Common use of Salarisvaststelling Clause in Contracts

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één van de volgende functies worden ingedeeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee (nog) geen onregelmatige diensten verricht. b. Werknemers die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 62, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62. c. Werknemers in de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1, sub a geldt de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 van de CAO, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttreding. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 6 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeids Overeenkomst, Collectieve Arbeids Overeenkomst

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in één het algemeen het minimumschaalsalaris van de volgende functies salarisgroep waarin de medewerker (al dan niet met toepassing van artikel 12.2) is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan een hoger schaalsalaris worden ingedeeld toegekend. 3.2 Jaarlijks per 1 april stelt werkgever het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van: · de relatieve salarispositie (RSP); dit is het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in een percentage van het eindsalaris bij beoordeling 3; · de beoordeling van de wijze waarop de medewerker de functie heeft vervuld. Is de medewerker na 1 september in dienst getreden, dan vindt per 1 april daaropvolgend geen nieuwe salarisvaststelling plaats. 3.3 De medewerker die het eindsalaris van zijn salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT teamnog niet heeft bereikt, met dien verstande dat men heeft, behoudens bijzondere omstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend en uitbetaald. 3.4 De medewerker die nog niet in salarisgroep 54 wordt zijn of haar eindsalarisgroep is ingedeeld, indien wordt in deze salarisgroep ingedeeld als de medewerker aan de eisen van de functie voldoet, ten minste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en voor zolangten minste een beoordeling 3 heeft. Bij indeling in een hogere salarisgroep ontvangt de medewerker 1,5 maal het verhogingspercentage dat medewerker gehad zou hebben als de medewerker in dezelfde groep was gebleven, men maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet de volledige bevoegdheid meer dan het eindsalaris toegekend en uitbetaald. 3.5 De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee (nog) geen onregelmatige diensten verricht. b. Werknemers die lagere beoordeling hoger is dan het eindsalaris, wordt op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 62, blijven voor dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij medewerker in de functie vorm van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62. c. Werknemers in de functie van medewerker CTR, een persoonlijke toeslag schaalsalaris die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid nog gedurende 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig jaar na het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding ingaan van de niet in lid 1toeslag wordt aangepast aan algemene salarisverhogingen; daarna wordt deze bij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als het eindsalaris uit dien hoofde stijgt. Deze persoonlijke toeslag wordt voorts verminderd met een eventuele stijging van het maandsalaris, sub a genoemde werknemer jonger anders dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in door een algemene salarisverhoging of door de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling toekenning van een werknemer als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennenoperatortoeslag. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1, sub a geldt de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 van de CAO, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttreding. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één 3.1 De vaststelling van het salaris geschiedt jaarlijks per 1 januari. 3.2 Voor de vaststelling van het salaris en de salarisontwikkeling is bepalend de wijze van functioneren van de volgende functies worden ingedeeld in salarisgroep 55individuele werknemer. De wijze van functioneren wordt bepaald aan de hand van de met de Ondernemingsraad overeengekomen beoordelingssystematiek Samen voor Ontwikkeling en Resultaat (SOR). 3.3 De werkgever zal de wijze van functioneren van de individuele werknemer indelen volgens de kwalificatie: • bestuurder railvoertuighet functioneren van de werknemer is onvoldoende; • buschauffeurhet functioneren van de werknemer moet verbeteren; • BOA III / het functioneren van de werknemer is goed; • het functioneren van de werknemer is zeer goed; • het functioneren van de werknemer is uitstekend. 3.4 De in lid FOT team3 bedoelde kwalificaties hebben voor de vaststelling van het salaris van de werknemer die het voor hem geldende maximumsalaris nog niet heeft bereikt de volgende consequenties: • een score van "onvoldoende": de werknemer ontvangt geen salarisverhoging. Tegelijkertijd treffen werkgever en werknemer maatregelen die zijn gericht op verbetering van het functioneren van de werknemer; • een score van “verbeteren”: de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 1,25%. Tegelijkertijd treffen werkgever en werknemer maatregelen die gericht zijn op verbetering van het functioneren van de werknemer; • een score van "goed": de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 2,5%; • een score van “zeer goed”: de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 3,75%; • een score van "uitstekend": de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 5%. 3.5 Indien een werknemer op of na 1 juli van enig kalenderjaar in dienst treedt, is in afwijking van lid 1 van dit artikel het eerste beoordelingsmoment en de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van indiensttreding. 3.6 Indien een werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, worden de resultaatafspraken bijgesteld, in die zin dat ook de re-integratie-inspanningen hierin worden meegenomen. De beoordeling en de daarmee samenhangende salarisvaststelling zijn zowel afhankelijk van de mate waarin is voldaan aan de resultaatafspraken die van toepassing zijn op de werkzaamheden zelf als aan de resultaatafspraken die van toepassing zijn op de re-integratie. 3.7 Indien er in de periode van 1 juli tot en met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid 1 januari sprake is van een BOA III controleur heeft bevordering overeenkomstig artikel 4.1, is in afwijking van lid 1 van dit artikel het eerste beoordelingsmoment en in verband de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van bevordering. 3.8 Schoolverlaters en nieuwe werknemers die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij de voor hun functie relevante opleiding (nog) geen onregelmatige diensten verrichtniet succesvol hebben afgerond, stromen uiterlijk na verloop van twee volle kalenderjaren per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. b. 3.9 Werknemers die op 31-3-2017 waren reeds in dienst zijn van werkgever en die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij (nog) niet (volledig) voldoen aan de functievereisten, stromen uiterlijk na verloop van een vol kalenderjaar per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever na een kalenderjaar zijn functie echter (nog steeds) niet volledig en volwaardig uitoefent, dient de werknemer na het eerste kalenderjaar vervolgens nog maximaal twee jaar te wachten alvorens door te stromen naar de normatieve klasse; Indien de werknemer in salarisgroep 62deze twee jaar naar het oordeel van de werkgever zijn functie alsnog volledig en volwaardig uitoefent, blijven voor stroomt hij door naar de duur dat zij dit wensennormatieve klasse. Indien de werknemer na deze twee jaar zijn functie nog steeds niet volledig en volwaardig uitoefent, doch uiterlijk voor zal een andere functie worden gezocht en stroomt de duur dat zij in werknemer niet door naar de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62normatieve klasse. c. Werknemers in 3.10 Naast de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer incidentele salarisvaststelling als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1dit artikel, sub a geldt worden de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 salarissen ook aangepast op grond van de CAOcollectieve salarismaatregelen, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij overeengekomen in de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttredingCAO Netwerkbedrijven. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 2 contracts

