,71 27,83 395,22 500,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,93,5% op jaarbasisjaarbasis tot het moment van vervroegd aflossen. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.

RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, Hoofdsom een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5van 4,0% (vier procent) op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, Looptijd (op de Aflossingsdatum, ) dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) terugbetaald te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan. 6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Jaar 1 2 3 Totaal Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 45,00 43,56 42,07 130,63 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 31,88 33,32 934,81 1000,00 Totaal 76,88 76,88 976,88 1.130,63 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,93,86% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.6 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.7 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.8 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.