Terugkopen van Participaties Voorbeeldclausules

Terugkopen van Participaties. 1. Xxxxxxxxx heeft de mogelijkheid tot inkoop door het Fonds van Participaties tegen betaling van de in Artikel 12.3 bedoelde inkoopprijs; 2. De structuur is opgezet als BFGR met een open karakter. 3. Inkoop zal geschieden tegen de op het moment van inkoop geldende NAV. Inkoop van Participaties kan in principe plaatsvinden per de eerste van de nieuwe maand als aan de voorwaarden is voldaan; 4. De in dit Artikel genoemde inkoopprijs kan door Beheerder worden gewijzigd, indien en voor zover er een wijziging optreedt in de bestaande heffing van belastingen en/of rechten ter zake van de inkoop van Participaties. Deze wijzigingen zullen aan Participanten bekend worden gemaakt; 5. Participanten die hun Participaties ter inkoop aanbieden dienen hiertoe uitsluitend gebruik te maken van een Wijzigingsformulier. Dit formulier is bij Beheerder kosteloos verkrijgbaar. Het formulier dient ten minste vijf (5) werkdagen voor de inkoopdatum volledig ingevuld en ondertekend in het bezit te zijn van Beheerder; 6. Xxxxxxxxx heeft het recht om zonder opgaaf van reden Participaties van Participanten terug te laten kopen door het Fonds ongeacht of de Participant hiermee instemt.
Terugkopen van Participaties. Het minimumbedrag van de Participatie mag door een (gedeeltelijke) verkoop niet lager zijn dan € 100.000 mag uitkomen, tenzij de gehele participatie in het Fonds wordt beëindigd. Een gedeeltelijke uittreding dient minimaal € 25.000 te bedragen. Daarnaast heeft het Fonds een open-end karakter. Hierdoor kan het aantal uitstaande Participaties variëren. Dit betekent dat er, na vaststelling van de NAV zoals beschreven in sectie 10, Participaties kunnen worden teruggekocht door het Fonds.
Terugkopen van Participaties. 12.1 Terugkopen van participaties‌ Het minimumbedrag van de Participatie mag door een (gedeeltelijke) verkoop niet lager zijn dan € 100.000 mag uitkomen, tenzij de gehele participatie in het Fonds wordt beëindigd. Een gedeeltelijke uittreding dient minimaal € 25.000 te bedragen. Daarnaast heeft het Fonds een open-end karakter. Hierdoor kan het aantal uitstaande Participaties variëren. Dit betekent dat er, na vaststelling van de NAV zoals beschreven in sectie 10, Participaties kunnen worden teruggekocht door het Fonds. 12.2 Verzoek tot terugkopen van Participaties‌ Een verzoek tot het terugkopen van Participaties door het Fonds van Participant kan geschieden via het Wijzigingsformulier. Het verzoek dient uiterlijk vijf (5) werkdagen voor de bepaling van de nieuwe NAV of de Handelsdag, oftewel de huidige Fondswaarde, bekend gemaakt te worden door het opsturen van een volledig ingevuld Wijzigingsformulier (incl. mogelijke benodigde documenten). In het geval het verzoek tot het terugkopen van Participaties te laat is ontvangen, dan wordt terugkopen van Participaties uitgesteld tot het volgende transactiemoment. Xxxxxxxxx heeft de mogelijkheid om een uitzondering toe te passen in het aantal uiterlijke Werkdagen voor het formulier. Het Wijzigingsformulier is op te vragen bij zowel de Beheerder als Administrateur. 12.3 Uitbetaling van gelden‌ Nadat het verzoek om Participaties te verkopen is ontvangen, zal Beheerder liquiditeiten in het Fonds vrijmaken. Deze gelden worden teruggestort naar de bankrekening van Juridisch Eigenaar om vervolgens naar Participant overgemaakt te worden. De gelden worden uitsluitend overgemaakt naar de tegenrekening van de Participant die staat opgenomen in het Participantenregister. Hierbij is het van belang dat de tenaamstelling van de tegenrekening exact overeenkomt met de naam van de Participant. Aangezien het vrijmaken van liquiditeiten in sommige situaties beter over een periode gespreid kan worden, kan het voorkomen dat het enkele dagen duurt om de gelden vrij te maken. Bij een relatief grote uitschrijving is het mogelijk dat het Fonds Participant in gedeelten betaalt over een langere periode om te voorkomen dat de portefeuille van het Fonds lijdt onder een te snelle verkoop. 12.4 Bepaling aantal Participaties‌ Op basis van de laatste NAV, oftewel de huidige Fondswaarde, wordt de waarde van de Participaties in het Fonds bepaald. De waardering van de NAV vindt plaats volgens de methodiek uitgezet in sectie 10. 12.5 Weigering of op...
Terugkopen van Participaties. Participanten kunnen tijdens de Looptijd van het Fonds Beheerder verzoeken om uit te treden. Eventuele inkoop van Participaties door het Fonds geschiedt op Handelsdag. Participanten dienen een dergelijk verzoek kenbaar te maken door het indienen van een Wijzigingsformulier zoals beschreven in sectie 12.2. Het Fonds heeft Open-end karakter, waardoor het aantal uitstaande Participaties kan variëren. Xxxxxxxxx heeft het recht om zonder opgaaf van reden Participaties niet in te laten kopen door het Fonds aan Participanten. Het minimumbedrag van de Participatie mag door een (gedeeltelijke) verkoop niet lager dan € 100.000 uitkomen om te blijven voldoen aan de voorwaarden van artikel 2:66a van de Wft. Het is uitsluitend toegestaan indien de volledige Participatie in het Fonds wordt beëindigd. De Participaties worden teruggekocht tegen de dan laatst vastgestelde NAV per Participatie. Een gedeeltelijke uittreding dient minimaal € 25.000 te bedragen. Op basis van de laatste NAV, oftewel de huidige Fondswaarde, wordt de waarde van de Participaties in het Fonds bepaald. De waardering van de NAV geschiedt in overeenstemming met de Waarderingsmethodiek beschreven in sectie 10. De van toepassing zijnde uittredingskosten (beschreven in sectie 13), indien uittreding is geïnitieerd door Participant, worden verdisconteerd met de waarde van de Participaties.
Terugkopen van Participaties. Het Fonds heeft geen vergunning bij de AFM waardoor het minimumbedrag van de Participatie door een (gedeeltelijke) verkoop niet lager dan € 100.000 mag uitkomen, tenzij de gehele participatie in het Fonds wordt beëindigd. Een gedeeltelijke uittreding dient minimaal € 100.000 te bedragen. Het Fonds kent een open karakter wat betekent dat het aantal uitstaande participaties kan variëren. In de structuur kan er op maandbasis, na berekening van de fondswaarde, extra participaties worden uitgegeven of worden teruggekocht.

Related to Terugkopen van Participaties

  • Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.

  • Moet u betalen voor de zorgverlening? U moet ons voor de zorgverlening betalen als deze niet op grond van de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet (rechtstreeks) door het zorgkantoor of de zorgverzekeraar aan ons wordt betaald. Daarnaast kan het zijn dat u verplicht bent een wettelijke eigen bijdrage te betalen aan het CAK. Het CAK bepaalt hoe hoog die eigen bijdrage is. Ook kan het zijn dat de zorg onder het eigen risico van de Zorgverzekeringswet valt.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).