Samples: Bedrijfsprotocol Enexis, Bedrijfsprotocol Enexis

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één 3.1 De vaststelling van het salaris geschiedt jaarlijks per 1 januari. 3.2 Voor de vaststelling van het salaris en de salarisontwikkeling is bepalend de wijze van functioneren van de volgende functies worden ingedeeld in salarisgroep 55individuele werknemer. De wijze van functioneren wordt bepaald aan de hand van de met de (Centrale) Ondernemingsraad overeengekomen beoordelingssystematiek Sturen op Ontwikkeling en Resultaat (SOR). 3.3 De werkgever zal de wijze van functioneren van de individuele werknemer indelen volgens de kwalificatie: • bestuurder railvoertuigde werknemer functioneert onvoldoende; • buschauffeurde werknemer functioneert xxxxx; • BOA III / de werknemer functioneert voldoende/goed; • de werknemer functioneert zeer goed; • de werknemer functioneert uitstekend. 3.4 De in lid FOT team3 bedoelde kwalificaties hebben voor de vaststelling van het salaris van de werknemer die het voor hem geldende maximumsalaris nog niet heeft bereikt de volgende consequenties: • een score van "onvoldoende": de werknemer ontvangt geen salarisverhoging. Tegelijkertijd treffen werkgever en werknemer maatregelen die zijn gericht op verbetering van het functioneren van de werknemer; • een score van “matig”: de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 1,25%. Tegelijkertijd treffen werkgever en werknemer maatregelen die gericht zijn op verbetering van het functioneren van de werknemer; • een score van "voldoende/goed": de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 2,5%; • een score van “zeer goed”: de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 3,75%; • een score van "uitstekend": de werknemer ontvangt een salarisverhoging van 5%. 3.5 Indien een werknemer op of na 1 juli van enig kalenderjaar in dienst treedt, is in afwijking van lid 1 van dit artikel het eerste beoordelingsmoment en de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van indiensttreding. 3.6 Indien een werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, worden de resultaatafspraken bijgesteld, in die zin dat ook de reïntegratie-inspanningen hierin worden meegenomen. De beoordeling en de daarmee samenhangende salarisvaststelling zijn zowel afhankelijk van de mate waarin is voldaan aan de resultaatafspraken die van toepassing zijn op de werkzaamheden zelf als aan de resultaatafspraken die van toepassing zijn op de reïntegratie. 3.7 Indien er in de periode van 1 juli tot en met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid 1 januari sprake is van een BOA III controleur heeft bevordering overeenkomstig artikel 4.1, is in afwijking van lid 1 van dit artikel het eerste beoordelingsmoment en in verband de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van bevordering, 3.8 Schoolverlaters en nieuwe werknemers die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij de voor hun functie relevante opleiding (nog) geen onregelmatige diensten verrichtniet succesvol hebben afgerond, stromen uiterlijk na verloop van twee volle kalenderjaren per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. b. 3.9 Werknemers die op 31-3-2017 waren reeds in dienst zijn van Essent en die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij (nog) niet (volledig) voldoen aan de functievereisten, stromen uiterlijk na verloop van een vol kalenderjaar per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever na een kalenderjaar zijn functie echter (nog steeds) niet volledig en volwaardig uitoefent, dient de werknemer na het eerste kalenderjaar vervolgens nog maximaal twee jaar te wachten alvorens door te stromen naar de normatieve klasse; Indien de werknemer in salarisgroep 62deze twee jaar naar het oordeel van de werkgever zijn functie alsnog volledig en volwaardig uitoefent, blijven voor stroomt hij door naar de duur dat zij dit wensennormatieve klasse. Indien de werknemer na deze twee jaar zijn functie nog steeds niet volledig en volwaardig uitoefent, doch uiterlijk voor zal een andere functie worden gezocht en stroomt de duur dat zij in werknemer niet door naar de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62normatieve klasse. c. Werknemers in 3.10 Naast de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer incidentele salarisvaststelling als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1dit artikel, sub a geldt worden de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 salarissen ook aangepast op grond van de CAOcollectieve salarismaatregelen, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij overeengekomen in de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttredingsector-CAO Distributie. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 1 contract

Samples: Bedrijfsprotocol Distributie

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één van de volgende functies worden ingedeeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee (nog) geen onregelmatige diensten verricht. b. Werknemers die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 62, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62. c. Werknemers in de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1, sub a geldt de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 van de CAOcao, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttreding. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één 3.1 De vaststelling van het salaris geschiedt jaarlijks per 1 januari. 3.2 Voor de vaststelling van het salaris en de salarisontwikkeling is bepalend de wijze van functioneren van de individuele werknemer. De wijze van functioneren wordt bepaald aan de hand van de met de (Centrale) Ondernemingsraad overeengekomen beoordelingssystematiek Samen voor Ontwikkeling en Resultaat (SOR). 3.3 De werkgever zal de wijze van functioneren van de individuele werknemer indelen volgens de kwalificatie: 3.4 De in lid 3 bedoelde kwalificaties hebben voor de vaststelling van het salaris van de werknemer die het voor hem geldende maximumsalaris nog niet heeft bereikt de volgende functies worden consequenties: 3.5 Indien een werknemer op of na 1 juli van enig kalenderjaar in dienst treedt, is in afwijking van artikel 3.1 van dit artikel het eerste beoordelingsmoment en de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van indiensttreding. 3.6 Indien een werknemer binnen een kalenderjaar volledig non-actief is geweest gedurende een, al dan niet aaneengesloten, periode van 6 maanden of langer, wordt een zogenaamde neutraalbeoordeling gegeven. 3.7 Schoolverlaters en nieuwe werknemers die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en omdat zij de voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee hun functie relevante opleiding (nog) geen onregelmatige diensten verrichtniet succesvol hebben afgerond, stromen uiterlijk na verloop van twee volle kalenderjaren per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. b. 3.8 Werknemers die op 31-3-2017 waren reeds in dienst zijn van Essent en die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij (nog) niet (volledig) voldoen aan de functievereisten, stromen uiterlijk na verloop van een vol kalenderjaar per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever na een kalenderjaar zijn functie echter (nog steeds) niet volledig en volwaardig uitoefent, dient de werknemer na het eerste kalenderjaar vervolgens nog maximaal twee jaar te wachten alvorens door te stromen naar de normatieve klasse; Indien de werknemer in salarisgroep 62deze twee jaar naar het oordeel van de werkgever zijn functie alsnog volledig en volwaardig uitoefent, blijven voor stroomt hij door naar de duur dat zij dit wensennormatieve klasse. Indien de werknemer na deze twee jaar zijn functie nog steeds niet volledig en volwaardig uitoefent, doch uiterlijk voor zal een andere functie worden gezocht en stroomt de duur dat zij in werknemer niet door naar de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62normatieve klasse. c. Werknemers in 3.9 Naast de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer incidentele salarisvaststelling als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1dit artikel, sub a geldt worden de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 salarissen ook aangepast op grond van de CAOcollectieve salarismaatregelen, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij overeengekomen in de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttredingCAO Productie- en Leveringsbedrijven. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 1 contract

Samples: Bedrijfsprotocol Distributie

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker die jonger is dan 22 jaar het schaalsalaris dat hoort bij de leeftijd die in één het lopende kalenderjaar wordt bereikt. Dit schaalsalaris wordt van de volgende functies worden ingedeeld het vakvolwassen schaalsalaris afgeleid op basis van het leeftijdpercentage zoals vermeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien bijlagen 1 en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee (nog) geen onregelmatige diensten verricht. b. Werknemers die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 62, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62. c. Werknemers in de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in Is de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1, sub a geldt de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 van de CAO, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer medewerker 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij dan ontvangt hij in het algemeen het vakvolwassen schaalsalaris van de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttredinggroep waarin hij is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (bv. de situatie op de arbeidsmarkt) kan hem een hoger schaalsalaris worden toegekend. 73.2 Jaarlijks per 1 januari voor Océ en per 1 april voor Canon stelt werkgever het maandsalaris van de medewerker opnieuw vast op basis van het hierna bepaalde en in aanmerking nemende: • zijn maandsalaris; • de wijze van functievervulling. 3.3 De medewerker die jonger is dan 22 jaar ontvangt per 1 januari een verhoging op basis van de leeftijdpercentages als opgenomen in bijlagen 1 en 2. 3.4 De medewerker van 22 jaar of ouder die het eindsalaris van zijn salarisgroep nog niet heeft bereikt, heeft, behoudens bijzondere omstandigheden, jaarlijks recht op een verhoging. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, Van bijzondere omstandigheden is ondermeer sprake indien de functie niet volledig medewerker: • na 1 september in dienst is getreden; • de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari voor Océ en vóór 1 april voor Canon heeft opgezegd; • een gedeeltelijke of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8volledige WAO- of WIA-uitkering ontvangt. Aan een werknemer die tijdelijk, voor De salarisverhoging is gelijk aan het percentage dat volgens de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijnsalarisverhogingstabel in bijlagen 1 en 2 hoort bij: • de functie relatieve salarispositie (dit is ingedeeld het schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag schaalsalaris, uitgedrukt in salarisgroep 10 of hoger; • een percentage van het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk projecteindsalaris); • indien voor Canon: de arbeidsovereenkomst beoordeling van de wijze waarop de medewerker zijn functie heeft vervuld. Zou bij toepassing van het gevonden verhogingspercentage het eindsalaris worden overschreden, dan wordt omgezet niet meer dan het eindsalaris uitbetaald. 3.5 De medewerker die nog niet in zijn eindsalarisgroep is ingedeeld, wordt in deze salarisgroep ingedeeld als hij aan de eisen van de functie voldoet, tenminste 6 maanden de betreffende functie heeft vervuld en tenminste een beoordeling “goed” heeft. Bij indeling in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijdhogere salarisgroep ontvangt de medewerker van 22 jaar of ouder 1,5 maal het verhogingspercentage dat hij gehad zou hebben als hij in dezelfde groep was gebleven, of na 2 maar minimaal 4%. Zou als gevolg hiervan het eindsalaris worden overschreden, dan wordt niet meer dan het eindsalaris toegekend. 3.6 Voor Canon De medewerker die een maandsalaris heeft dat als gevolg van een lagere beoordeling hoger is dan zijn eindsalaris, wordt op dat eindsalaris ingeschaald. Het verschil ontvangt hij in de vorm van een persoonlijke toeslag schaalsalaris die nog 1 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslagaangepast aan algemene salarisverhogingen; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat daarna wordt deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangtbij algemene salarisverhogingen evenveel verminderd als zijn eindsalaris uit dien hoofde stijgt.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Salarisvaststelling. a. Werknemers werkzaam in één 3.1 De vaststelling van het salaris geschiedt jaarlijks per 1 januari. 3.2 Voor de vaststelling van het salaris en de salarisontwikkeling is bepalend de wijze van functioneren van de individuele werknemer. De wijze van functioneren wordt bepaald aan de hand van de met de (Centrale) Ondernemingsraad overeengekomen beoordelingssystematiek Samen voor Ontwikkeling en Resultaat (SOR). 3.3 De werkgever zal de wijze van functioneren van de individuele werknemer indelen volgens de kwalificatie: 3.4 De in lid 3 bedoelde kwalificaties hebben voor de vaststelling van het salaris van de werknemer die het voor hem geldende maximumsalaris nog niet heeft bereikt de volgende functies worden consequenties: 3.5 Indien een werknemer op of na 1 juli van enig kalenderjaar in dienst treedt, is in afwijking van artikel 3.1 het eerste beoordelingsmoment en de daarmee samenhangende salarisvaststelling punt van overleg tussen de werkgever en de individuele werknemer op het moment van indiensttreding. 3.6 Indien een werknemer binnen een kalenderjaar volledig non-actief is geweest gedurende een, al dan niet aaneengesloten, periode van 6 maanden of langer, wordt een zogenaamde neutraalbeoordeling gegeven. 3.7 Schoolverlaters en nieuwe werknemers die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en omdat zij de voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee hun functie relevante opleiding (nog) geen onregelmatige diensten verrichtniet succesvol hebben afgerond, stromen uiterlijk na verloop van twee volle kalenderjaren per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. b. 3.8 Werknemers die op 31-3-2017 waren reeds in dienst zijn van Essent en die overeenkomstig artikel 2.4 een klasse lager dan de normatieve klasse zijn ingedeeld omdat zij (nog) niet (volledig) voldoen aan de functievereisten, stromen uiterlijk na verloop van een vol kalenderjaar per 1 januari van het daaropvolgende jaar door naar de normatieve klasse. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever na een kalenderjaar zijn functie echter (nog steeds) niet volledig en volwaardig uitoefent, dient de werknemer na het eerste kalenderjaar vervolgens nog maximaal twee jaar te wachten alvorens door te stromen naar de normatieve klasse; Indien de werknemer in salarisgroep 62deze twee jaar naar het oordeel van de werkgever zijn functie alsnog volledig en volwaardig uitoefent, blijven voor stroomt hij door naar de duur dat zij dit wensennormatieve klasse. Indien de werknemer na deze twee jaar zijn functie nog steeds niet volledig en volwaardig uitoefent, doch uiterlijk voor zal een andere functie worden gezocht en stroomt de duur dat zij in werknemer niet door naar de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62normatieve klasse. c. Werknemers in 3.9 Van de functie werknemer die het maximum van medewerker CTRzijn normatieve klasse heeft bereikt en die tenminste drie jaren achter elkaar zeer goed of uitstekend wordt beoordeeld, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor wordt het maximum salaris van de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55normatieve salarisklasse verhoogd met 5%. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in 3.10 Naast de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer incidentele salarisvaststelling als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1dit artikel, sub a geldt worden de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 salarissen ook aangepast op grond van de CAOcollectieve salarismaatregelen, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij overeengekomen in de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttredingCAO Productie- Leveringsbedrijven. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld, kan gedurende maximaal twee jaar, een extra persoonlijke toeslag worden toegekend ter grootte van 10% boven het maximumsalaris van de functionele salarisgroep. Randvoorwaarden daarbij zijn: • de functie is ingedeeld in salarisgroep 10 of hoger; • het betreft een zgn. solofunctie, dat wil zeggen een functie waarvoor slechts 1 functiehouder bij HTM werkzaam is (bijvoorbeeld interim-hoofd van een bepaalde afdeling, projectleider van een bepaald tijdelijk project); • indien de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of na 2 jaar wordt verlengd met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vervalt de tijdelijke toeslag; • HTM informeert de vakverenigingen jaarlijks over het aantal werknemers dat deze tijdelijke toeslag boven het salaris ontvangt.

Appears in 1 contract

Samples: Bedrijfsprotocol Productie